Verhoging schadeloosstelling der Kamerleden

Rede van Ir. van Dis

TWEEDE KAMER

De m'iddag, waarto er over het wetsontwerp-Mammoetwet werd gestemd, behandelde de Kamer nog een voorstel 'der regertog, dat tohiield de sohadeloosstelltog der Tweede Kamerleden te verhogen van tien 'tot vijftien duizend gulden. Voorwaar 'dus geen geringe veirii'ogtog. Het m'Oge dan al niet te weerspreken zijn, dat de sohadeloosstelltog, 'die de Tweede Kamerleden to Nederland krJj'gen, lager, to 'de meeste gevaiUen zelfs belangrijk lager is dan to andere landen van Europa, dit neemt toch niet weg, dat een verhogtog met 5000 gulden wel zeer fors Is. Het kan 'dan ook welhaast niet an'ders of tal van personen gevoelen zich ge- 'drongen hierover to de oniderscheldene dagbladen to togezonden stukken hun gevoelens te luchten. Ambtenaren, die over het lage peil hunner salarissen ontevreden zyn; gepensioneerden, 'die al jaren zitten te wachten op verhogto'g van Imn pensioenen; arbeiders, vooral zij, 'die niet zo'n hoog loon verdienen en geen 'Of maar wetoig fctodertojjslag ontvangen; personen, die van een kleto takomen moeten leven, zij al'len en nog an'dere kategorieën kunnen het maar moeilijk verwerken, 'dat de leden der Tweede Kamer zioh 'door 'de regertog een verhogtog van 50% zien toegekend.

Hoewel er niet veel bij dit voorstel gesproken werd, hebben toch enkele leden namens hun fraktles het woord er bij gevoerd. Daaruit 'bleek wel, dat de overgrotse 'meerderheid der Kamer voor het voorstel was. Dilt was 'trouwens al gebleken uit het voorl'opiig verslag, waarto onder meer te kennen werd gegeven, dajt, uitgaande van de wetenschap. dat een goede vervulltog van het liidmaatschap der Tweede Kamer voor 'de leden een meer dan normale werktJj'd meebrengt, een schadelooBsteMtog van ƒ 15.000, — per jaar op zichzelf niet onredelijk Is.

Van de grote frakttles voerde alleen de heer Willem'S (P.v.d.A.) het woord. Deze verdedigde de voorgestelde verhogtog onder meer opmerkende, dat de sohadeloosstelltog zoals wordt voorgesteld, lager is dan het saüarls van een voorzittier van een feletoe Raad van Arbeid en nauwelijks meer dan het 'inkomen van een burgemeester van een Metoe 'gemeente, om dan maar niet te 'spreken, laüdus de heer Wü- 'lems, over de 'honoraria van wethouders van 'grotere gemeenten of leden van colleges van Gedeputeerde Staten. Voorts vroeg hij of de regertog niet langer met de indlenitog van dit wetsontwerp had gewacht dan strikt noodzakelijk was. Vervolgens werd nog het •woord igevoerd door de heren Bakker (C.P.N.) en Lankhorst (P.S.P.), die bezwaren tegen het weibsontwerp hadden. De heer Lanskhorst vond ecihiter een sohadeloosstelltog van 15.000 gulden op zichzelf, gezien de vele werkzaamheden verbonden aan het Kamerül'dmaatsclhap, niet onredelijk, wat vooral voor fcletoe frakties, al'dus 'de heer Lankhorst, nog wel sterker weegt. Toch had hij een paar bezwaren, die het zijn frakfcie moeilijik maakte voor het voorstel te stemmen.

Namens de S.G.P.-frafctie liet Ir. van Dis zich als volgt over het wetsontwerp uit:

Mijnheer de voorzitter.

Het onderhavige wetsontwerp le­ vert er wel het sprekeijde bewijs van, dat de Kamer to staat is een zaak, 'die door 'haar van 'grote uj. gentle wordt geacht, met zeer gro. te voortvarendheid te behandelen, Wa* 'de 'inhoud 'van het ontwerp betreft, m'oeten wij echter verklaren dat wij daartegen ernstige beüenktogen hebben. Wel erkennen wl] dat 'de schadeloosstellingen vaiï volksverteigenwoordigers in het buitenland aanmerkelijk hoger zijn dan idle 'to ons land. De bijlage, die dit wetsontwerp vergezelt, spreekt te idien opzichte duidelijke taal. Voor België bedraagt de schadeloossteMtog per jaar ƒ 21.500, —; voor Flranfcrij'k gemiddeld ƒ 39.000, -, waarvan slechts 55 pet. wordt belast; voor 'de Duitse Bomdsrepubliek / 25.000, —, terwijl er voor re'iskostenvergoedmig nog een bedrag van maximaal ƒ 11.000, — bij komt, zodat een volksvertegenwoordiger to Wesit-Dultsland ƒ 28.500, — tot rond ƒ 36.000, — per jaar krijgt. In Denemarken 'hangt de schadeloosstell'tog af van de llggtog van de woonplaats; zij varieert van circa ƒ 13.000, — tot rond ƒ 16.400, —, dus mto'der 'dan 'to België, FYankrijk en West-Duitsland, maar toch nog hoger 'ton to Nederland. Voor Noorwegen variëren de bedragen van ƒ 16.300, — tot ƒ 18.300, — en voor Zwit^rland van ƒ 19.000, — tot ƒ 21.000, —.

Zou men, hierop ziende, geneigd zijn vóór toet wetsooDtwerp te stemmen, er lis toch een omstandigheid, 'die dit voor ons wel zeer

bezwaarlijk

maakt. Wij vragen ons n.l. af of het voorstel tot verhogtog der schade- 'loosstelltog van ƒ 10.000, — tot f 15.000, — wel 'op een gesdhürt ogenblik 'is 'gekomen. Het is toch zo gesteüd, 'dat 'de 'ambtenaren nog steeds steen en been klagen over het feilt, 'dat 'hun salarissen nog steeds 'belangrijk ten achiter zijn bl] de stlj'gtog van 'de kosten van het levensonderhouid, waardoor velen hunner van 'hun salaris niet of nauwelljiks kunnen rondkomen. Om een voorbeeld te noemen van de m'oeilljke omstan'digheden, waaüto ambtenaren verkeren, wijzen wij 'op de toespraak, orüangs te Utredht gehouden op de vergadertog van de bond van beiastlngpersoneel, waarto de voorzit'ter van deze bonld, de heer Bonnlnk, de volgende punten accentueerde:

Ie. dat de ambtenaren een achterstand in salariëring hebben, waardoor het moeüljk wordt te voorkomen, dat 'de dienst 'door de gerto'ge verdiensten verpaupert; 2e. dat de belasttogambtenaren uit geiLdgebrëk zelfs to hun vrije uren 'gaan overwerken tolj de PTT; 3e. 'dat de vrouwen van de belasittogambtenaren soms uit werken m'oeten 'gaan of er een krantenwijk op na houden om ten mtoste schuldenvrij te 'blijven.

25iende op 'de zo onigunstige salarispositie der ambtenaren, zijn wij van oordeel, dat het wetsvoorstel tot verhogtog van de sohadeloosstelltog 'der Kamerleden wel op een

zeer ongelegen

tijdstip komt. Wel zijn Ksmerleden geen am'btenaren, maar wlJ hebben 'er toch begrip voor, dat het de 'ambtenaren zeer onaangenaam aandoet, dat de sohadeloosstelltog y der Kamerleden wordt verfioogd — en wel met 50 pet. — terwijl lop hun galarispeil wotrdt beknibbeld. Ook uit de kringen dier aTbeideirs is trouwens reeds kritiek 'op het onderhavige voorsbel geleverd, en wel uit rooms-tkatholieke kring door de voorzitter vam de „Katholieke Houtbewerkersbond", zoals • deze week in de pers werd vermeld.

Daarbij komt, dat velen van ons volk mede door de hoge belastingen en lasten, aasook door het dure leven, in benaiTde omstandigheden verkeren, terwijl an^deren kompensatie op kompensaAie moeten opbrengen zander zelf ooit enige kompensatie te verkrijgen.

Bedenken wij voorts, dat vele Kamerleden naast hun Kamerlidaajtschap nog goed gehonoreerde andere f unkties hebben, dan vinden wij, alles bijeen genomen, geen vrijmoedigheid onze stem aan het onderhavige wetsontwerp te geven. Mocht hierover niet hoofdelijk worden gestemd, mijnheer de voorzitter, dan verzoek ik u, namens mijn fraltotie, aantekening, dat wij geacht wensen te worden tegen het voorstel te hebben gestemd.

Nadat minister Toxopeüs de sprekers had beantwoord, had de stemming plaats, met het resultaat, dat het met 133 tegen 5 stemmen werd aangenomen. Tegen stemden S.G.P., P.S.P. en C.P.N.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen