Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Algerije. Kroetsjef en de landbouw. Telegram Papoea's aan Kennedy

De Heilige Schrift leert ons, dat God op velerlei wijzen een volk kan bezoeken en met Zijn oordelen kan treffen. Hij kan dit doen door het zenden van allerlei ongedierte, dat de oogst vernietigt; door het inhouden van regen, waardoor de oogst verloren gaat en hongersnood ontstaat, zoals ten tijde van Elia en der profeten Jeremia en Haggai. Voorts valt te denken aan het bezoeken met allerlei besmettelijke ziekten of pestilentiën; verder aan het swaard, waardoor dood, verderf en verwoesting over een volk komen. Ook wordt in Gods Woord het ontstaan van verdeeldheid en verwarring onder de inwoners van een land een bezoeking Gods genoemd.

Zo geeft Jesaja 19 een beschrijving van het oordeel, waarmede Egypte werd bezocht. Wij lezen daarin onder meer, dat de Heere naar Egypte zou komen met het gevolg, dat het hart der Egyptenaren zou smelten in hun binnenste. Want, zo staat er in het tweede vers van genoemd hoofdstuk: Ik zal de Egyptenaren tegen de Egytenaren verwarren, dat zij zullen strijden een iegelijk tegen zijn broeder, en een iegelijk tegen zijn naaste, stad tegen stad, koninkrijk tegen koninkrijk. Dit is voorwaar wel een zeer ernstige bezoeking. Het is erg, wanneer twee volkeren met elkaar in oorlog zijn, maar het is nog tragischer wanneer een volk zelf inwendig zo verdeeld is, dat het op bloedvergieten uitloopt.

Dit had bij de Egyptenaren van de oude dag plaats, maar dit komt tot op de dag van heden nog voor. Wij hebben daartoe onze blik slechts te richten naar Algerije, waar reeds jaren lang een medogenloze strijd heeft gewoed tussen Frankrijk en de opstandige Algerijnen. Waren de Fransen gedurende verscheidene jaren eensgezind in hun strijd tegen de gemeenschappelijke vijand, de laatste jaren en vooral de laatste maanden en weken is daarin een grote omkeer gekomen doordat de eensgezindheid veranderd is in onderlinge verdeeldheid en verwarring, zo zelfs, dat daarbij voor moordaanslagen niet wordt teruggedeinsd.

Het zijn de Franse nationalisten, die aangeduid worden met de letters O.A.S., die zich met hand en tand verzetten tegen het tot stand komen van een vrij en zelfstandig Algerije en het daarmede president De Gaulle en diens regering uitermate moeUijk maken. De vorige week maakten wij er reeds melding van, dat de onderhandelingen tussen Frankrijk en de Algerijnse opstandelingen reeds zo ver gevorderd waren, dat de Franse regering aan het overeengekomene haar goedkeuring had gehecht, en dat dit met uitzondering van enkele punten ook was gedaan door het voorlopige Algerijnse parle­ ment. Ter bespreking van deze punten zijn de onderhandelaars de vorige week wederom bijeen gekomen te Evian aan de Frans-Zwitserse grens. Dezelfde plaats alzo waar ongeveer tien maanden geleden de eerste onderhandelingen begonnen, nadat vlak voor het begin hiervan de burgemeester van genoemde plaats door een Franse terrorist werd vermoord.

Dat er zeer scherpe maatregelen zijn genomen om de levens der Franse en Algerijnse onderhandelaars tegen de O.A.S. te beschermen, is te begrijpen. Van die zijde toch kan van alles worden verwacht om de onderhandelingen te doen mislukken. Daartoe dient ook de grote aktiviteit, die door de O.A.S. in Algerije wordt ontwikkeld, en waardoor in de voorlaatste week het dodencijfer tot circa 300 opliep. Volgens de berichten van Franse zijde zouden de onderhandelingen echter na vier of vijf dagen ten einde komen, doch volgens de 'inlichtingen, die van de Algerijnse onderhandelaars verkregen werden, was het beter op een duur van tien dagen te rekenen.

De punten waarover men het nog eens moest worden, betroffen ten eerste de samenstelling en de bevoegdheden van 'de voorlopige regering, die uit Fransen en Algerijnen zal bestaan. Voorts moest er nog overeenstemming worden verkregen over de duur van de periode van repatriëring van het uit 500.000 man bestaande Franse leger, waarvan er gedurende een klein aantal jaren 80.000 in Algerije zullen taiyven. Het derde punt van onderhandeling betrof de samenstelling van 'de gemengde politiemacht, alsmede de vraag of deze macht onder het bevel zal staan van de voorlopige regering of van 'de Franse hoge kommissaris, zoals de Fransen dit willen. Ten slotte maakte het in vrij heidstellen van de door Frankrijk gevangen genomen Algerijnen, zoals o.a. Ben Bella, een onderwerp van bespreking uit. Eerst wanneer men over de genoemde vier punten tot overeenstemming lis gekomen, kan tot het ondertekenen van het wapenstilstandsakkoord worden overgegaan. Voordat het zover is, kan er 'dus nog heel goed een kink in de kabel komen. Van Franse zijde heeft men van de aanvankelijk verkregen overeenkomst wel hoog opgegeven, maar het zou wel eens kunnen zijn, dat juist de laatste loodjes het zwaarst wegen.

Maar ook al komt men hierover tot volle overeenstemming, dan is er voor Frankrijk nog allerminst reden om te juichen. Een wapenovereenkomst heeft toch lalleen waarde, als de Franse regering bij machte is om die overeenkomst uit te voeren, en een einde te maken aan 'de terreur van de O.A.S., die in plaats van af te nemen, met kracht toeneemt, zo zelfs, dat gezegd kan worden, dat er in Algerij e een waar schrikbewind heerst. Daaraan een definitief einde te maken is voor Frankrijk een moeilijke opgiave, doordat het Franse volk onderling verdeeld is. Niet •alleen buiten, maar ook in het 'leger zijn er velen, die m.et de O.A.S. sympathiseren, en deze verzetsbeweging steunen. Er kunnen dan ook voor Frankrijk en Algerije nog donkere tijden aanbreken.

Van de Algerijnse kwestie afstappend, richten wij thans onze blik weer eens op Kroetsjef. Deze wilde met alle geweld een topkonf erentie hebben, om daarop de zaak der ontwapening te 'bespreken, maar Kennedy had daar helemaal niet van terug. Hij, en 'ook Macmillan waren van oordeel, dat eerst de ministers over deze kwestie moesten spreken, en indien zou blijken, dat de onderhandelingen tussen dezen een gunstig verloop zouden hebben, dan zou er reden kunnen zijn een topkonf erentie te doen plaats hebben.

Hoewel Kroetsjef anders niet 'gauw toegeeft, heeft hij ziOh ditmaal bij Kennedy's voorstel neergelegd, zodat de onderhandelingen een aanvang kunnen nemen. Inmiddels heeft Kroetsjef in eigen land met grote moeilijkheden te kampen. De opbrengst van de landbouw is namelijk ver ten achter gebleven bij wat men verwacht had. Er werd zelfs een vergadering belegd van het Russische centrale partijkomité om dit vraagstuk te bespreken. Verder zijn er tekenen, die er op wijzen, dat de verhouding tussen Rusland en China, die onlangs reeds een flinke deuk heeft gekregen 'doordat Kroetsjef de band met het 'kommunistische Albanië heeft verbroken, er eerder slechter 'dan beter op wordt. Wellicht zal hierover in de nabije toekomst meer te vermelden zijn.

Wij stappen er daarom thans van af om. nog even stil te staan bij het vraagstuk Nieuw-Guinea. Zoals de vorige maal werd medegedeeld, is de broer van president Kennedy, de Amerikaanse minister van justitie Robert Kennedy in Indonesië geweest. Hij heeft daar met Soekamo gesproken, en volgens de pers zich daarbij geheel aan de zijde van Nederland gesteld. Amerika had Nederland tot bondgenoot gehad in 'de laatste wereldoorlog, Amerika en Nederland waren vrienden, en Amerika zou Nederland niet in de steek laten. Daarna bracht Robert Kennedy een bezoek aan Nederland, waar hij met de regering de zaak-Nieuw-Guinea besprak. Minister Luns had zelfs daarna in Parijs nog besprekingen met hem. Volgens de berichten waren die besprekingen hoopvol geweest en Robert Kennedy meende, dat er reden was aan te nemen, dat Soekarno bereid was een soepeler houding aan te nemen. Ook al weer volgens de pers, zaten er geheime besprekingen tussen Nederland en Indonesië in de lucht.

Het duurde echter niet lang of de barometer daalde weer, want Soekarno ging door met zijn dreigementen inzake het versterken en in gereedheid brengen van troepen, die Nieuw-Guinea zouden moeten veroveren. Behoeft dit optreden van Soe'karno geenszins te verwonderen, en grote ontnuchtering brachten de woorden, die Robert Kennedy na zijn teru'gkomst in Amerika voor de televisie sprak. Hierbij schaarde hij zich toch geheel aan de zijde van Soekarno, die volgens hem alle recht op West- Nieuw-Guinea had, terwijl hij zich over de Papoea's zeer laatdunkend uitliet. Er waren volgens hem nauwelijks 3 afgestudeerde Papoea's aan artsen en juristen was een ontstellend tekort.

Er waren voorts maar circa 30.000 Papoea's, die met zaken doen in hun onderhoud konden voorzien, de rest leefde in de oerwouden als in het stenen tijdperk. Het is te begrijpen, dat dergelijke taal bij de Papoea's grote ergernis heeft verwekt. Acht leden van de Nieuw- Guinearaad lieten er geen gras over groeien en zonden aan president Kennedy een telegram waarin zij 'krachtig protesteerden tegen de vernederende uitlatingen van diens broer over de onderontwikkeldheid van het Papoeavolk. Zij geleken, aldus stond in het telegram, op een advies aan Indonesië om het Papoeavolk weg te vagen, zoals in de geschiedenis andere volken vrijwel weggevaagd zijn, omdat zij zo 'achterlijk waren, dat zij 'geen geweren en vuurwater kenden, waarmede kennelijk gedoeld werd op wat de Indianen in het verleden van de Amerikanen te verduren hebben gehad.

Al met al ziet het er nog niet naar uit, dat er voor de kwestie Nieuw- Guinea spoedig een voor Nederland en Nieuw-Guinea bevredigende oplossing zal worden bereüjt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1962

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 maart 1962

De Banier | 8 Pagina's