Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar Petrus aedide tob hiem: uw geM zij met u ten verdieirve, omidiat gij igemeend hebt, idiat 'de igiave GtodB d'oor igeld verlspegen wodidt. Hand. 8 : 20

Oader de vele en grote veiraaefciingen, waaraan de fcerk van Ohniistus de eeuwen dooor aioh blootgesteld hieeft te weten, behoort niiet in de laatste plaats de Simooiiie ge'noemd te wonden. Siixiomiie, eep vreemde naam, idüe in de hertoamst gemakkelijk lis te bepalen, waninieer we in onze tekst Petruis, de apositel (ook een Simon iin z'n weleer) toi Simon de 'tovenaar uiit Sam'ariia die zonde horen bestraffen, - welke met „staoniiie" pleegt *e woonden aanigeduid. Sümoniie, 't zich verwerven vaai ambtelijke en kerkelijke gaven dioor middel van geld. En behalve geld kunt ge hleir nog heel veel meer invuülen, wat ook maar eniigs- 0inB miet geld op één lijn kan staan. Een sohrikköiyke bedreigiing en Verzoeking voor de kesrk in haar geheel, en voor ellk kind des Heeren in het bijzonder. Want ook de kerk heefit 'immers geld nodüg. En nu kan men er zich niet mee lafmaken door 'te zeggen: 'als het maar voor de kerk fc, dan is toet welkom. Neen, toet gaait ©r 'Om wat dat geld bedoelt, wat men 'er mee beoogt. . .

Ongetwijfeld, de kerk kan miet zonder geld, in geordende tijden wel te verstaan. Ze heeft immers haar behoeftigen te verzorgen, haar diemaren diilent ze van het Evanigeltiie te doen leven; de gebouwen enz. der kerk te cpderhouden, enz. Maar, ails 'het ^er op 'aan komit, 'kan en moet 'de kerk zonder 'gelid fcunmen. Daar leefde lin Petrus' hart een dü'epe wetenschap inzake deze waarheid, dat 'de kerk niet door geld, ndeit door zilver 'of 'goud, maar door Ohrisitus' 'dierbaar krulsbloed gekocht 'is uiit siatams macht. Dat is de wezenlijke grondslag van Ohrisitus' kerk: het bloed des kruises. Gelukkig m'aar, nietwaar? Want 'alleen die grondslag is hecht, onverwoestbaar, tijd en eeuwigheid durend en trotserend. Stel u voor: de kerk gebouwd op igeld. Dan zou het er - droevig uitzien. Immers, het fijnste goud zal eenmaal door roesit en slijtage verdorven worden. Het was en blijft een scherp woord dat Petrus hier uiitspreekt aan het adres van Simon. Petrus en Johiarniies waren uit Jeruzalem overgekomien, 'om zich van het Gees- *eswerlk te Sam-aria persoonlijk te vergewissen (vers 15), om. ten behoeve van de nieuw gestichte gemeente de Pinkstergeest aldaar af te smeken.

Grote dingen had 'de Alm'aohtalgie .reeds in Samaala gedaan. Een ihieüe stad werd verbUjid (vers 8) ivanwege de heerlijKhetid van het EvangeM'e, en de wonderen en tekenen, reinigingen en genezingen, dn him midden geopenbaard. Fiüippus had de Samanitanen de CShristus (vers 5) lals 'de ware Messl& is gepredikt, en mocht een wonderrijtoe zegen op zijn arbeid 'aansch'ouwen. Lazen we in een der evangeliën (Johannes 4 : 39), 'diat vele Samarti'tanen tijdens Jezus' verblijf 'onder hen in Hem geloofden, 'afflie gei'oof aldaar 'is helaas geen waar geloof gebleken. Want enige tij'd later vervoerde een tovenaar, Simon, de gehele stad. De ganse stad, klein en 'groot, bracht hij In verrukking. Het bracht hem veel 'gewin, veel geld in het laadj'e. Maar er ging dan ook een 'geweldige roep van hem uit. Men 'Meld Simon voor een afgezant van 'de hem.'el, men zag lin hem „ide 'grote 'kracht Gods" (vers 10).

Sim'on, een kind van 'de vader der leugenen, in gem^eenschap staande met 'de vorst der duüstenniis, wordt evenwel overvleugeld door BUippus. Want 'het koniinifcrijk 'der toemelen baande zich triomfantelij'k een weg 'dwars door 'alle on- en bij - geloof heen. Gods Geest en Chrfisfcus' miaoht waren 'overvloedig in Pi'Wppxis' woord en daad 'aanwezig. Niet alleen de stad, miaar zelfs 'de tovenaar Simon is ontzet (vers 13), en hij 'geloofde. Simon geüooft. V'ertoeuigt ai ectoiter met beving. Want het is, Mij kt achteraf, maar een schijnbekering bij deze verledder. Eerst 'bTilten, nu binnen de kerk zal hij satans listen blijven uitvoeren. Petrus ziet hem straks, bij Geesitesilacht, liggen „'in een gans bittere 'gal en samenknopiinig der onigerechtdighetid" (vers 23). Simons zoode 'm'ag 'dus miet worden verklaard uit onwetendheid. Petrus 'bestraft hem ten zeerste wegens zij'n kerkb'edred'ging, zijn al-le Geesbeswerk sim'adende aanbod. Imim'ers, wat gesohiedde?

Op Petrus' en Johannes' voorbede schenkt God Zijn Geest In die gem.eente van Samarte.. Niet aan allen. Soeverein 'vrij aan wie Hij wtil. Aan Simon 'tenmmsite niet. Want wat hij beigeert en voorstelt, SB geheel strijdiig met de werkin'gen des Geesites. Simon bedacht ndiet wiat des Geestes, maar wat des vleises was. Hij 'daoht aan zijn •verloren, winstgevend bedrijf als heidens tovenaar, maar hij ziet nieuwe vooruit2)iohten geopend, wanneer hij ook eens de 'gave 'des Geestes zou kunnen meedelen aan anderen, zoals die 'beide 'afgezsanten uit Jeruzaiiem. Dan werd 'het leinde nog beter, in önancdieel •optaioht, dan toet zoeven i)rijs gegeven begin in Samaria. En 'daarom, hij biedt (w.s. veel) geüd.

Satan biedt de kerk van Christus geld, om toet fundament 'van die kerk — vrije genade — te ontvangen zonder geld en zonder prijs (Jesaja 55) — uiit Sam'aria weg te stoten. O, wat zal Petrus 'doen? Hij had 'immerB (Handehngen 3:6) geen zilver of gouid. En nu toon hij in eens on 'goede doen geraken. Dit was z'n grote kans. O, als het nu van Petrus' eiigen kracht had moeten afhangen. De Heere Jezus 'vervulde echter aan toem. de beiofite: „Een Ander zal u gorden" (Joh'annies 21 : 8). Petrus werd geleid en verQiictot door 'de Heilige Geest. Van die Pinkstergeest •was hij vol; deelde 'hij in schatten 'der genade, door Ohrisitus voor hem verworven, door Gods 'liefdehand hem aangereikt en 'door Geesteskraoht hem toegepast.

Met PS'alm. 19 kon Petrus, en tei en met toem 'de ganse kerk, .naar •waarheild zingen: Dit 'is 't mensdom mieerder waard, dan 't fijnste goud op aard. Denkt ge er 'door genade ook al zo over, geliefde lezers? Anders zou Petrus' antwoord ook u kunnen 'gelden: „uw geld zij met u ten verderve". Want dan liigt ge nog voor eigen rekening, rijp •voor het •verderf, en idian zal ai het U'we met u vergaan. Wei scherp, niet te scherp was dit apostoMisch •verm'aan. Gods Woord is en maaJkt eerlijk. Het GeesteszoeikiMcht boort radikaal door ons uiitwendiig •vertoon en vroom, 'vemis heen, en Petrus spreekt 'het zeer tereoht uit teigen'over Simon: „uw hart is niet recfltit voor God". Is dot het laatste, dat Slmon 'gezeigd moet worden? Is dat wei Evangeiiie voor een zondig mens, voor een simoniet, die denkt met het „zijne" zidh van Gods 'gunst en gave te' 'kunnen verzekeren.

Om 'deze zekerheid des heSüs te ontvanigen kunt ge met al uw geld en verdiensten wel thoiiis blij •ven. Er is maar één woord 'dat Petrus voor Simon overhSieild, en 'dat wij ook u, lindien uw hart niog niet recht iis voor God, m'ogen toeroepen: „Bekeer u dan •van deze uw boostoeiid, en bild God of misschien u deze overlegging uws harten vergeven werd" (vers 22).

W'at ds de zonde diep lingegraven in 's mensen binnenste. Ze barrelt op ui)t een omredne' bron, oen vergiftigde fontein: 's mensen to'art, zijn innerlijk. Hart'vemdieuwende genade, ontdekking en vemd'euwlng hebben we laiien van node. Anders is ons geloof slechts schijn, m'aar zullen we 'Gode niet behagen. Bek'eert u, bidt tot God. S'imion versctoudit zidh achter zijn onmacht, en laat Petrus voor zich bidden. In •wezen is hij, naar te vrezen is, bang voor de gevolgen 'der zonde (voor toel en straf), maar nog niet ontzet vanwege zijn linnerüjke verdorvenheid. Buiten Christus wachtte hem verderf, 'aJleen in Hem: behoud. Maar dan moest Sim.ion er 'aan, meit z'n geid. Is dat Geestesondierriclit u geschonken?

St. Maartensdijk Ds. J. v. d. Haar

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 1962

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 september 1962

De Banier | 8 Pagina's