De oogst

Men had in deze zomer hooggespannen verwachtingen van de oogst Men verwachtte er één, die alle oogsten van vorige jaren ver te boven zou gaan. Lange tijd heeft het ook zo geleken. De te velde staande gewassen gaven er destijds alle reden toe dat men dit kon verwachten. Het stond er lange tijd goed mee voor, zelfs bijzonder goed.

Doch thans is deze verwachting in rook opgegaan. Zoals dat wel meer gebeurd met menselijke verwachtingen. Het is een bij uitstek natte zomer geworden, waarop men niet gerekend had, waardoor de berekeningen en verwachtingen geheel in duigen zijn gevallen. De voortdurende regen, zoals thans wel gebleken is, heeft aan de oogst grote schade berokkend. Men schat de schade, welke de landbouw in de Gelderse Vallei en op de West-Veluwe geleden heeft door de neerslag, op ƒ 1000.- per hektare.

De schade is toegebracht aan haver, gerst, rogge en het gemengde gewas. Voorts wordt de schade op de verbouwde aardappelen op 25 procent geraamid, welke door de aanhoudende regens verloren gingen, terwijl de opbrengst van de bonen op ruim 50 procent minder wordt geraamd dan in andere jaren.

Van de roggeoogst neemt men aan dat nog 15 procent op de akkers staat. Het zaad schiet uit en wordt groen en heeft heel veel van zijn waarde verloren.

Ook m de Noordoostpolder is door de aanhoudende regens veel schade aan de oogst berokkend. Een gedeelte van de gemaaide tarwe is er reeds verloren gegaan. Men hoopt er op dat men de nog resterende 1500 hektaren op stam staan- de tarwe, die begrijpelijk sneiier droogt dan in sohoven, binnen zal kunneti halen.

Tevens heeft men er gebrek aan mankracht op de boerderijen, waardoor men vreest niet in staat te zijn om, ziodra de mogeUjkheid zich voordoet, de oogst zasr snel birmen te halen. Men heeft aldaar dan ook reeds een beroep gedaan op vrij-•Wllligers, die, geschoold of ongeschoold, de handen uit de mouwen wülen steken om behulpzaam te zijn bij het binnenhalen van de oogst.

Ook in de provincies Groningen en Drente en in andere provincies en streken van ons land, waarin de landbouw beoefsnd wordt en de bevolking er grotendeels van moet leven, wordt er geklaagd, dat door de veelvuldige regen aan de oogst grote schade berokkend is. Hierbij komt nog, dat in onderscheidene streken van ons land het vee al op stal gezet moest worden, ook al omdat het gras door de voeten der dieren vertreden werd, zó zelfs, dat men er (hans van spreekt dat er een noodtoestand is ingetreden, hetwelk allicht zal veroorzaken dat het veevoeder duur zal worden.

Alles bijeen genomen^ doet dit ons opnieuw zien hoe afhankelijk van God en Zijn bestuur wij todh zijn. Wij bunnen allerlei plannen beramen, allerlei berekeningen ma'ken en verwachtingen koesteren, doch het is weer bewaarheid, dat de mens wikt, maar God beschikt. Die boven alle winden en wolken het bestuur voert. Hij is de Almadhtige, Wiens hand niemand kan keren. Hij is de Enige, Die sKggen kan: , , Mijn raad zal bestaan". Een ieder en alles is daaraan onderworpen.

De techniek moge al in otaze dagen een hoge vlucht genomen hebben, wat stellig het geval is en niet te ontkennen valt, dodh het zijn alleen ontdekikingen van hetgeen de Heere in de natuur gelegd had, en niemand heeft daar iets nieuws, hoe gering ook, kunnen aanbrengen. Daarom komt Hem, de Schepper en Onderhouder van alle dingen, ook alleen maar de eer toe. In Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij. Doch hoe wordt het schepsel thans geëerd boven de Schepper, Die te prijzen is in alle eeuwigheid.

In de veelvuldige regens, die van de hemel afdalen, ligt voor elk mens een les opgesloten. Zij tonen ons de totale afhankelijkheüd des mensen van Hem, Die soeverein regeert, zonder Wiens wil er geen muisije ter aarde valt. De natuiurlijke mens is het daarmede volstrekt niet eens. Hij kan God geen God laten. Zijn wil moet uitgevoerd worden. Als hij zonneschijn wil, dan moet dezie er zijn; als hij droogte wil, dan moet deze er ook al zijn; als hij regen wil, dan moet het regenen. En anders is er bij hem aan murmiu'ering, zelfs aan verwensing geen gebrek. Doch niet hij, de nietige ^i sterflijke mens, die een man van eea dag ia, maar God regeert.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen