Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beginselen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beginselen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

der Staatkundig Gereformeerde Partij

15

jxtikél 1 van het beginselprogram der S.GJP.

/Vrtikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelij'denis (N.G.B.) is één van de zevenendertig artikelen, welke door de Zuid-Nederlandse leraar Guido de Brés in samenwerking met andere leraren werden opge- EteJid.

Guido ds Brés werd waarschijnlijk

in 1522 te Mons (Bergen) 'in Henegouwen geboren als zoon van 'n stoffenverver. De Reformatie maakte destijds blijkbaar ook in de zuidelijke Nederlanden al opgang, want toen De Brés enkele maanden oud was, werd zijn geboorteplaats bezocht door een Italiaanse monnik, idle in 'de straten van Mons hel en verdoemenis predikte tegen allen, die 'de zjg. nieuwe leer aanhingen. Dit maakte op zijn moeder destijids een zeer dniepe indinik. Vurig bad zij, diat toaar tain.'d maar nooit zulk een keitter zou worden, maar diat hij, als liij diaantoe die l-eeftijd zou hebben toereikit, een dienaar Gods mocht woorden. Dit zou oolc gelbeuren, m.'aar niet in ide fcepk, diie zij ais de aUeenzaligmakendie 'besohouwde. G*uiido koos aanvaaikelijk het beroep van glasiscihiilder, maar aangeaien hij tektuur in handen had geliregen, waarin die leer der Befonmatie werd voorgeBitaan, benutte hij een groot deel van zijn tijid ook aan het lezen hieorvan. Meer en m, ieer werden zijn ogen geopend voor de onschrifituurlijké leer van Rome, wat 'tot gievolg had, dat 'hij met de rooms-fcatiholieke kerik toak. Hoe oud hij 'toen was, vaJit niet met zekerheid te zeggen. Men neemit aan, dat 'dit pl'aats vond 'tussien zijin 18e en 25ste j'aar. In 1548 bevon'd hij zioh eohter nog in zijn geboorteplaats, maar kort daarop zag hij zich vanwege de geloofsvervolging genoodzaakt naar Engeland uit te wijken, waar hij m'annen aJls a Lasoo, Micron, Utenhove, Datheen en anderen leerde kenmen.

In 1552 was 'hij weer in die zuiidelijke Nederlanden, nu niet m'cer ais glassdhilider, m'aar als randreiaend prediiker met Rijssiel als hoofdplaats, 'daar hij 'tij'dens zijn verblijf In Engeland 'zioh verder had bekwaamd in de liheologie. In Rijssel schreef 'hij zijn eerste werk ondier idie ititel „Le Bastou die la Foy Chres)tienine" ('de stok van het ohrtoteiijk igeloof), idat in 1555 het löht zag. Er braken eohter weer nieuwe vervolgingen uit, wat hem noopte naar Fran'kfort 'aan de Main te vluchten, waar hij zeer waarsohljnlij'k met Oalvijn in kennis 'kwam. Van Frankfort vertrok hij naar Zwiitsierland, waar hij zijn studiën 'te Lausanne en te Grenève voortzeitte en aanvulde. M 1559 bevond hij zich weer on de zuidelijke Nederlanden, trad er in het huwelijk en predikte voor een talrijk gehoor te Rijssel en ook te Doornik. In Doornik m'ocht hij met zeigen arbeiden. Velen werden ondier zijn prediking, düe in het gehieim. igeschóiedde, getrokken uit de duiBitemis tot Gods won'derbaax licht. Er waren er ecihter onder zün 'gemeenteieden, die al te voortvarend waren. Onder hen bevond zich Robert du Four, een sajetwever, onder wiens invloed tot daden werd overgegaan, die voor de giemeente 'emistige 'gevodg'en had. Genoemde Du Four wekte de mensen namelijk op om des avonds de straat op te gaan en psaimzingend dioor ide straten te trekken, wat dan ook gebeurde, eohter tegen de zin van 'Guido de Brés, 'die onmi'ddellijk 'begreep, dat 'dit die gemeente duur te staan zou komen. Tegen zijn waarschuwingen in, gin'g men er toch toe over, en wel op Ide avond van 29 september 1561 van acht tot tien uur. De volgende avond werd het gezang hertaaaid. In één van de liederen, die zij naast psialmen aanhieven, zongen zij, dat 2aj weigerden de afgoden te 'dienen en dat zij streden tegen 'de beelden, tegen 'óae antichris en zijn helpers. Een ander lied eiindtigde met regels, waarin zij zich als volgt tot de 'koning richtten: „Zeer Ohrisitelijtoe koning, bemlnUjk vorst, han'dh'aaf de naam van die Oppertoeer en wees genadig voor de christenen, om uw roem te onderhouden".

Het is te begrijpen, diat düt optredlen bij het bestuur van het stadje Doomiiik grote ergernis verwelkte. Br werden dian ook idoor de schout en zijn schepenen dlirekt na het eerste optreden der zingende schare maatregelen genomen. Zoals reeds opgemerkt, liet men zich hierdoor niet weerhiouden, want op de avond vain 30 september begon men omstreeks zeven uur lopnieuw. Het 'gerucht hiervan drong ook door 'tot 'de landvoogdes. OnmMdellijk zond 2ij een paar kommissarissen naar Doomiik met het bevel sche'rpe m'aatregelen te nemen. Dit had tot gevolg, dat er idagelijks personen 'gevangen werden genomen, en ate deze geen niamen van geloofsgenoten wilden noemen, op de pijnbank werden gebracht. De m'an 'echiter, die hen tot het voeren van 'atatlie had aangezet, de reeds genoemde Robert du Pour, was nergens te bekennen. Terwijl Guido de Brés tot het ^laatst toe in Doornik bleef om zoveel mogelijk nog te redden, had hij de benen genomen. De Brés en zijin ouderlingen begrepen zeer 'goed, dat hun nam.en wel eens verraden konden worden. Ook duchtten zij zeer, dat het gebeurde zou worden aangegrepen om de aanhangers der Reformatie van 'ongehoorzaamheid en opstand tegen de van God gegeven overheid te beschuldigen. Dit werd toch al 'gedaan door 'hen op één lijn te stellen met de beruchte wederdopers, 'dlie van geen overheid wil'den weten.

Ete Brés trad 'hiertegen met aHe besilistheiid 'op. Hij schreef zelfs een werk tegen de wederdopers, bestaan'de uit drie 'boeken. Ook in ar-

tikei 36 der N.G.B. wordt teigen hen opgekomen. De Brés liet daarin uitkomen, dait hij en de zijnen er niet aan dochten om ongeihoorzaam te zijn aan hun overheden in zover deze niets van hen eisten wat tegen Gods Woord was. Liever lieten zij zich verbranden, ophangen, onthoofden of verdrinken, dan dat zij opstand wilden predi­

ken. Opdat nu de overheden, te beginnen bij de koning tot de lagere magistraten, zouden weten wat zij overeenkomstig Gods Woord beleden en leerden, werd besloten een verweerschrift op te stellen, 'waarin de teer der Reformatóe' werd uiteen gezet, en deze aan de overheden te 'doen toekomen.

Aldus werd gedaan. Toen het geschrift 'gereed was, boden zij het de ifconing van Spanje, Füips II aan. Dit ging echter niet door middel van het 'aanvragen van een audiëntie. In'dien De Brés dit zou hebben gedaan, zou hij zeer zeker in de 'kerker zijn geworpen en zou het zijn leven hebben gekost. Vandaar dat het geschrift, bestaande uit 37 artikelen, ; in de nacht van 1 op 2 november 1561 over de muur van 'het kasteel te Doornik werd geworpen, waar 'de koning teen juist vertoefde. Behalve de 37 artikelen werd er nog een brief aan de koning aan toegevoegd. Voorts werd aan de ilagere magitstraten een vertoog 'gericht, terwijl ook de kommlssarissen te Doomik een brief ontvingen, waarop In het vervd'g D.V. nog nader wordt Ingegaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1962

De Banier | 8 Pagina's

De beginselen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 november 1962

De Banier | 8 Pagina's