Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCXIX.

Groen's medewerking gevraagd door zijn vroegere tegenstanders. Jhr. de Brauw en baron van Zuylen van Nijevelt zwaaien om. Wat Jhr. Elout van Soeterwoude en baron van Lynden er van dachten.

Wij zagen tevoren, dat de konservatieven met het oog op de Kamerverkiezing van 1864 toenadering zochten tot Mr. Groen van Prinsterer. Dit was wel zeer opmerkelijk, daar het merendeel van hen voorheen Groen steeds had tegengestaan in diens strijd voor de vrije, christelijke school. Groen wees hun aanbod tot samenwerking niet af, maar wel hield hij vast aan de door hem genoemde voorstellen inzake de lager onderwijswet van 1857. Op een artikel van de hoofdredakteur van „Het dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage", een toonaangevend blad der konservatieven in die dagen, in welk artikel Groens steun werd gevraagd, gaf deze dan ook ten antwoord, dat als het van hem afhing, niemand zijner vrienden de gevraagde steun zou verlenen zonder de stellige verzekering, dat de konservatieven akkoord gingen met de wijzigingen in artikel 23, 24 en 33 der zoeven genoemde wet. De konservatieven namen tegenover deze door Groen gestelde voorwaarde een uiterst welwillende houding aan. Als treffend voorbeeld hiervan zij gewezen op het geval van Jhr. de Brauw. De konservatieven hadden hem kandidaat gesteld in het distrikt Gouda, maar zij waren ten zeerste beducht, dat De Brauw niet zou gekozen worden, wanneer niet de steun der antirevolutionairen verkregen werd. Om die steun te verkrijgen moest echter een beroep op Groen worden gedaan. Daartoe machtigde Jhr. de Brauw de hoofdredakteur van het zoeven genoemde dagblad om zijn eensgezindheid inzake de onderwij skwestie met Groen te doen uitkomen. Ook schreef De Brauw een brief aan Ds. Barbiers, voorzitter van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Gouda. In deze brief noemde hij zich een voorstander van het bijzonder onderwijs en verklaarde hij voorts met betrekking tot artikel 23 der onderwijswet, dat het woord „christelijk" daaruit ver­

dwijnen moest. Vervolgens deelde hij mede, dat hij vanaf de oprichting lid was geweest van de Vereniging voor Christelijk Nationaal Onderwijs te Gouda en een ruime jaarlijkse bijdrage betaalde. De Brauw, die zich voorheen als een tegenstander van Groen had doen kennen, maakte dus wel een grote zwaai. Ds. Barbiers zond genoemde brief aan een geestverwant van Groen, waardoor deze hem in handen kreeg. Een zwager van deze geestverwant, die tot de konservatieven behoorde, deed al evenzeer een dringend beroep op Groen zijn medewerking er toe te verlenen, dat de antirevolutionairen in Gouda geen eigen kandidaat zouden stellen, doch hun stem zouden uitbrengen op De Brauw, opdat de Thorbeckianen en roomskatholieken niet de overwinning zouden behalen. Groen was echter nog niet geheel voldaan. Enkele uitdrukkingen uit een brief van De Brauw aan de voorzitter van „Vaderland en Koning", waarvan hem uit Gouda een afschrift was toegezonden, deden hem de vraag stellen of hierbij geen dubbelzinnigheden in het spel waren. Tenslotte besloot hij te adviseren op De Brauw bij herstemming te stemmen, wanneer deze" zijn instemming betuigde met het programma, dat in het „Dagblad van 's-Gravenhage" vertolkt was. Dat Groen tot dit besluit kwam vond onder meer zijn oorzaak daarin, dat in die tijd de moderne

richting meer en meer ingang vond, ook bij vele openbare onderwijzers. Dit nu deed bij de ethische predikanten, die merendeels tot de konservatieven behoorden, de vrees ontstaan, dat de openbare school' zou worden, wat Groen reeds lang van haar had gezegd, namelijk een moderne sekteschool. Vandaar dat zij meer en meer de vrije, christelijke school gingen beschouwen als een bolwerk tegen het steeds veldwinnend modernisme. Dit verwekte bij Groen de verwachting, dat hij van de konservatieven op steun zou kunnen rekenen voor wat door hem inzake het onderwijs werd voorgestaan. Niet alle geestverwanten van Groen deelden zijn mening. Er waren vooraanstaande personen, die het beter oordeelden om met de konservatieven zeer voorzichtig te zijn. Toen bijvoorbeeld Groen korrespondentie voerde met de hoofdredakteur van het „Dagblad van Zuid Holland en 's-Gravenhage" raadde Jhr. Elout van Soeterwoude hem ten sterkste aan hiermede op te houden. Hij schreef aan Groen: „Geen politiek overleg als van Van Hall; geen omverwerping van personen en waartoe? Maar hoog opheffen met weinigen van de standaard der christelij k-historische beginselen. Met weinigen, die bidden, die zwak en ellendig als allen, dit weten en daarom dubbel bidden. Maar niet met renegaten van één dag; noch met Dé Brauw, zo kort geleden een tegenstander en die zich later wel aardig zal weten af te maken van een dagbladartikel, noch met Van Zuylen van Nijevelt steeds de hevigste bestrijder juist van hetgeen ons liefst was, nu wellicht uit eerzucht tijdelijk genegen tot akkommodatie, maar die op geen enkel deel, binnen- of buitenlandse politiek of van Hollandse zin of staatmansblik bewijs gaf. . . ".

„Gij zijt alleen krachtig door uw schoon verleden en door de hulpe Gods op trouwe toegezegd. Op dat verleden mag door geen akkommodatie een smet worden geworpen. Men zou u gebruiken, u verlammen tegenover hen, die u eerbiedigen, al zijn ze als Thorbeckianen uw felste tegenstanders en u toch nooit geven wat u lief is". Ook Dr. Capadose gaf Groen de raad om De Brauw niet te steunen, doch dit was nog voordat De Brauw zich nader had uitgesproken. Baron van Lynden daarentegen drong er na de veranderde houding der konservatieven bij Groen op aan deze niet te onmeedogend af te stoten. Het is niet onmogelijk, dat deze aandrang Groen er tenslotte toe bewogen heeft om de kandidatuur van Jhr. de Brauw en van baron van Zuylen van Nijevelt te steunen, zij het dan uitsluitend bij herstemming.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1961

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 juli 1961

De Banier | 8 Pagina's