Beantwoording van vragen

van de heer Kodde inzake de gevolgen van afsluiting Veerse Gat

In mei I.I. werden door de heer Kodde aan de minister van Verkeer ea Waterstaat de navolgende vragen gesteld:

1. Acht de minister, dat de haven, welke in Colijnsplaat nog gemaakt moet worden, zo tijdig gereed zal zijn, dat de vissersvaartuigen, welke nu in Veere ligplaats heibben, daar ligplaats zullen kunnen krijgen, ais Veere daarvoor niet meer bereikbaar is?

2. Acht de minister, dat Veere sloohts onbereikbaar zal zijn, als de afsluiting van het Veerse Gat een feit is of als de werkzaamheden voor de gehele afsluiting het verkeer onmogelijk maken?

3. Acht de minister de mogehjiklhaid uitgesloten, dat de vemauiwing stroomversnellingen doet ontstaan, waardoor het varen met schepen met een motorkracht, welke ondode gewone omstandigheden voldoende was, gevaarlijik en schier oru mogelijk wordt?

4. Is het de minister bekend, dat de vissers de bezwaren, onder 3 genoemd, wel zouden willen wegnemen of ondervangen door de schepen van sterkere motoren te voorzien?

5. Is het de minister bekend, dat de betrokkenen, omdat zij niet weten of en welke vergoedingen zij zullen verkrijgen, geen maatregelen kunnen en durven treffen?

6. Acht de minister het mede daarom niet nodig, dat spoedig eeni wet, als bedoeld in artikel 8 van de Deltawet, tot stand komt?

7. Wil de minister de indiening van een ontwerp van wet, als bedoeld onder 6, spoedig bevorderen?

De hierboven vermelde vragen werden door voornoemde minister als volgt beantwoord:

1. De te Colijnsplaat te maken haven zal in zodanig tempo worden uitgevoerd, dat zij beschikbaar is voor het beoogde doel, wanneer de doorvaart door het Veerse Gat niet meer mogelijk zal zijn.

2. De doorvaart door het Veerse Gat zal gedurende de uit\'oering van de afsluitingswerken in dit vaai-water een geleidelijk aan groter wordende invloed ondervinden van toenemende stroom'snelheden in het nog open gedeelte van de in aanleg zijnde afsluitdam. Vóórdat tot sluiting van dit gedeelte door middel van het plaatsen van caissons wordt overgegaan, zullen de als gevolg van het getij optredende stroomsnelheden evenwel niet zo groot worden, dat de vissersschepen, die hier plegen te varen^ vei^hinderd worden de tot dusverre gebruikelijke route te volgen.

3. In aansluiting op de ibeantwoording van de tweede vraag kan worden gesteld, dat eerst wanneer tot vernauwing van het met caissons af te sluiten deel van het Veerse Gat wordt overgegaan, de vaart van vissersschepen met het gebruikelijke motorvermogen niet meer mogelijk, alfians af te raden zal zijn.

4, Het was de ondergetekende niet bekend, dat in visserskringen het denkbeeld leeft om voor de korte tijd, dat na het begin van de vernauwing van het sluitgat de scheepvaart daardoor met bijzondere middelen nog mogelijk zal zijn, hun schepen van Bterkere motoren te voorzien, ten einde deze mogelijkheid nog te benutten. Aangezien de werkplamien zo worden geregeld, dat de haven te Colijnsplaat voor het gebruik gereed zal zijn, wanneer de scheepvaart met het normale motorvermogea niet meer mogelijk is, komt het de oadergetekende voor, dat het f s v k D a g w e n h W h d e n v vervangen der moto rem een niet door de afsluitingswerken gemotiveerde investering zou zijn.

5. Het advies van de z.g. Kommissie artikel 8 Deltawet over de maatregelen, te treffen naar aanleiding van de afsluitina van het Veerse Gat, welk advies door de regerir> g is aanvaard, is opgenomeni in een rapport, dat gepubliceerd is. Betrokkenen kuimen dos van de inhoud van dit rapport volledig op de hoogte zijn.

6. en 7. Het probleem van de tegemoetkoming in de schade^ te lijden door de uibvoerüig van deltawerken omvat bijzonder veel aspekteu, «> ! dat het opstellen van adviezen daarover geruime tijd vergt.

Zorg zal worden gedragen, dat zo nodig door middel van interimadviezen, zoals dat over de afslui ting van het Veerse Gat, de regelü, gen, waaraan in verband met 4 voortgang der werken direkte be. hoefte bestaat, tijdig kunnen worden getroffen. De ondergetekende is uiteraard voornemens te bevorderen dat een wetsontwerp, als bedoeld ia artikel 8 van de Deltawet, tijdia B wordt ingediend.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen