Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Beschouwing over de Troonrede

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Beschouwing over de Troonrede

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is verblijdend, dat de Troonrede in onderscheiding met zo vele andere van vroeger jaren in een duidelijke, voor ieder verstaanbare taal is gesteld.

Zij vangt aan met de verklaring, dat de spanningen in de internationale verhoudingen in het jongste verleden zijn toegenomen, en dit niet alleen op politiek, maar ook op militair en ekonomisch terrein.

Het verzekeren van de vrede in de wereld, het handhaven van recht en orde, het scheppen van betere sociaal-ekonomische verhoudingen, dit alles vraagt grote krachtsinsparming, ook van ons land — zo vervolgt zij.

De regering ziet vervolgens in het onlangs tot stand gekomen Benelux-Unieverdrag een hechte grondslag voor de verdere ontwikkeling van de samenwerking met België en Luxemburg, tot heil van de drie landen.

De regering zal van harte medewerken aan een verdere en versnelde uitvoering van het verdrag inzake de Europese Ekonomische Gemeenschap. Zij wil echter geen misverstand laten bestaan over haar opvatting, dat bij de Europese integratie een reële gemeenschappelijke landbouwpolitiek tot stand zal moeten komen en dat tijdig een wezenlijke verruiming van de mogelijkheden voor onze agrarische export moet worden bereikt. Voorts zal bij de komende onderhandelingen over de Europese vervoerspolitiek in de Europese Ekonomische Gemeenschap zij in het bijzonder letten op de grote belangen, die ons land heeft bij het verlenen van internationale vervoersdiensten.

Van de zijde van de S.G.P. heeft de Euromarkt nimmer de instem­ ming kunnen verwerven. Haar Kamerleden hebben destijds hun stem tegen het verdrag mtgebracht. Zij zijn daarin door de gang van zaken gerechtvaardigd. Zelfs verklaarde voorstanders, die destijds in scherpe bewoordingen het tegenstemmen van de S.G.P. als achterlijk hebben gehekeld, hebben thans verklaard dat ons land bij het Euromarktverdrag in de kou is komen te staan.

De regering — aldus vervolgt de Troonrede — zal volledige steun verlenen aan voorstellen, die de eenheid van geheel vrij Europa, ook in politiek opzicht, bevorderen. Mede hierom acht zij de onderhandelingen over de hervorming van de Organisatie voor Europese Ekonomische Samenwerking tot een nieuw lichaam met een volledig deelgenootschap van de Verenigde Staten en Canada, van belang.

Het stelsel der koUektieve veiligheid van de Atlantische landen blijft voor de bescherming van de essentiële waarden van de westerse wereld een onmisbare waarborg. Alleen als allen bereid zijn in gemeenschappelijk overleg de noodzakelijke maatregelen te nemen, is de doeltreffendheid van de militaire en politieke samenwerking verzekerd. Voor ons aandeel in de defensie zullen grotere financiële bijdragen dan voorheen worden gevraagd.

Wij kunnen niet nalaten hierbij op te merken, dat alles van de mensen verwacht wordt, en dat de taal van de Vader des Vaderlands, Willem van Oranje, die verklaarde dat hij een vast verbond met de Potentaat aller potentaten gemaakt had, zo gemist wordt.

Na een korte opmerking gemaakt te hebben over het vraagstuk van de ekonomisch en sociaal achtergebleven gebieden, vervolgt de Troonrede: De internationale verlioudingen mogen zorgelijk zijn, de ontwikkeling in het Koninkrijk en binnen onze landsgrenzen stemt in menig opzicht tot dankbaarheid. De hartelijke betrekkingen tussen de landen van het Koninkrijk zijn bestendigd. In het bijzonder kwam dit tot uiting bij ie viering van het eerste lustrum van het statuut en bij de bezoeken, die delegaties van Suriname en de Nederlandse Antillen — mede op uw uitnodiging — dit jaar aan Nederland hebben gebracht. De verdere ekonomische ontwikkeling van Suriname en de Nederlandse Antillen stelt aan deze landen nog hoge eisen. De Nederlandse regering heeft reeds bereidheid getoond aan die ontwikkeling wederom bij te dragen.

Overgaande tot enige opmerkingen aangaande Nederlands Nieuw-Guinea, wordt in de Troonrede gezegd, dat dit het komende jaar een belangrijke nieuwe faze in zijn ontwikkeling naar zelfbeschikking zal ingaan. Zodra im-mers de Nieuw-Guinea Raad, die in grote meerderheid uit vertegenwoordigers van de inheemse bevolking zal bestaan, tot stand zal zijn gekomen, zullen bestuur en wetgeving slechts met zijn medewerking mogelijk zijn. Deze medewerking geldt eveneens voor het overleg over de wijze waarop het zelfbeschikkingsrecht doeltreffend kan worden verwezenlijkt.

Voorts wordt in de Troonrede besproken de ekonom.ische toestand van ons land. Daarvan wordt verklaard: In de achter ons liggende periode heeft de ekonomische toestand van ons land zich gunstig ontwikkeld. De produktie en de werkgelegenheid zijn in snel tempo toegenomen en bevinden zich thans op hoger peil dan ooit tevoren; ook de betalingsbalans vertoont op dit ogenblik een bevredigend beeld. De gestegen welvaart is ten goede gekomen aan brede lagen van ons volk; bij een nagenoeg gelijkblijvend prijspeil kon een aanzienlijke verbetering tot stand gebracht worden in de lonen, andere arbeidsvoorwaarden en sociale uitkeringen. Daarbij laten ook investeringen — zo belangrijk voor de toekomstige werkgelegenheid en welvaart — een verdere toeneming zien. Dat deze ontwikkeling tot dusver zonder noemenswaardige prijsstijgingen kon plaats vinden, is in het bijzonder te danken aan de medewerking, die de regering bij het loon-en prijsbeleid van werkgevers en werknemers heeft ondervonden.

In het ekonomisch leven treden intussen spanningen op. Het behoud van de bereikte welvaartsverbeteringen en het scheppen van de voorwaarden tot verdere groei zullen van overheid en bedrijfsleven dan ook grote waakzaamheid vragen. Mochten investeringen, verbruik en overheidsuitgaven de voor het ekonomische evenwicht gestelde grenzen overschrijden, dan zouden de bereikte grenzen worden aangetast. Reeds eerder in dit jaar werden maatregelen getroffen tot vermindering der investeringsfaciliteiten. Daarvan wordt — evenals van een voorgenomen beperking van de koop op afbetaling — in de kolkende periode een matigende in­ vloed op de konjunkturele ontwikkeling verwacht. Het gevoerde beleid van gedifferentieerde loonvorming heeft aan de verwachtingen beantwoord. Van de grondslagen van dit beleid zal de regering dan ook niet afwijken. Daarbij blijft de mogelijkheid open voor ondernemingsgewijze aktiviteiten, die ten doel hebben de bezitsvorming te bevorderen door middel van winstdeling en gepremieerde spaarregelingen.

Over deze laatste passage van de Troonrede zou nog heel veel te zeggen zijn, doch bij de daarvoor voorkomende gelegenheden zal daarover beter te spreken zijn dan thans.

Onze beschouwing over de Troonrede voortzettend, zijn wij thans gekomen aan het gedeelte daarvan, dat luidt: De Rijksbegroting voor 1961 weerspiegelt het streven van de regering, de overheidsuitgaven achter te doen blijven bij de strukturele toeneming van het nationale inkomen. Daarnaast kan worden verwacht, dat deze begroting ook in konjunktureel opzicht bij zal dragen tot behoud van een evenwichtige ekonomische ontv/ikkeling van ons land.

Ook op fiskaal gebied blijft de regering naar verbeteringen streven. Dit moge blijken zowel uit het komplex van de aanhangige wetsvoorstellen, die een vernieuwing van de struktuur van de belastingen naar het inkomen, de winst en het vermogen inhouden, als uit de heden u aan te bieden wetsontwerpen, die, naast het bestendigen van enige tijdelijke belastingverhogingen, in het bijzonder beogen een verlaging van de inkomstenbelasting en de loonbelasting. De regering acht zulk een verlaging, die een verlichting van de zware belastingdruk voor brede lagen van de bevolking betekent, geboden. Zij is van plan deze op 1 juli 1961 te doen ingaan, tenzij een verdere verscherping van de konjtmktuur uitstel noodzakelijk maakt.

Het verblijdt ons dat de regering voornemens is over te gaan tot verlaging van de belastingen. Reeds zo vele jaren achtereen hebben de afgevaardigden van de S.G.P. daarop steeds tevergeefs aangedrongen. Moge deze verlaging een ingrijpende zijn, want de belastingdruk is zowel voor de partikulieren als voor het bedrijfsleven veel en veel te zwaar. Voorts zullen voorstellen worden gedaan tot verruiming van het gemeentelijk belastinggebied — zo wordt in de Troonrede aangekondigd, hetgeen ook toe te juichen valt.

De regering is zich de moeilijkheden bewust van hen, die onder de nog heersende woningnood lijden. De woningbouw behoudt daarom hoge prioriteit. De wijze waarop de nieuwe premie-en subsidieregeling voor de woningbouw is ontvangen, geeft de regering aanleiding op de ingeslagen weg voort te gaan. Zij zal de subsidies in de eerste plaats ten goede doen komen aan de bouw van volkswoningen. Dat de bouw van woningen thans in toenemende mate zonder subsidie mogelijk blijkt, beschouwt zij als een aanwijzing, dat het gevoerde beleid het gewenste effekt heeft.

De woningbouw is ook een aangelegenheid, waarop van de zijde van de S.G.P. in de Kamer steeds is aangedrongen. Het is bepaald een schandaal zoals velen in ons land nog steeds moeten wonen. Het is hoog nodig, dat daarin een ingrijpende verbetering wordt aangebracht, welke veel en veel te lang op zich heeft laten wachten.

Ook wordt in de Troonrede aangekondigd, dat een ontwerp van wet op de subsidiëring van de kerkenbouw binnenkort zal worden ingediend. Wij zien dit wetsontwerp met grote belangstelling tegemoet.

De Troonrede vervolgt alsdan: De toekomst van onze steeds toenemende bevolking stelt de overheid en het maatschappelijk leven nog voor tal van andere grote taken. Het scheppen van voldoende werkgelegenheid en de vorming en ontwikkeling van de jeugd blijven tot de kernpunten van het beleid van de regering behoren. Voor industrialisatie, voor struktuurverbeteringen in de landbouw, voor verbetering van landen waterwegen en havens en voor de bij deze ontwikkeling behorende kulturele en maatschappelijke begeleiding, zullen opnieuw aanzienlijke bedragen moeten worden bestemd. Daarenboven zal de regering voor een gelijkmatige spreiding van werkgelegenheid en welvaart over ons gehele land, het regionale ontwikkelingsbeleid op ekonomisch, technisch en maatschappelijk terrein in de komende jaren krachtig blijven bevorderen.

Voor de toekomst van onze samenleving is de vorming van de jeugd uit alle lagen van ons volk van beslissende betekenis. Alle sektoren van het maatschappelijk leven hebben behoefte aan goed opgeleide mensen, die in staat zijn eigen verantwoordelijkheid te dragen en die eerbied hebben voor de persoon en het belang van de ander. Het gehele beleid van de regering blijft daarom gericht op een maatschappelijke en bestuurlijke orde, die de mens in staat stelt zich zo goed mogelijk te ontplooien. In dit verband gaat de regering voort met het treffen van maatregelen ter uitbreiding en verbetering van het onderwijs in al zijn geledingen; zeer bijzondere aandacht geeft zij daarbij aan het hoger onderwijs en aan de ontwikkeling van het wetenschappelijk onderzoek.

De regering beseft dat met dit alles gedurende een reeks van jaren grote bedragen zullen zijn gemoeid. Zij is van oordeel dat deze ten volle verantwoord zijn, niet alleen ter wille van de toekomst van ons volk als geheel, maar ook ter wille van het geluk van een ieder.

De Troonrede besluit: Moge God ons allen in onze arbeid wijsheid en kracht schenken, en moge gij, vertegenwoordigers des volks, in de komende zittingsperiode tot zegen van het Koninkrijk en — zo ver dat in ons vermogen ligt — tot zegen voor de wereld, werkzaam zijn.

Met deze bede verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal voor geopend.

Het is frapperend, dat waar in de Troonrede zulk een hoge waarde aan de vrijheid wordt toegekend, dat de P.B.O. en met haar allerlei dwang en dwangmaatregelen gehandhaafd blijven. Dit is toch wel in flagrante strijd met de vrijheid, welke in de Troonrede zo verheerlijkt is; de vrijheid in het bedrijfsleven, waarnaar vele boeren en met hen zo vele bedrijfsleiders zo zeer verlangen en er op gesteld zijn, welke ook eeuwen aaneen op onze vaderlandse bodem geheerst heeft.

Wat de verklaring der regering aan de jeugd betreft, over wie de regering getuigd heeft dat haar vorming en ontwikkeling tot de kernpunten van het regeringsbeleid behoren, daarbij tekenen wij aan dat een groot deel van onze jeugd opgroeit zonder enige kennis te hebben van God en Zijn geboden, wat wel ontzettend is en waarvan de jammerlijke gevolgen steeds meer en meer aan de dag treden, over wier baldadigheid thans vrij algemeen geklaagd wordt. Het wreekt zich dat Gods Woord, de Bijbel, door Rome met behulp van de liberalen uit onze scholen gebannen is.

Wij besluiten dit artikel met te konkluderen, dat deze regering ten aanzien van de geestelijke belangen van ons volk, welke toch bij haar van de allerhoogste waarde behoorden te zijn, dezelfde politiek voert als haar voorgangsters. Dit heeft in, dat het weder dezelfde materialistische kant uitgaat als in vroegere jaren en dat dit in de hand werkt dat ons volk voor een zeer groot deel nog aardsgezrnder gaat leven dan het al doet, en geheel in een stofvergoding opgaat. Het wordt door onze regering, dat bedroevend is, niet opgeroepen tot verootmoediging voor Gods aangezicht, niet aangespoord om de paden der zonde te verlaten, hetgeen naar de eis van Gods Woord tot de roeping en taak der overheid behoort, en dit zelfs niet in deze dagen van hoog geklommen spanningen.

Het is helaas zo gesteld, dat het regeringsbeleid niet ingericht is naar Gods Woord en wet, maar naar humanistisch menselijk inzicht, terwijl geschreven staat: „Tot de wet en tot de getuigenis! zo zij niet spreken naar dit Woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1960

De Banier | 8 Pagina's

Beschouwing over de Troonrede

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 september 1960

De Banier | 8 Pagina's