Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Op naar Utrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op naar Utrecht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

D.V. op dinsdag 21 februari a.s.

Bij het doornemen van de agenda voor de Algemene Vergadering valt het op, dat er onder de vragen en voorstellen der kiesverenigingen ook een vraag voorkomt, welke in zeer nauw verband staat met het hedendaagse streven te komen tot een verenigd Europa, dit wil zeggen het zogenaamde Kleine Europa, omvattend West-Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, België en Luxemburg. Wij hebben het oog op pimt 6, dat betrekking heeft op de Europese verkiezingen. Dit is wel heel iets nieuws. Tot nu toe kenden wij alleen rechtstreekse verkiezingen, zoals die voor de Tweede Kamer, de Provinciale Staten en de gemeenteraden, waarbij de leden der koll^es rechtstreeks door het volk worden gekozen en getrapte verkiezingen, zoals die voor de Eerste Kamer, welker leden niet rechtstreeks door het volk gekozen worden, maar door de Provinciale Staten.

Thans zullen de Europese ver­ kiezingen er bij komen. Door sommigen werd als jaar voor deze verkiezingen reeds 1962 genoemd, door anderen echter werd pp 1963 gerekend. Het zou echter helemaal niet behoeven te verwonderen, wanneer er nog enkele jaren bij komen of zelfs, dat er helemaal niets van komt. Op het ogenblik bestaat er althans grote onzekerheid op dit pimt vanwege de houding van president De GauUe, die naar vernomen werd, het houden van een referendum voorstaat. Het enige wat met zekerheid vermeld kan worden, is dan ook, dat er voor het houden dezer verkiezingen al veel propaganda is gemaakt en ook, dat er al heel wat voorbereidingen voor getroffen zijn. Vraagt men echter wat het Europese parlement, dat als vrucht van deze verkiezingen gevormd moet werden, moet doen, wat dus zijn taak en vooral zijn bevoegdheden zullen zijn, dan weet eigenlijk niemand hierop een bevredigend antwoord te geven. Men is het er v/el over eens, dat het nieuwe Europese parlement grotere bevoegdheden behoort te hebben dan het thans bestaande. Er is nameüjk sedert enkele jaren al een Europees parlement, maar dit bestaat uit leden, die niet door de volkeren der genoemde zes Europese landen gekozen zijn, doch door de parlementen dezer landen zijn aangewezen. België en Nederland hebben in dit parlement elk 14, Duitsland, Frankrijk en Italië elk 36 en Luxemburg 6 afgevaardigden. In het geheel bestaat alz: o het huidige Europese parlement, dat in de eigenlijke betekenis van het woord dus geen parlement is, uit 142 leden.

Het is het kontrolerend orgaan van de drie bestaande Europese gemeenschappen, namelijk de Europese Kolen- en Staalgemeenschap (K.S.G.), de Europese Ekonomische Gemeenschap (E.E.G.) en het Euratom.

Het kontrolerecht van dit Europese parlement is echter maar uiterst beperkt. In hoofdzaak komt het neer op het geven van adviezen, vooral voor wat betreft de Europese Ekonomische Gemeenschap en het Euratom. Ten opzichte van de Kolen- en Staalgemeenschap heeft het nog het recht van censuur ten aanzien van de Hoge Autoriteit, dat is de persoon, die bij de K.S.G. als uitvoerend orgaan met het hoogste gezag is bekleed, maar ten aanzien van de E.E.G. en het Euratom heeft het Europese parlement die bevoegdheid niet. Bij deze beide gemeenschappen zijn de raden van ministers, de organen met werkelijke politieke macht. Deze raden van ministers, die over het te voeren beleid beslissen, moeten slechts in bepaalde gevallen het Europese parlement raadplegen, doch zijn aan dit kollege verder geen verantwoording schuldig. Ook treedt dit parlement niet op als medewetgever en het beslist ook niet over inkomsten en uitgaven. Het mist dus alle bevoegdheden, welke voor een werkelijk parlement kenmerkend zijn.

De voorstanders der Europese eenwording wülen nu hierin verandering brengen door middel van Europese verkiezingen. Op die manier wil men trachten van de kiezers, die voor een groot deel toch al onverschillig staan tegenover heel die Europese beweging, voor hun zaak warm te maken.

Ter voorbereiding is daartoe een werkgroep uit het huidige Europese parlement benoemd onder voorzitterschap van Prof. Dehousse en ongeveer een jaar geleden heeft deze kommissie reeds een ontwerpverdrag met de nodige rapporten ingediend. Eén van de voorstellen dezer kommissie houdt in, dat men het aantal afgevaardigden van 142 wil brengen op 426, dus driemaal zo veel. Voorts wordt voorgesteld om tweederde van dit aantal door direkte verkiezingen te laten aanwijzen en éénderde deel door de nationale parlementen. Verder zullen wij op de voorstellen der kommissie maar niet ingaan, om op een ander aspekt van deze beweging te wijzen, namelijk hoe de politieke partijen in Nederland tegenover die verkiezingen staan.

Hiervan kan worden vermeld, dat üe K.V.P., de P.v.d.A., de A.R., de G.H. en de V.V.D. er allemaal warme voorstanders van zijn, ja ook de A.R. en C.H., gelijk genoegzaam gebleken is uit redevoeringen van de voorzitters der A.R.P. en C.H.U., alsmede van A.R.- en C.H.-Kamerleden, Ook is daarbij reeds meermalen ter sprake gebracht welke gedragslijn men daarbij zal volgen. Van de zijde der K.V.P. heeft men herhaaldelijk verklaard, dat men prijs zou stellen op het uitkomen op één lijst met de A.R. en C.H. en zelfs met een gezamenlijk verkiezingsprogram.

De heer Berghuis, voorzitter der A.R.P., kon zich daarmede heel goed verenigen, zoals wel onder meer overduidelijk bleek uit zijn rede, gehouden op 5 november 1960 voor de A.R. jongerenorganisatie. De A.R. en C.H. vormen immers in Europees verband, zo zeide hij, nu al met de roomskatholieken één fraktie, een zogenaamd christen-demokratische fraktie. Waarom zou men dan ook niet voor de Europese verkiezingen met de K.V.P. één lijst kunnen vormen, en één politiek program kunnen opstellen. Dat Dr. Berghuis zo sprak, bevreemdt ons niet. De A.R. toch zijn steeds Rome's trouwe bondgenoten geweest, en zij zijn dat nog.

De C.H. nemen ten aanzien van het vormen van één lijst met de A.R. en K.V.P. een ander standpunt in. Zij zijn er voor, dat elk der drie partijen met een eigen lijst uitkomt, doch tevens, dat het mogelijk wordt gemaakt de drie lijsten te verbinden, zodat er voor deze partijen geen stemmen verloren gaan. Ook de C.H. zijn echter volgens Dr. Tilanus voor het uitkomen met de K.V.P. en de A.R. op een gemeenschappelijk Europees program, omdat het, zoals Dr. Tilanus verklaarde, geen zin zou hebben te willen trachten een afzonderlijke protestantse fraktie te vormen.

Worden er dus Europese verkiezingen gehouden, dan zal men in het nieuw te vormen Europese parlement geen protestantschristelijke fraktie krijgen, doch een fraktie van R.K., A.R. en C.H. onder de naam van christendemokratische fraktie, zoals deze ook nu in het huidige Europese parlement naar het voorbeeld van Duitsland reeds bestaat. In deze fraktie zal ongetwijfeld Rome de meerderheid hebben, zoals ook thans het geval is.

Het is duidelijk, dat wie bij de eventuele Europese verkiezingen zijn stem uitbrengt op de A.R. of C.H.-lijst, Rome in de kaart speelt. Het is dus van zeer groot belang, dat de S.G.P. deze kwestie met alle aandacht blijft volgen en dat ze thans een punt van de agenda uitmaakt.

Gezien wat er op spel staat, is het dan ook hoog noodzakelijk, dat alle kiesverenigingen een tweetal afgevaardigden naar de Algemene Vergadering laten gaan en ook, dat zoveel mogelijk leden deze vergadering bezoeken.

Laten de kiesverenigingen ook vooral aktief zijn inzake het aansporen der predikanten, die tot de S.G.P. behoren, naar de Algemene Vergadering te gaan.

Langs deze weg nodigen wij deze predikanten ook dringend uit door hun komst van hun belangstelling te doen blijken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1961

De Banier | 8 Pagina's

Op naar Utrecht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 februari 1961

De Banier | 8 Pagina's