Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk, opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen lieeft tot Zijn wonderbaar licht. 1 Peir. 2 : 9

Christus bruid, de kerk, wordt gereinigd en geheiligd door het dierbaar bloed des Lams. In Christus is de bruid volmaakt, zonder vlek en rimpel, daarom mag ze naderen tot de aanspraakplaats van Gods heiligheid.

Gods kinderen zijn priesters des Heeren; ze hebben de toegang tot de troon der genade op grond van de zoen-en kruisverdiensten van Christus.

Het werk van priesters is offeren en bidden. Door Gods genade offeren Gods kinderen ook geestelijke offeranden, die Code aangenaam zijn door Christus.

Dat zijn de offeranden van het gebroken hart, welke de Heere nooit zal verachten. Daarin wordt God verheerlijkt en rfe zie^ vertroost.

Dit priesterschap is alleen aan Gods volk geschonken. Omdat ze de zalving van Cliristus deelachtig zijn, leren ze in ware zelfverloochening voor de Heere leven. Zo leren ze sterven aan zichzelf, aan eigen ik en eigen wil en zin, en Gode verheerlijken.

De apostel zegt van de kerk van Christus: „Gij zijt een heilig volk”.

Oud-Israël werd een heilig volk genoemd omdat God het afgezonderd had van de volkeren der wereld. Doch door deze Goddelijke afzondering bezat Israël nog geen inwendige heüigheid. Integendeel, want het was niet al Israël wat Israël genaamd werd. Velen behoorden slechts in uitwendige zin tot het volk des Heersn.

Petrus zBgt van de gemeente van Christus, dat ze een heilig volk is.

De kerk Gods wordt heilig genoemd omdat de Geest der heiligmaking haar geschonken is. De heiligheid van de gemeente van Christus is een vrucht van Zijn Middelaarswerk. Uit kradit van de verlossing, weDce Christus aangebracht heeft, is de gemeente rein en heilig. De Geest des Heeren woont in al de harten van al Gods volk.

Is dit volk niet een zear gelukkig volk? In zichzelf zijn ze arm en ellendig, onheilig en onrein. De Heere reinigt en heihgt Zijn bruidskerk. Van zichzelf is ze enkel ongerechtigheid en zonde, maar het heeft God uit eeuwige liefde behaagd Zich over 'haar te ontfermen. God rukte haar uit het slijk der zonde en heiligde haar tot de eer van Zijn Naam. Ze wordt vernieuwd naar Christus' beeld en de wet Gods wordt ingeschapen in haar hart. Niet dat Gods kinderen enige heiligheid zouden kunnen voortbrengen van zichzelf. Ganselijk niet. De hele heiligmaking is het werk van Christus. Alleen in Christus kunnen ze vruchten voorthrengen, die Code aangenaam zijn. Door de zalige bediening van Gods Geest wordt de kerk in zichzelf steeds armer en ellendiger, en Christus wordt voor het zielsoog steeds heiliger en groter. De Zoon Gods krijgt in de weg van heüigmakiog steeds meer waarde voor Gods gunstgenoten.

Tenslotte zegt de apostel: „Gij zijt een verkregen volk”.

Tot welk een dure prijs heeft Christus Zijn volk verkregen. De verlossing en de verkrijging van de bruidskerk heeft aan Christus Zijn leven en Zijn bloed gekost. Daarom is het ook de dure plicht van de kerk des Heeren om Christus te verheerlijken. Dit volk heeft zijn leven en vTijheid alleen aan Gods genade en ontferming te danken. Het was een volk van slaven, ze lagen onder Gods toom en do vloek der wet; ze waren door de val in Adam veroordeeld tot de eeuwige dood. Doch Christus heeft voor hen Zijn dierbaar bleed gestort. Hij heeft de geweldenaar, die hen gevangen had, de kop vermorzeld en dat volk verlost van dood en hel.

De Zoon Gods heeft meer gedaan. Christus heeft dit volk gemaakt tot Zijn eigendom. Dit volk is nu Zijn persoonlijk bezit; ze zijn het loon op Zijn arbeid. Dit verkregen volk wordt door Christus bewaard en beschermd; het is het volk van Zijn eigendom. Zijn bruid.

Het is de heilige roeping van het vrijgekochte volk om Christus lief te hebben met het ganse hart, en de Heere te vre-2Kn met al de L'efde van hun ziel.

Gods volk is getrokken uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde. Dit is e8n hemelse weldaad.

Het Woord des Heeren zegt: „Dit volk heb Ik Mij geformeerd; zij zullen Mijn lof vertellen”.

Dat is het doel der verlossing. In de stilte der eeuwigheid heeft God voorgenomen om Zijn eer en deugden te verheerlijken. Niet de zaligheid van de mens is het eerste en het voornaamste in Gods heilig plan met Zijn schepping, maar de verheerlijking van Zijn deugden en volmaaktheden. De Heere heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil, tot de eer van Zijn grote Naam.

Daarom heeft God een volk verkoren tot zaligheid, opdat Hij verheerlijkt zal worden tot in eeuwigheid.

De deugden Gods verkondigen, dit is een h.eerlijk en zalig werk. Dit is het speciale werk van het uitverkoren geslacht, het koninklijk priesterdom, het heilig volk, het verkregen volk.

We kunnen Gods deugden niet verkondigen zo we God niet kennen voor ons eigen hart. Daarom is het voor ons zo nodig, ja zeer noodzakelijk om God te kennen in Zijn deugden en volmaaktheden. Het volk, dat God vreest, leert de deugden des Heeren verkondigen. Ze krijgen door genade verstand, met Goddelijk licht bestraald, waardoor ze God in Zijn deugden leren kennen en bewonderen. Ze ontvangen licht over Gods heerlijkheid en heiligheid van Zijn genade en barmhartigheid.

De onbewuste natuur verheerlijkt Gods deugden en zou dan het pronkjuweel der schepping zwijgen?

Het lied dat de schepping zingt tot de eer van God, is schoon, maar het loflied dat de bruid van Christus leert zingen, is oneindig veel voortreffelijker.

Ze kan en mag zingen van de vrije gunst, die God bewoog; van oneindige zondaarsliefde en onuitsprekelijke genade. Ze mag zingen van de wegen des Heeren, van goedertierenheid en recht.

Capelle a. d. IJ.

Ds. G. A. Zijderveld

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1960

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1960

De Banier | 8 Pagina's