Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De teraardebestelling van Ds. ZANDT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De teraardebestelling van Ds. ZANDT

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

op donderdag 9 maart werd het stoffelijk overschot van Ds. Zandt aan de schoot der aarde toevertrouwd, waarmede hij is gegaan de weg van alle vlees. Welk een grote plaats Ds. Zandt in de harten van zeer velen innam, is wel overduidelijk gebleken uit de buitengewoon grote belangstelling, welke bij deze gelegenheid werd betoond. Uit alle delen van het land waren duizenden naar Kampen opgekomen, de stad waar de familie van wijlen mevrouw Zandt woont en in de nabijheid waarvan ook zij in 1956 ter aarde werd besteld. Onder die duizenden waren er vanzelf ook zeer velen uit Kampen zelf en uit de naaste omgeving. Men zag er Staphorsters, Urkers, naast Zeeuwen, die allen aan him kledij te herkennen waren. Ook werden vele predikanten van verschillende kerkformaties opgemerkt, zowel in de kerkgebouwen als op de begraafplaats. Het weer, dat des morgens nogal erg mistig was, waardoor verscheidenen, die plan hadden per auto naar Kampen te gaan, daarvan afzagen, klaarde in de loop van de morgen geheel op. De zon brak door, de gehele verdere dag was het schitterend zonnig weer. Voordat de teraardebestelling plaats had, werd eerst een samenkomst gehouden in de Hervormde Broederkerk te Kampen, terwijl ook nog in twee andere kerkgebouwen, namelijk van de Gereformeerde Gemeente en van de Gereformeerde Kerk (Art. 31), het in de grote Broederkerk gesprokene door middel van luidsprekers kon worden gevolgd. Het was maar goed, dat daarvoor gezorgd was, want anders zouden zeer velen teleurgesteld geworden zijn, omdat de Broederkerk alleen de talrijke opgekomenen niet had kunnen bevatten.

Door de familie was besloten aan een tweetal sprekers de gelegenheid te geven in de kerk te spreken, één namens het hoofdbestuur en de Partij, en een predikant, die dan tevens aan de groeve nog enkele woorden benevens de Apostolische Geloofsbelijdenis zou uitspreken, om dan met het zingen van een psalm de plechtigheid te besluiten.

Dit besluit der familie was alleszins te begrijpen, daar het toch, gezien de beperkte tijd en het late uur, waarop de begrafenis toch al moest worden gesteld met het oog op de verre afstanden, welke familieleden en belangstellenden moesten afleggen voordat zij in Kampen konden zijn, onmogelijk was om meerdere sprekers toe te laten. En dat te meer omdat, als men de één daartoe de gelegenheid geeft, dit aan de ander moeilijk kan worden geweigerd. Toen er echter te elfder ure op de morgen van de begrafenis, nog een schriftelijk verzoek binnen kwam van de Hervormde Evangelisatie „Elim" te Zwolle, waaraan Ds. Zandt met zeer nauwe banden verbonden is geweest, doordat hij daar voorheen regelmatig het Woord bediende en haar ere-voorzitter was, welk verzoek inhield of de heer A. de Redelijkheid namens haar enkele woorden ter nagedachtenis van Ds. Zandt mocht spreken, werd voor dit verzoek een uitzondering gemaakt, zodat in de Broederkerk, na Ir. van Dis, die namens het hoofdbestuur en de S.G.P. zou spreken, de heer de Redelijkheid een kort woord sprak en daarna Ds. v. d. Ent Braat, Ned. Herv. predikant te Monster. Daar het geen eigenlijke kerkdienst was, werd deze volgorde genomen, omdat dit in zulke gevallen, naar werd medegedeeld, zo de gewoonte is.

Nadat de familieleden, de Kommissaris der Koningin van de provincie Zuid-Holland, alsmede Dr. Tilanus, als oudste der fraktievoorzitters, de voor hen bestemde plaatsen hadden bezet — de voorzitter der Tweede Kamer had wegens de mist een telegram van verhindering gezonden, terwijl de vertegenwoordigers der K^amerfrakties van de K.V.P., P.v.d.A., A.R., V.V.D. en van het gemeentebestuur van Delft hun plaatsen in de kerk reeds hadden ingenomen — kwam als eerste spreker

Ir. van Dis.

Deze deelde eerst mede, dat hem verzocht was namens het hoofdbestuur en de Partij woorden ter nagedachtenis van Ds. Zandt te willen spreken, om er vervolgens alle nadruk op te leggen, dat het zeker niet met de wil van de overledene zou overeenkomen, wanneer alleen maar over de persoon van Ds. Zandt zou worden gesproken, zonder de Heere te erkennen voor wat Hij ons in Ds. Zandt heeft willen schenken. Ds. Zandt toch, aldus spreker, was wars van alle mensverheerlijking, wat niet wil zeggen, dat Ds. Zandt zo nors of onmenslievend was. Spreker lichtte het tegendeel toe door te verwijzen naar uitspraken van vooraanstaande personen uit het staatkimdig leven, onder meer naar de herdenkingstoespraak in de Tweede Kamer van de voorzitter. Dr. Kortenhorst. Voorts wees spreker er op, dat Ds. Zandt een sterke tegenstander was van het aankweken van haat tegen wie dan ook, wat met citaten uit redevoeringen van Ds. Zandt werd aangetoond.

Vervolgens werd stilgestaan bij het eertijds van Ds. Zandt, bij de ommekeer, welke bij hem heeft plaats gehad toen hij enige jaren student was, wat ook aan de hand van een rede van Ds. Zandt werd belicht. Hoe hij daarna de werken der oude godgeleerden ijverig ging bestuderen en later ook die van Mr. Groen van Prinsterer. Voorts werd stilgestaan bij zijn toetreden tot de S.G.P., wat er toe leidde, dat hij in 1925 lid der Tweede Kamer werd.

Hierna werd naar voren gebracht, dat zijn taak allerminst negatief was, en ook niet tevergeefs, wat aan de hand van Gods Woord werd toegelicht. Spreker beëindigde zijn rede met te wijzen op het grote voorrecht, dat wij niet over dit zware verlies behoeven te treuren als degenen, die geen hoop hebben, waarvan alleen de Heere de lof en de eer toekomt.

Zoals men bemerkt heeft, werd slechts een kort verslag van het gesprokene gegeven. Dit zal hieronder ook worden gedaan met dat van de heer de Redelijkheid en van Ds. van der Ent Braat, omdat het in het voornemen ligt al het gesprokene volledig in de vorm van een boekje uit te geven. Over de prijs hiervan kan vanzelfspre­ kend thans nog niets worden vermeld, daar het stenografisch verslag op dit ogenblik nog niet in ons bezit is en dus nog geen berekening kan worden gemaakt. Wij hopen echter spoedig nadere mededelingen te kunnen doen en rekenen dan ook op een grote afname. Hoe groter toch de oplaag kan gemaakt worden, hoe lager vajizelf de prijs kan worden.

Thans dan een kort verslag van het door

de heer de Redelijkheid

gesprokene.

Deze begon met mede te delen, dat hem door de Evangelisatie „Elim" te ZwoUe was verzocht enkele woorden ter nagedachtenis te willen spreken, daar „Elim" gedurende 40 jaar voor Ds. Zandt een „EUm" was geweest om daar het Woord en de sakramenten te bedienen. Hoewel wel eens gevreesd was, dat de vreze Gods, waarmede Ds. Zandt als een genadegave Gods was bedeeld, in het gedrang zou komen met het zich begeven op politiek terrein, is men daarmede toch beschaamd uitgekomen. Ds. Zandt, aldus spreker, heeft zijn plicht als predikant, hoewel hij lid der Kamer was, nimmer verzaakt. Alleen voor Elim preekte hij des zondags wel 12 tot 16 maal per jaar en dan bleek steeds, dat de banden niet verbroken waren doordat hij Kamerlid geworden was. Integendeel, die ontmoetingen daar in Zwolle met zijn oude vrienden, waren voor hem een grote verkwikking in de woestijn. Zijn nagedachtenis leeft daar in hoge ere.

Banden werden gelegd, die door de dood niet worden verbroken. De heer De Redelijkheid deelde mede, dat hij de vorige dag nog in „Ehm" geweest was voor het houden van de biddag en in beide diensten de grote verdiensten van Ds. Zandt had herdacht en in het gebed voor Gods aangezicht had neergelegd.

Voorts werd namens de kweekschool „De Driestar" te Gouda, waarvan Ds. Zandt erevoorzitter was, dank gebracht aan God voor wat Hij in Ds. Zandt voor deze school en de jeugd gegeven had. Tenslotte bracht spreker dank aan de famüie voor de hem geboden gelegenheid enkele woorden te mogen spreken.

Hierna beklom Ds. van der Ent Braat de kansel. Spreker deelde eerst mede, dat Ds. Zandt eens als zijn wens geuit heeft, dat, indien hij mocht overlijden, er een samenkomst zou gehouden worden in een kerkgebouw hetzij te Delft of te IJsselmuiden, en dat als tekst zou worden gebezigd wat vermeld wordt in Openbaring 14 : 13, waarin o.m. voorkomt: „Zalig zijn de doden die in de Heere sterven, van nu aan".

Vervolgens verzocht hij tezamen te zingen van Psalm 43 de verzen 3 en 4. Hierna wees Ds. van der Ent Braat op de oorzaak van de dood, als zijnde de straf op de zonde, waardoor de mens uit Gods gunst en Gods gemeenschap viel en in de macht kwam van de geweldhebber der duisternis, de duivel. In plaats van een Liefhebber Grods werd de mens een hater van Hem en van de naaste, hoewel hij door Gods tegenhouding in de uitleving nog wordt getemperd. Hij is een wederspannige geworden. Als zodanig had Ds. Zandt zich mogen leren kennen. Het was dan ook alleen de onverdiende goedheid Gods, dat hij door Hem werd opgezocht; overtuigd werd van zonde, gerechtigheid en oordeel en geleid werd aan de voeten van Christus, Die voor al de Zijnen een eeuwige gerechtigheid heeft aangebracht. Spr. herinnerde aan het gedicht van Ds. van Lodensteyn, dat door Ds. Zandt zo menigmaal werd aangehaald: „Zahg, zalig niets te vrezen".

De dood was voor Ds. Zandt dan ook geen vijand meer, maar door Christvis een vriend, de doorgang tot het eeuwige leven. Voor hem is nu alles nieuw geworden. En dat alleen, omdat Christus ook voor hem de dood verslonden heeft tot overwinning. Op grond van het borgtochtelijk werk van de Zone Gods is Ds. Zandt de eeuwige rust ingegaan, de rust, die er, zoals Gods Woord zegt, overblijft voor het volk van God. Hij mag nu rusten van al zijn arbeid, die inderdaad zwaar op zijn schouders drukte, n.l. het getuigenis met woord en daad tegen de antichrist, het beest en zijn beeld naar het woord van Christus: „Laat uw licht schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken mogen zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken".

De werken zijn noodzakeüjk, maar gaan niet voorop en hebben geen verdienste. Christtis gaat voorop, in Hem wordt Gods volk gerechtvaardigd en geheiligd. Voorts wees spreker op de noodzakelijkheid der wedergeboorte, waarop Ds. Zandt ook steeds alle nadruk legde. Nog wordt het Evangelie verkondigd, nog komt de roepstem tot ons allen: Bekeert u, bekeert u, want waarom zoudt gij sterven. God heeft geen lust in de dood des goddelozen, maar daarin, dat de goddeloze zich bekere en leve.

Spreker wees daarna nog op de gemeenschap der heiligen, niet alleen met die op aarde, maar ook met die al in de hemel zijn, zoals nu Ds. Zandt, met wie de band thans nog sterker wordt gevoeld dan tijdens zijn leven. Vandaar dat de kerk belijdt: „Ik geloof in de Heüige Geest en in een heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen".

Hierna werd op verzoek van Ds. V. d. Ent Braat gezongen uit Ps. 116 de verzen 8, 9, 10 en 11, en werd door hem deze plechtige samenkomst besloten met gebed.

Nadat de kist met het stoffelijk overschot van Ds. Zandt, welke zich tijdens de herdenking in de Broederkerk vlak onder de preekstoel bevond, de kerk was uitgedragen en in de daarvoor bestemde auto was geplaatst en nadat ook de familie met de kommissaris der Koningin van de provincie Zuid-Holland, Dr. TUanus als oudste van de leiders der Tweede Kamerfrakties, Ds. van der Ent Braat en Ir. van Dis in de volgauto's hadden plaats genomen, v/erd de laatste gang gemaakt naar de Algemene Begraafplaats van de gemeente Kampen te IJsselmuiden.

Langs de wegen, welke daarheen leiden, stonden zeer vele Kampenaren en inwoners van IJsselmuiden, waar Ds. Zandt vroeger predikant is geweest, om de laatste eer aan hem te bewijzen, waaruit ook wel blijkt, dat, ofschoon wellicht niet allen zijn beginselstandpimt deelden, men toch zijn persoon hoge achting toedroeg.

Ook op de dodenakker bevond zich, toen de auto's daar aankwamen — het was in plaats van half vier reeds bijna vijf uur geworden — een zeer grote schare, onder wie onder meer de griffier der Tweede Kamer, Mr. A. F. Schepel en verscheidene Kamerleden, wier namen wij niet zullen noemen, omdat wij dan die van Kamerleden, die er wellicht ook waren, maar door ons op de begraafplaats niet werden opgemerkt, niet zouden vermelden. Ditzelfde geldt voor de predikanten van verscheidene kerkformaties, die ook ruim vertegenwoordigd waren.

Nadat de familie en de door haar uitgenodigden zich om de groeve geschaard hadden, verkreeg Ds. van der Ent Braat het woord om nog enkele woorden te spreken. Ds. van der Ent Braat begon met het vermelden van enkele bijzonderheden uit het leven van Ds. Zandt, zoals wanneer en waar hij geboren was, welke gemeenten hij als predikant had gediend om daarna de Apostolische Geloofsbelijdenis op te zeggen, enkele woorden tot de familie te spreken en te verzoeken de plechtigheid te sluiten met het zingen van Ps. 84 het derde vers.

Vervolgens dankte een der familieleden, een neef van Ds. Zandt, voor de aan de overledene bewezen eer, zowel voor wat betreft het gesprokene in de kerk als op het graf en ook voor het betoonde medeleven van de velen, die van him belangstelling hadden doen blijken.

Hiermede was de plechtigheid ten einde en gingen de aanwezigen huiswaarts, nadat verscheidenen hunner nog van de door de familie geboden gelegenheid gebruik hadden gemaakt om in de aula op de begraafplaats de familie te kondoleren.

Het hoofdbestuur der S.G.P. wenst langs deze weg mede namens de Partij zijn hartelijke dank te bettiigen aan allen, die naar Kampen zijn opgekomen om aan zijn overleden voomtter de laatste eer te bewijzen, inzonderheid ook aan de kommissaris der Koningin van de provincie Zuid- Holland, de vertegenwoordigers van de Tweede Kamerfrakties der K.V.P. (mej. J. M. Th. Knol); P.v.d.A. (de heer H. M. Franssen); A.R. (Mr. W. Aantjes); C.H. (Dr. Tilanus) en V.V.D. (de heer . Visser), Mr. Schepel, die als griffier der Tweede Kamer de riffie vertegenwoordigde, alsede een afvaardiging van het gemeentebestuur van Delft, waarnder de loco-burgemeester van elft en de burgemeester van ampen, Dr. W. P. Berghuis. Heaas kregen we van de aanwezigeid van de afgevaardigden van elft en van burgemeester Berguis eerst later kennis.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's

De teraardebestelling van Ds. ZANDT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's