Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de Partijpenningmeester

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de Partijpenningmeester

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toto ondanks verboden „vergunningen" loterij

In Elseviers Weekblad van 26 augustus schrijft Prof. Mr. G. de Grooth een zeer interessant artikel over de toto onder de kop: „Gecamoufleerde wetsschennis". We laten hier een gedeelte van dit artikel volgen:

Als zo aanstonds na het zomerreces de Eerste Kamer onzer Staten-Generaal weer gaat vergade­ ren, zal naar het zich laat aanzien deze keer minister Beerman de meerderheid van de Senaat aan zijn zijde vinden als het gaat om de al of niet aanvaarding van het tweede ontwerp tot aanpassing van de loterijwet aan de voetbaltoto. Zal dat het geval blijken, dan zal, althans voor de eerste jaren, het in 1956 begonnen geharrewar en gekrakeel over de vraag of en in welke mate de wetgever de loterijwet van 1905 moet openbreken om de z.g. voetbalpools een wettige status te bezorgen, tot een eind komen. De sinds 1957 door de Koninklijke Nederlandse Voetbalbond geëxploiteerde landelijke voetbaltoto zal dan voorts door de aanneming van dat wetsontwerp gelegaliseerd worden. Over de voorgeschiedenis vertelt Prof. Mr. de Grooth:

Een groot aantal voetbalclubs en groepen van clubs gaan in 1956 in weerwil van de wet „toto's" opzetten en exploiteren. Daarop grijpt de K.N.V.B. in en kanaliseert de vele onwettige pools in één evenzeer onwettige nationale voetbalpool. Geheel in afwijking echter van wat vroeger gebeurde, grijpt de justitie niet in om die exploitatie stop te zetten. Integendeel, de minister van justitie verklaart, daarover geïnterpelleerd, dat de regering de beslissing van de Hoge Raad in de inmiddels ingestelde strafvervolging over de vraag van de toepasselijkheid van de loterijwet op het aldus begonnen bedrijf zal afwachten.

Welke twijfel bestond dan wel over die toepasselijkheid; welk verweer van de K.N.V.B. werd belangrijk genoeg geacht om voorshands de toto tot groei en bloei te laten komen? Wel, de K.N.V.B. beriep zich er op dat haar 400.000 leden en donateurs, voor wie alleen ze de deelneming aan de toto openstelde, een besloten kring zou uitmaken, zodat van een openstelling van een loterij in de zin van artikel 1 der loterij wet geen sprake zou zijn. De bond zocht voor die stelling steun by een oud arrest van de Hoge Raad, in 1908 gewezen, waarin beslist werd dat het organiseren van een kienavond ter verloting van wild voor en tussen de leden van een kleine provinciale sociëteit niet kon worden aangemerkt als het openstellen van de gelegenheid tot deelneming aan een loterij, nu het een onderonsje betrof, een „besloten kring", als waarvan in dat geval sprake was.

Het is niet aan te nemen, dat de K.N.V.B. in gemoede geloofd kan hebben dat haar 400.000 potentiële deelnemers evenals de sociëteitsleden van 1908 als een gesloten groep zouden worden aangemerkt. Dat nam echter niet weg, dat, nu de regering op grond van dat verweer niets zou ondernemen tegen de toto totdat de Hoge Raad daarop beslist zou hebben, het aanvoeren daarvan in een strafvervolging de ongelimiteerde voortzetting van een loterij waarborgde zolang die beslissing uitbleef. In de daarop ingestelde strafprocedure is dat door de K.N.V.B. uitgebuit, met het gevolg, dat eerst ruim 2 jaar na het begin van de exploitatie 's Hogen Raads beslissing kwam. En in die twee jaar groeide en bloeide de toto zodanig, dat daarop later door de voorvechters van de pool een beroep werd gedaan om aan te tonen hoezeer de rechtsovertuiging van het Nederlandse volk zich vóór de openstelling had uitgesproken. Op 13 januari 1959 valt dan de beslissing: de K.N.V.B. overtreedt de loterijwet; van een besloten kring is hier geen sprake. Men zou nu verwacht hebben dat vanaf dit ogenblik het totoloze tijdperk zou intreden, dat minister Samkalden had aangekondigd voor het geval een veroordeling door de Hoge Raad zou worden uitgesproken vóór de nodige wijziging van de loterijwet was tot stand gekomen.

Het tegendeel bleek echter het geval. De K.N.V.B. had, zoals aanstonds bleek, in overleg met en medewerking van de regering, rekening houdend met een te verwachten uiteindelijke veroordeling, alles voorbereid om de toto op dezelfde voet als vóór 13 januari 1959 te kunnen voortzetten. Overeengekomen was dat dan de minister van justitie aanstonds aan de K.N.V.B. een vergunning tot het houden van precies eenzelfde loterij krachtens artikel 3 der loterijwet zou geven. Dat gebeurde dan ook op dezelfde 13e januari. Nu geeft artikel 3 de minister deze bevoegdheid slechts onder htt „mits", dat de uit te loven prijzen of premiën niet in geld of geldswaardig papier zullen mogen bestaan. Voorts biedt dit artikel geen grondslag voor het verlenen van een voortdurende vergunning aan een bepaalde vergunninghouder. Die bedenkingen telden echter niet nu de regering besloten bleek te hebben met de handhaving van de loterijwet de hand te lichten t.a.v. de voetbalpools van de K.N.V.B. Dat voor het verlenen van die vergunning het verbod van geldprijzen wordt terzijde gesteld, wordt gecamoufleerd doordat men in plaats van geld aan de winnaars geldvorderingen op de bank van de K.N.V.B. toekent. En over het tweede bezwaar stapt men zonder meer heen.

Elders heb ik reeds betoogd, dat de aldus verleende vergunningen daarom, als onbevoegdelijk gegeven, nietig waren en dat dus de regering sinds 13 januari 1959 niet slechts, zoals vóór die datum, toeliet dat de K.N.V.B. een verboden loterij exploiteerde, maar daartoe aktief meewerkte door het verlenen van — nietige — vergunningen. De regering, die van begin 1957 tot 13 januari 1959 door haar positieve houding toegelaten had dat de toto bleef draaien, en daarmee de indruk bij het publiek had gewekt dat er van wetsschennis geen sprake was, wilde blijkbaar daaraan ook geen einde maken, toen de Hoge Raad gesproken had. of had daartoe de moed niet. De rebellie had daarmee gezegevierd over de handhaving van de wet. Tot zover de eerste helft van het artikel van Prof. Mr. de Grooth. Wegens plaatsgebrek kunnen we dit interessante artikel niet in één keer in zijn geheel overnemen. Wij hopen er volgende week nog op terug te komen.

De wereld besteedt grote bedragen, hetzij via toto's of op andere wijzen om de goden dezer tijd, sport en spel, in het leven te houden. Ja, de wereld heeft er alles voor over. De goklust van het publiek moet de gelden verschaffen en zo dit gokken in strijd is met de wet, dan moet zelfs de wet het onderspit delven. Zover is het in Nederland gekomen. De sport verslindt grote sommen gelds. En ze worden door het sportminnend publiek op welke wijze dan ook bijeen gebracht. Laten ook wij, die deze sportverdwazing verfoeien, niet achterblijven in offervaardigheid, maar laat onze financiële steun op hoger doel gericht zijn. Steunt naar vermogen het propagandawerk der S.G.P. en stort uw bijdrage op gironummer 119560 van de penningmeester der S.G.P. ten name van C. Jansen, Schiebroekselaan 46b, Rotterdam. De giften, die de afgelopen week binnen kwamen waren teleurstellend. Er kwam slechts ƒ 3, — binnen en wel via de Banier van agent A.V.P. te Ridderkerk ƒ 0, 95, G.d.R. te O. ƒ 1, 05 en J.S. te S. ƒ 1, —. De werving van abonnees bracht in dezelfde periode een toename van 11 abonnementen, en wel uit de volgende plaatsen: Amsterdam, Barneveld, H.I. Ambacht, Linschoten. Meliskerke, Nieuweirkerk a.d. IJssel, Ouderkerk a.d. IJssel, Rotterdam, Vlaardingen, Woudenberg en Zeist. Wij danken alle vrienden, zowel voor de giften alsook degenen, die een aktief aandeel hadden in de werving van abonnees.

R.

J.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1961

De Banier | 8 Pagina's

Van de Partijpenningmeester

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 1961

De Banier | 8 Pagina's