Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Processie-verbod

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Processie-verbod

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

werd gewijd door een juridische medewerker. Eerst werd er 'door hem op 'gewezen dat 'de maatschappij nu eenmaal niet kan toestaan dat een leider maar doet wat hem ztot, daar dit op een totale anarchie zou uitlopen. Voorts wordJt in het kort stilgestaan bij enkele fun'damentele rechton, die to de 'gron'dwet zijn vastgelegd, zoals 'de vrijheid van idrukpers, het recht van verenigtog en vergadeitog en 'de vrijheid van 'godsdienst. Laabstgenoem'de vrijheid houdt in, dat het een ieder is toegestaan, tenzij to het geval van overtreding der strafwet, zijn godsdienstige mentoig to belijden, dat 'alle 'kenfcgenootsdhappen gelijke bescherming ige- Mieben en 'dat alle openbare godsdienstoefentog binnenshuis en op besloten plaatsen wordt toegelaten, 'behoudens de nodige maatregelen der 'openbare orde en rust. Hierna behandelt de schrijver uit het „Handei'Sblad" de openbare godsdienstoefentog bulten 'gebouwen en op n i e t besloten plaatsen. Hij schrijft hierover 'het volgende: „De lopenbare godsdienstoefening buiten 'gebouwen en 'op niet 'besloten plaatsen 'is echter slechts geoorloofd „waar zij thans (d.w.z. ten tijde van de grondwetsherzientog van 1848) is itoegelaten", en met handhavtog van de bepaling, dalt de oveiröieid 'de nodige maatregelen m'ag nem'en ter verzekertog der openbare orde en rust. Een igodsdienstbedienaar, 'die in strijd met deze verbodsbepaltog handelt, wordt 'krachtens de wet op de kerkgenootschappen van 1853 merkwaardig 'genoeg niet berecht door de strafkamer, maar 'door de civiele 'kam'er der rechtbank. Een verdere eigenaardigheid is, dat bij eerste 'overtredi'ng 'geen straf kan worden opgelegd. De rechtbank kan slechts verklaren, dat 'de verdachte m strijid met 'de wet heeft gehandeld. Pas bij herhaltog van de 'overtreding van het processieverbod (want in feite is het verbod alleen toepasselij'k 'op processies) is gevangenisstraf mogelij'k.

Er is bijna geen websbepalto'g te vtoden, die na korte 'of 'lange tijd niet tot jurisprudentie heeft geleid, en met 'de bepaling to de Grondwet over het processieverbod is het al niet anders. Met name in 1918 is een 'tweetal 'belangrij'ke arre-sten door de Hoge Raad gewezen. In het ene geval werd beslist, dat een processie geoorloofd was wanneer zij maar to dezelfde plaats to 1848 al gehouden placht to worden, m^aar 'dat niet nodig was dat 'dezelfde route en 'dezelfde dog van het jaar ais voor 1848 werden aanigehouden. In dit 'arrest 'week 'de Hoge Raad af van zijn vroegere rechtspraaik, en hetzelfde geschiedde to het andere arrest van 1918.

In dit tweede geval was een pastoor te Beugen „verklaard 'te hebben gehandeild to strijd met 'de wet", nadat het openbaar mtoisterie hem overtredto'g van het processieverbod ten 'laste had gelegd en nadat de pastoor niet had weten te bewijzen dat processies to Beugen al vóór 1848 plaats plachten te vinden. In kassatie besliste 'de Hoge Raad, da* niet 'de pastoor dat feit had behoeven aan te 'tonen, maar 'dat het openbaar mtoisterie het te'gendeel had m'oeten bewijzen, 'dus dat processies 'to Beugen voor 1848 niet plaats vonden. In een later stadium Vian 'deze procedure werd dit bewijs inderdaad geleverd en de gehele zaak etadigde dus niet met een vrijspraak van de Beugense pastoor. Het heeft na 1918 tot januari van dit jaar moeten duren voordat de Hoge Raad andermaal geroepen werd tot een belangrijke uitspraak over het processieverbod. Terecht stond een kapelaan uit Geertruidenberg. In cassatie gto'g het uitsluitend om de vooral staatsrechtelijk zeer belangrijke vraag, of de beperktog van de processievrijheid in onze 'grondwet opzij WEis 'gezet door het in 1950 In Rome gesloten en voor ons land to 1954 in werking getreden verdrag tot bescherming van de mens en de fundamentele vrij'heden.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad was van mening, dat inderdaad onze 'grondwet in beginsel moet wijken voor genoemd verdrag. Voorts was hij van mening, dat er ben aanzien van het processieverbod, zoals dat in onze grondwet is geformuleerd, geen sprake is van een door het verdrag toegelaten beperking van de vrijheid van 'godsdienst to het belang van de openbare orde. Volgens de procureur-generaal was dus het grondwettelijke processieverbod niet langer verbtodend en was op die grond de pastoor niet strafbaar. De Hoge Raad volgde zijn procureur-generaal niet. De Hoge Raad was wel van mening, dat het verdrag van Rome staatsrechtelijk gezien een grondwettelijke beperking van de processievrijheid in beginsel ter zijde kan schuiven. Evenwel, aldus de Hoge Raad, gaat de beperking in onze grondwet niet zover, 'dat er niet meer gesproken kan worden van een redelijke bepaling in het belang van de openbare orde. De grondwet werd derhalve niet in strijd geacht met het verdrag van Rome en de kapelaan uib Geerbruidenberg werd verklaard be hebben 'gehandeld in strijd met de web. Het bovenstaande maakt nog eens duidelijk, hoezeer men niet alleen bij 'de interpretatie van de gewone web, maar zelfs bij de toepassing van de grondwet begenwoordig te maken kan hebben meb tobernationale verdragen.

Uib het artikel van de juridische medewerker van het „Handelsblad" blijkt wel zeer duidelijk, dab een uitspraak van de Hoge Raad ook al 'geen vastigheid biedt. In 1918 toch werd in twee gevallen door de Hoge Raad van zijn vroegere rechtspreiak afgeweken. Dit toewijst wel, dat vsre er goed aan zullen doen niet te denken, dat met de enkele maanden geleden gedane uitspraak van de Hoge Raad het vrijelijk toelaten van. processies in die delen en plaatsen van ons land, waar ze tot nu toe geweerd worden, voor goed onmogelijk is geworden. Men dehke zich maar eens in wat te wachten staat als de Hoge Raad steeds meer bezet zou worden door rooms-katholieken, wat met het toenemen van het percentage der rooms-katholieken zeker niet denkbeeldig is. Doch ook van de liberalen valt ten deze al niet veel goeds te verwachten. Was het niet Prof. Oud, die zich enkele jaren geleden als voorstander van de processievrijheid deed kennen?

Om dan nog maar niet te spreken van de schrikbarende verwatering van het hedendaagse protestantisme, dat de verroomsing zo sterk in de hand werkt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 1962

De Banier | 8 Pagina's

Processie-verbod

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 juli 1962

De Banier | 8 Pagina's