Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De mens wikt, maar God beschikt. Als deze woorden eens door ieder persoonlijk, als ook door de volkeren en hun staatslieden bedacht werden, wat zou men dan toch voorzichtiger te werk gaan met het maken van allerlei plannen. Wat zou men dan, aleer men tot het maken van plarmen overging, eerst vragen: Heere, wat wilt Gij dat wij doen zullen? Daarvan valt echter geen zweem te bespeuren. Men handelt maar alsof er geen God bestaat en alsof men maar doen kan wat men wil. Dit verschijnsel doet zich niet eerst in onze tijd voor, neen, het is al een eeuwen en eeuwen oud verschijnsel. Men denke maar eens aan de torenbouw van Babel. Wat scheen toen toch alles in de vlakte van Sinear goed te gaan. Er was enerlei spraak, zodat er geen verschil van taal was, ieder kon iedereen verstaan en tiegrijpen, kortom er was daar sprake van volledige integratie. een woord, dat in onze dagen zoveel opgeld doet als men het heeft over de integratie van Europa. Ook in het land Sinear had men blijkbaar niet met God gerekend. Men had er zijn idealen en zijn prachtige plannen, men maakte er berekeningen voor een verre toekomst om voor altijd bij elkaar te kunnen blijven en niet over de gehele aarde verstrooid te worden.

Terwijl men echter met de uitwerking dier plannen bezig was, toen wellicht de eerste muren der stad al overeind stonden en de toren, die men optrok al een heel eind omhoog verrezen was, toen greep God in om alle berekeningen te doen falen en alle plannen in stukken te breken met het gevolg, dat het zo idealistisch bedachte eenheidsstreven en de zo veel uitzicht biedende integratie eensklaps onherstelbaar werd verstoord. In plaats van één spraak kwamen er verschillende spraken, zodat men elkander niet meer kon verstaan en de bewoners van het land Sinear over de aarde verspreid vrorden.

Nadien zijn er echter al weer wat een torens van Babel gebouwd. Men denke maar aan de wereldrijken uit het verleden: het Babylonische, het Perzische, het Griekse en het onmetelijke Romeinse rijk, maar wat is er van die eens zo machtige rijken overgebleven? Wat is er voorts van het machtige Duitse rijk geworden, wat van het Britse keizerrijk? Dit laatste is nu een dusgenaamd Gemenebest geworden, doch de landen, die er deel van uitmaken, hangen als los zand aan elkaar. Het heeft geen statuut noch reglement, het heeft geen enkele regeling en geen voorschriften. Zijn uitspraken zijn voor niemand bindend en verplichten ook niemand. Het minste of geringste wat niet naar de zin is van een of meer der leden, kan er toe leiden, dat zij zich los maken en zich van het bezoeken van konferenties van het Gemenebest onthouden.

Zo dreigde het ook te gaan op de laatstgehouden konferentie, waar de premiers van de landen van het Britse Gemenebest, afkomstig uit vijf werelddelen, zes blanken en zes gekleurden, aanwezig waren. Op deze konferentie toch kwam een zeer gewichtig onderwerp ter sprake, namelijk de toelating van Zuid-Afrika, dat verleden jaar een republiek werd, tot het Gemenebest, waartoe van die zijde een verzoek was ingediend. Nu is het bekend, dat de apartheidspolitiek, welke door de regering van Zuid-Afrika ten aanzien van de aldaar wonende negerbevolking wordt toegepast, een doom in het oog is zowel van de gekleurde volkeren in het algemeen als ook van vele blanken, vooral toen zich verleden jaar in Zuid-Afrika ongeregeldheden op grote schaal voordeden, waarbij verscheidene slachtoffers onder de negerbevolking vielen, is er tegen Zuid-Afrika een ware hetze gevoerd. Het was dan ook wel te voorzien, dat het verzoek van Zuid-Afrika, zowel op de konferentie als daar buiten op grote tegenstand zou stuiten. Aanvankelijk scheen het, dat het de Engelse premier, Mac Millan, zou gelukken om een toenadering tussen Dr. Verwoerd, de premier van Zuid-Afrika, en de premiers van de andere Afrikaanse staten te bewerken. In het verloop der gesprekken pakte dit echter heel anders uit. De een na de ander stonden de afgevaardigden van Canada, India, Pakistan, Ceylon, Ghana, Malakka en Nigeria op om hun kritiek op het rassenbeleid van Dr. Verwoerd uit te brengen en hem te verstaan te geven, dat Zuid-Afrika zal moeten kiezen tussen het prijs geven van zijn rassenpolitiek of het uitstoten uit het Gemenebest zodra de republiek Zuid-Afrika van kracht wordt.

De premier van Ghana, die zich eerst tamelijk gematigd had uitgelaten, maar onder invloed van zijn landgenoten, waarvan als de invloedrijksten wel moeten worden beschouwd Ghana's hoge kommissaris te Londen en de leider van het Verenigde Front inzake Zuid-Afrika, die in kommunistisch China zijn opleiding heeft gehad, nam de Ghanese premier zijn draai en begon hij hef­ tig tegen Zuid-Afrika uit te pakken. Ook de premier van Malakka, dezelfde, die zich onlangs zo beijverd heeft om inzake Nieuw- Guinea, Nederland en Indonesië bij elkaar te brengen, keerde zich scherp tegen Zuid-Afrika in een soort vonnis, van veertien bladzijden. Het verweer van Dr. Verwoerd, dat met grote hardnekkigheid gevoerd werd en zelfs respekt bij zijn tegenstanders afdwong, waarbij hij er alle nadruk op legde, dat het Gemenebest zich nimmer met de binneiüandse verhoudingen in de landen, die hiervan deel uitmaken, bemoeide, werd door de andere elf niet aan­

vaard. Ook het door hem aangevoerde feit, dat notabene Australië en Nieuw-Zeeland niet één gekleurde als immigrant in hun landen toelaten en dat ook Canada de immigratie in zijn land van personen uit West-Indië, India, Pakistan en West-Afrika niet toestaan, stuitte af op de onwrikbare houding, die de landen van het Gemenebest tegenover hem aannamen.

Tot een stemming over het verzoek van Zuid-Afrika is het niet gekomen. Er kwam een motie op tafel, waarin goedkeuring werd uitgesproken over het bestendigen van Zuid-Afrika's deelgenootschap van het Gemenebest ook als de Unie van Zuid-Afrika straks een republiek is geworden, doch tevens werd daarin de apartheidspolitiek en de rassendiskriminatie veroordeeld.

Deze motie kwam echter niet in stemming doordat Dr. Verwoerd verklaarde zijn verzoek om het lidmaatschap van het Gemenebest te behouden, introk.

Na afloop gaf hij te kennen, dat de gang van zaken naar zijn mening het begin was van het uiteenvallen van het Gemenebest. Hij voegde er nog aan toe, dat het vrije verband van staten niet mag hopen te blijven bestaan als, in plaats van zich te wijden aan samenwerking in kwesties van gemeenschappelijk belang, de Gemenebestpremiers doorgaan met zich te mengen in eikaars binnenlandse aangelegenheden en als hun bijeenkomsten tot gelegenheden worden gemaakt om medelanden aan te vallen.

Desniettemin heeft Dr. Ver woerd de goede betrekkingen met het Verenigd Koninkrijk niet verbroken. De goede betrekkingen en de vriendschap tussen Zuid-Afrika en Engeland wenste, hij ten volle te handhaven. De bestaande samenwerking op alle mogelijke gebieden, zoals op die van handel, financiën en defensie zullen normaal doorgaan. Ten aanzien van andere landen van het Gemenebest verklaarde hij hetzelfde, waarvoor dan verdragen zullen moeten worden gemaakt, zogenoemde bilaterale verdragen, dat zijn verdragen tussen twee landen.

Toch zullen er door het uittreden van Zuid Afrika uit het Gemenebest nog wel moeilijkheden rijzen, doch hierover valt op het ogenblik nog niets te voorspellen. De dertigduizend Engelsen, die in Zuid-Afrika wonen, zullen op 31 mei a.s., wanneer Zuid-Afrika een republiek wordt, buitenlanders worden, maar dit zal wel niet zoveel verandering voor hen brengen. Ook de Ierse republiek trok zich in 1948 uit het Gemenebest terug, maar de burgers der Ierse republiek genieten nog steeds dezelfde voorrechten, zoals onder meer het vrij en zonder faciliteiten in- en uitreizen van Engeland en zelfs het zich blijvend vestigen in het Verenigd Koninkrijk.

Wat betreft de onderhandelingen tussen Frankrijk en de Algerijnse P.L.N. schijnt het vooruitzicht op het ogenblik niet ongunstig te zijn, wat echter nog niet wU zeggen, dat zich binnenkort nog grote moeilijkheden kunnen voordoen. De F.L.N, heeft toch, eerder dan verwacht werd, verklaard op het Franse aanbod tot onderhandelingen te willen ingaan, zodat er redelijke kans bestaat, dat deze binnenkort een aanvang zullen nemen. Als land van onderhandelen heeft men Zwitserland gekozen, een land met rustige plaatsen aan het meer van Geneve, maar of dit zal bevorderen, dat daardoor de verhouding tussen Frankrijk en Algerije in rustiger banen zal worden geleid, dient nog te worden afgewacht. In die omgeving hebben al zo menigmaal onderhandelingen en konferenties plaats gehad, die op niets zijn uitgelopen, dat het wel zaak is de verwachtingen niet al te hoog te spannen. Zowel Frankrijk als de F.L.N, hebben de Zwitserse regering reeds officieel op de hoogte gesteld van hun voornemen nabij de Zwitserse grens een konferentie te houden, waarschijnlijk in een kasteel nabij de Franse stad Thonou, waarbij de F.L.N.-delegatie dan op Zwitsers gebied haar domicilie zal hebben. Over voorwaarden is door de beide partijen met geen woord gerept, maar naar verluidt zal de P.L.N. wel krampachtig vasthouden aan de eis om de Sahara volledig voor Algerije op te eisen. Dit zal dus nog wel heel wat voeten in de aarde hebben, want Tunis en Marokko zullen te dezen ook wel een vinger in de pap willen hebben.

Algerije voelt zich echter niet alleen staan. Het heeft een krachtige ruggesteun, zowel van de landen behorend bij het Afrikaans-Aziatische blok als van de kommimistische landen met Rusland voorop.

Over de kwestie Nieuw Guinea is in de afgelopen week ook weer het een en ander te doen geweest. De vorige week maakten wij er melding van, dat Soekamo alle diplomatieke betrekkingen, welke de laatste maanden door de Britse ambassade te Djakarta werden waargenomen, heeft verbroken. Een dergelijke stap is wel een unikum in de geschiedenis der diplomatieke verhoudingen. Tijdens zijn verblijf te Londen heeft minister Luns, de Nederlandse minister van buitenlandse zaken, met vertegenwoordigers van landen van het Britse Gemenebest hierover en ook over Nieuw Guinea gesproken. Er doken eerst allerlei geruchten op, zelfs ook dit, dat Nederland bereid zou zijn Nederlands Nieuw Guinea onder beheer van drie landen der Verenigde Naties te stellen en dat deze drie dan de overdracht van dit Nederlandse rijksdeel aan Indonesië zouden bewerken. Dit gerucht is echter door minister Luns beslist tegengesproken. Hij verklaarde uitermate tevreden te zijn over de door hem te Londen gevoerde besprekingen. Allerwegen had hij het grootst mogelijke begrip gevonden voor het Nederlandse standpunt, dat in elk geval hierop neerkomt, dat men de aan de bevolking van Nederlands Nieuw Guinea gedane toezegging inzake het zelfbeschikkingsrecht wenst te handhaven.

Het verbreken der diplomatieke betrekkingen door Soekamo werd door alle premiers, met wie minister Luns gesproken had, veroordeeld. Voorts deelde de minister nog mede, dat de premier van Malakka bereid was andermaal pogingen te doen de kwestie Nieuw Guinea tot een vreedzame oplossing te brengen. We zullen er echter goed aan doen maar eens af te wachten wat hiervan terecht komt. Vertrouwen hebben wij er niet in.

Soekamo laat niet af van de reeds lang door hem gestelde eis, dat Nederlands Nieuw Guinea of West Irian, zoals hij het noemt, zonder enige voorwaarde aan Indonesië zal worden overgegeven. De vroegere gezant van Indonesië in Nederland, Mr. Soesanto, heeft dat kortgeleden nog weer eens onderstreept door aan Soekarno aan te bevelen aan Nederland een ultimatum te stellen. Hierin behoort dan volgens Mr. Soesanto de eis te worden gesteld, dat onder bemiddeling van de Verenigde Naties westelijk Nieuw Guinea binnen een termijn van 1 of 2 jaar aan Indonesië zal worden overgedragen. Wanneer Nederland dit ultimatum zou afwijzen, dan zouden volgens hem de Verenigde Naties Nederland moeten dwingen Nieuw Guinea aan Indonesië af te staan.

Binnenkort is minister Luns van plan een bezoek te brengen aan president Kennedy, waarbij ook Nieuw Guinea wel ter sprake zal komen. Kennedy zal daarna hoog bezoek krijgen van de zeergeleerde heer doktor Soekamo, die in Amerika blijkbaar nogal geliefd is, getuige de doktorstitel, die hij daar enkele jaren geleden zo maar toegeschoven kreeg en de rijke voorziening van allerlei oorlogsmaterialen, waarmede hij als het tot een gewapend konflikt inzake Nieuw Guinea mocht komen, Amerika's N.A.V.O.-bondgenoot, Nederland, te lijf kan gaan. Al even wonderlijk is het samenstemmen van Amerika met Rusland voor een motie van Liberia, Ceylon en Nassers republiek welke gericht was tegen Portugal en waarin werd verzocht, dat de UNO een onderzoek zal instellen naar de onlusten, welke in de Westafrikaanse Portugese kolonie Angola hebben plaats gehad. Ook dus al weer een mengen in de binnenlandse aangelegenheden van een der kleine landen, die tot de V.N. behoren. Onder de vijf voorstemmers behoorden Rusland en Amerika, er waren voorts zes onthoudingen en geen tegen, zodat de motie verworpen bleek te zijn. Dat Amerika met Rusland voorstemde, bewijst wel, dat Kennedy en zijn minister van buitenlandse zaken Rusk een heel andere koers uit gaan dan Eisenhower en Herter.

Zal Amerika straks ook met Rusland meestemmen als het tegen Nederland gaat in de Nieuw- Guinearkwestie? Wonderlijk gaat het ook al toe inzake de benoeming van een nieuwe sekretaris-generaal van de N.A.V.O. Deze funktie werd bekleed door een Belg, de heer Spaak, doch deze is onlangs afgetreden. Door Nederland is Mr. Stikker als kandidaat gesteld, en hoewel het kortgeleden scheen, dat ook andere landen Mr. Stikker zouden stexmen, is daarin eensklaps roet geworpen door Italië, dat met een eigen kandi­ daat komt en door Frankrijk. De Gaulle schijnt rninister Luns sekretaris-generaal te willen laten v^orden om hem als Nederlands minister van buitenlandse zaken kwijt te raken, daar minister Lirns kortgeleden de plannen van De Gaulle inzake de Europese integratie heeft gedwarsboomd. Binnenkort zal wel blijken hoe dit zaakje afloopt, maar minister Luns zien wij nog geen sekretarisgeneraal van de N.A.V.O. worden. Bij voorbaat heeft hij hiervoor al bedankt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 maart 1961

De Banier | 8 Pagina's