Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

I

En zij riepen Rebekka en zeiden tot haar: ult gij met deze man trekken? En zij antwoordde: k zal trekken. Genesis 2i : 58

IK ZAL TREKKEN!

Genesis 24 is één van de lieflijkste en meest tedere hoofdstukken uit dit bijbelboek. Het is als het ware overgoten met hemels licht. Hemels licht wordt er ons in ontstoken over Abrahams levenseinde; hemels licht geleidt Eliëzer, door zijn heer Abraham aangewezen als bruidwerver voor de enige erfgenaam, de nu ongeveer veertigjarige Izaak. Hemels licht bestraalt Abrahams familie, want in dat licht mogen ze belijden: „van de Heere is deze zaak voortgekomen” (vers 50).

Ook valt hemels licht ten deel aan Rebekka, die gewillig gemaakt, ten antwoord geeft op de desbetreffende vraag: „Ik zal trekken!" En — om niet meer te noemen — tenslotte wordt, door hemels licht onderwezen, Izaak in zijn huwelijk met de beeldschone, nochtans godvrezende Rebekka getroost over het verlies van zijn moeder! In deze enkele trekken gaf ik u dus een kort overzicht van Genesis 24. We zouden, het alles samenvattend onder het thema: , ^liëzer, de bruidwerver voor Izaak", het nader kunnen bespreken en onder vier punten kunnen uiteenleggen: Ie. vader Abraham zocht; 2e. de bruidwerver Eliëzer vond; 3e. de bruid Rebekka trok; 4e. de bruidegom Izaak ontving. Hoewel in al deze vier genoemde „punten" Eliëzer als bruidwerver voor Izaak er bij betrokken is — vandaar het genoemde thema — hebben we toch als opschrift boven deze meditatie gekozen: „Ik zal trekken", daar deze uitspraak van Rebekka wel hét hoogtepimt van het geheel vormt.

Er heeft enige jaren diepe rouw geheerst in Abrahams tent. Op 127-jarige leeftijd is zijn beminde echtvriendin, Sara, overleden. Hij heeft haar begraven in de spelonk van Machpela. Daar Abraham als een vreemdeling woonde in Kanaan, namelijk te Hebron, had hij die spelonk moeten kopen van een Hethiet, Efron geheten. Daar tegenover de eikebossen van Mamré 'Genesis 23 : 19) rustte het stof van de geliefde dode tot de dag van Christus’wederkomst.

Abraham gevoelt zichzelf ook oud ivorden. „Oud en welbedaagd" (vers 1). Maar één ding mocht voor hem vast en onwrikbaar blijven : de waarachtigheid van Gods beloften. De Heere had hem in alles gezegend met tijdelijke en eeuwige zegeningen. Schapen en nmderen, zilver en goud, knechten en maagden, kemelen en ezelen (vers 35) én — vergeten we dat niet! — een zoon, een erfgenaam: het kind der belofte bij uitstek, in wie alle geslachten der aarde gezegend zouden worden. Ja, als Abraham aan de nu groot geworden, volwassen zoon Izaak dacht, dan voelde hij Gods zegen heel nabij. Had hij hem niet als uit de dood terugontvangen (Gen.22)?

Inderdaad, wondere zegen was hem in dat wonderkind bereid. Maar nu vervulde zorg voor de toekomst van die zoon zijn hart. Eenmaal zou Izaak alleen op de wereld staan. Of neen, wel niet helemaal alleen, maar naar de mens gesproken toch wel. En het kind der belofte mag niet alleen blijven. Abraham denkt terug aan die duizelingwekkende pracht van de sterren, door God hem getoond in de onvergetelijke nacht van Gods genadebetoning: zó talrijk zal uw zaad zijn, ontelbaar als het sterrenheir en als de zandkorrels aan de zee-oever.

Maar waar moest Abrahams oog zich wenden om een geschikte vrouw voor zijn zoon, een stamm.oeder voor het heilige, door God verkoren geslacht te zoeken? Rondom zich vond hij Kanaanieten. Maar aan een vrouw uit hun midden was eenvoudigweg niet te denken, want dat waren pure heidenen, verzonken in afgoderij en beeldendienst. Neen, geen Kanaanietische! Abraham roept zijn huisverzorger, zijn vertrouwde knecht, die met hem op vertrouwde voet mag leven, Eliëzer, en laat hem op merkwaardige wijze de eed zweren, nooit en te nimmer 'voor Izaak zulk een heidense vrouw uit Kanaan in de tent van moeder Sara te leiden. Liever geen vrouw dan zo één.

St.M'dijk(Z.)

Ds. J. v. d. Haar

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1960

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 1960

De Banier | 8 Pagina's