Geen belastingverlaging

PER 1 JULI 1961

Door de minister van financiën en de staatssekretaris van financiën is de vorige week aan de Kamer een nota gezonden, waarin zij mededelen, dat de konjunktuur het niet toelaat om de in uitzicht gestelde verlaging der loon- en inkomstenbelasting per 1 juli te doen ingaan. Volgens deze bewindslieden is namelijk de produktiekapaciteit zo volledig in beslag genomen, dat een verdere opvoering der produktie bemoeilijkt wordt door het tekort aan arbeidskrachten. Voorts wordt in de nota gewezen op de zich in snel tempo uitbreidende arbeidstijdverkorting. Terwijl dus enerzijds het bereiken van de grenzen van de produktiemogelijkheden hoe langer hoe meer merkbaar wordt, blijven anderzijds de binnenlandse en de buitenlandse vraag naar goederen en diensten toenemen, waardoor spanningen optreden tussen die vraag en de nationale produktiemogelijkheden. Hoe groot het tekort aan arbeidskrachten is, blijkt wel uit de door de bewindslieden verstrekte cijfers, welke aangeven, dat, terwijl er in september 1960 circa 94.000 aanvragen van werkgevers voor werkkrachten waren, dit cijfer in april 1961 tot ruim 112.000 was toegenomen. De spanning op de arbeidsmarkt is hiermede derhalve groter geworden dan in de periode 1956— 1957 ooit het geval is geweest. Wanneer nu in deze situatie de loon- en inkomstenbelasting zou worden verlaagd, wat neerkomt op een hoger individueel bestedingsinkomen, dan zou dit onvermijdelijk tot gevolg hebben, dat de vraag naar produkten en diensten nog groter zou worden. Dit zou echter onherroepelijk tot stijging der prijzen leiden, waardoor de tot dusver gunstige resultaten van het financieel-ekonomische beleid teniet zou worden gedaan.

Het is wel zeer teleurstellend, dat de regering tot dit besluit meende te moeten komen. Temeer, daar onzes inziens het voorheen gevoerde regeringsbeleid niet vrij uitgaat. De regering klaagt nu wel over het grote tekort aan arbeidskrachten, maar heeft de regeling dit zelf niet in de hand gewerkt? Hierbij hebben wij niet uitsluitend het oog op het huidige kabinet, maar ook op de vorige ministeries. Jarenlang toch heeft men bevorderd, dat duizenden arbeidskrachten konden emigreren. De huidige regering heeft hieraan geen einde gemaakt. Ook nu nog wordt jaarlijks 30 miljoen gulden op de begroting van sociale zaken ten behoeve der emigratie uitgetrokken. Alleen reeds het personeel, dat met de export van Nederlandse arbeidskrachten belast is, vergt ieder jaar een miljoen gulden. Voorts wordt per jaar ruim een miljoen gulden besteed voor de verblijfsvergoedingen van de Nederlandse ambtenaren, die in het buitenland voor de emigranten het nodige in orde moeten maken. Daarbij komt dan nog de arbeidstijdverkorting, die als een lawine over ons is gekomen en die de regering volkomen uit de hand is gelopen.

Het is dan ook de grote vraag of er van de verlaging der loon- en inkomstenbelasting binnen afzienbare tijd nog wel iets zal komen. De bovengenoemde bewindslieden hebben in hun nota wel verklaard, dat de regering besloten heeft in ieder geval in dit najaar een wetsontwerp te zullen indienen, waarin een vaste en definitieve datum van het in werking treden van de belastingverlaging is vervat, waarbij aan 1 januari 1962 gedacht wordt, maar het zou ons niet verwonderen als dit weer op uitstel uitloopt. Het is toch lang niet zeker, dat de konjunktuur dan zoveel gunstiger zal zijn dan nu, wat temeer klemt als bedacht wordt, dat er aan het einde van dit jaar weer loononderhandelingen te verwachten zijn en voorts, dat de defensielasten zullen stijgen nu Amerika te verstaan heeft gegeven, dat het zijn financiële steun ten behoeve der defensie drastisch gaat beperken. Het is echter te hopen dat dit uitstel niet op vernieuwd uitstel of zelfs op afstel zal uitlopen, want de zwaar drukkende belasting moet noodzakelijk omlaag.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen