Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRIEF uit  Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CDXXVI.

De invloed van Rome is niet gering. Die is niet gering in de besturing van ons land, maar ook niet gering in de gewone samenleving. Bijna overal wordt getracht tuësen te komen, en, onwillekeurig, afgezien van het streven, zal er invloed van de omgang uitgaan. Er is een streven om in oorden waar vele gasten in de zomermaanden verblijven, zogenaamde vakantiekerken te stichten en daardoor de roomse leer uit te dragen. Uiteraard lukt dat, want aan geld ontbreekt het blijkbaar niet, en de wettelijke regelingen zijn zo dat een plaatselijk bestuur het stichten van een kerk niet kan tegenhouden. De verantwoordelijkheid daarvoor rust op de rijkswetgever, want die heeft het zo gesteld.

Nu is niet dadelijk te verwachten dat protestanten door die gelegenheid zullen worden getrokken tot die diensten, want het is wel zo, dat velen in het zogenaamde seizoen geen gelegenheid menen te hebben kerken te bezoeken. Nadrukkelijk wordt gesteld „menen", want in die zaken geldt zeker dat er mogelijkheid moet zijn, en dat, bij verhuur van kamers of anderszins, de voorwaarde kan worden gesteld, dat de kerkdiensten moeten kunnen worden bijgewoond. Dat er wel eens wat slap wordt gehandeld is zeker, en er zijn er velen, die in de dagen van het „seizoen" blijkbaar alleen maar aan geld denken. Het zou wel kunnen zijn, dat zelfs dat denken leidt tot het bijwonen van roomse godsdienstoefeningen, al is dat niet dadelijk te verwachten, maar er is iets anders waardoor invloed kan worden geoefend.

Het verhuren van kamers leidt wel tot een meer of mindere nauwere omgang met elkaar. Omgang met elkaar geeft invloed en daardoor is het niet uitgesloten, dat wel anders over Rome wordt gedacht dan onze vaderen dat deden, die Rome gekend hebben en aan de lijve hadden ondervonden waar het heen gaat als Rome de macht heeft.

In deze tegenwoordige tijd, waarin verdraagzaamheid wordt voorgehouden, en waarin Rome, in de minderheid zijnde, ook verdraagzaam is, is er een gevaar.

Er mag niet worden vergeten, dat wij van nature in zonden en ongerechtigheid geboren, onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. De vruchtbare bodem voor het wassen van de ongerechtigheid zit in ons en daarom zijn we zo gauw overwonnen tot het kwade.

Mogen en moeten we dan een roomse haten omdat hij rooms is?

De S.G.P. wordt wel geschilderd als papenhater. Maar die schildering is slechts in zoverre juist, dat de S.G.P. zich steeds tegen Rome heeft gesteld en nog stelt, maar dat houdt niet in, dat wij als mens een ander mens mogen en moeten haten. Het gaat tegen de leer, tegen het streven van Rome om alles onder de macht te krijgen en de ware leer tegen te staan. Het gaat niet tegen roomse mensen. Ook zij zijn mensen die eenmaal voor God verantwoording zullen moeten doen; die met ons reizen naar de eeuwigheid. Het zo ziende zal blijken dat wij een plicht hebben tegenover hen.

Nu zal misschien gedacht worden dat er dan wel een goede gelegenheid is om die plicht te vervullen als zij in onze woningen vertoeven. Inderdaad, de mogelijkheid is er, maar wordt die aangegrepen? Wordt ook invloed geoefend of worden wij zelf beïnvloed? Gezien onze staat is het laatste meer te verwachten dan het eerste.

Maar al te gemakkelijk wordt gemeend dat het een plicht is alleen van kerkeraden en overheidspersonen om tegen de machtsinvloed van Rome te getuigen en dat men zelf, en dat nog wel onder het mom van onbekwaamheid, geen taak heeft, maar dan is men toch op de verkeerde weg.

Reeds in het begin is gesteld, dat de plaatselijke overheid machteloos staat om een roomse kerk te weren, maar een partikulier is nog niet machteloos om, als hij zijn woning wil beschikbaar stellen voor gasten, niet aan te nemen hen van wie hij een verkeerde invloed kan verwachten. En dat geldt niet alleen voor roomsen, maar ook anderen kunnen wat binnen brengen. Het is wel nodig toe te zien, opdat, niet voor een handvol geld, dat ons niet redden kan van de dood en het verderf, onze ziel naar dat verderf geleid wordt.

Nu kan worden gemeend, dat deze brief meer een persoonlijk als staatkundig karakter heeft, maar ook dat achtte nodig

uw Zeeuwse briefschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 1960

De Banier | 8 Pagina's

BRIEF uit  Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 oktober 1960

De Banier | 8 Pagina's