Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

II

Daarom zal de Heere Zelf ulieden een teken geven: Ziet, een maagd zal zwanger worden, en zij zal een Zoon baren, en Zijn naam Immanuël %eten. Jesaja 7 : 14

Hoe meniigeen verwerpt, gelijk Actiaz dieed, stiout Gods Wooirid. Welke birede scthairen teeiren Ood 'die rug 'toe en weigeren. Hem te erkennen als de enige, waarachitiige God, Die de hemel en 'de aarde gemaakt 'heeft. O, vreest u voor deiauiken. Hun eünde fccxmt; imn ooidergajng ds nabij. Het Woord des Heeren toesitaat eebter (in der eeinvigheid. Het lis het levend en eeuTvigblljvend Woord van Ood.

Aan dat Woord bomde de Heere jong en 'Oud; dat rijfcdoan oooh wereldwij sheid 'oms ooit vain Oods Woord aftrekke! Laat ons de oiflitspraak van dat Woord iboch afdoende zijn. Verwerpt met besMiS*heid aJles wat met dat Woord strijdt. Oeeft uw verstanid 'er ooder gevamgen en tart lale bespotting •der wereld, opdat fim de brede stroom - van 'driest ongeloof wij en onze kinderen niet worden meegevoerd.

Maar in Achaz is ons ook getekend de staat, waarin wij 'allen van nature verkeren. Wij 'zijn in een staat vam ongieloof. Het - ongeloof heersit over 'ons, ook 'al belijden •wij de waarheid en 'al begeven •wij 'Ons getrouw ter 'kerk. Hoe 'groot dit 'l^, het verandert 'die staat van ons naJüuiirlij'k 'hart niiflt. In die staat missen wij het waar geloof in Ou^, en Christus. Adam geloofde sata \ en stelde Ood tot een leu'genaar. £ in sprak: „Gij 'ZU'lt niet sterven". )d zeide: „Ten 'dage 'als 'gij diag m eet, zult gij de 'dood sterven' 'n de mens 'geloofde satans wooa 'i verwierp het Woord 'des Heerei Wij zij'n tolnideren Adams; wij 'dii'agen diens 'gelijteenis; wij zijn toi zulk een staat van ongeloof, dat in het 'diepst van 'ons hart Oods Woord 'ons leugen en satans woord ons waarheid 'is. De nodigiingen van het Evangelie stuiten - op 'de hardheid van 'ons taart 'af; 'de bedreigingen van de 'eeuwige 'dood schudden wij van ons, 'gelij-k een hond het water van aioh schudt. Hoe groot Gods bemoeienissen 'Ook met 'ons zijn; hoe laag Hij nederdaalt, 'oms hart 'breekit 'er 'zomin 'onder, 'als heit hart van Aohaz brak. Wij gaan voort op onze weg en stellen de leu'gen tot 'onze toevlucht. . O, verschrikkelijke misleiding van allen, die aioh - er m'ede 'troosten, dat zij geioven en Jezius aannemen, zonder dat zij er 'kenmiis van dragen, dat 'de Heere hen ru-kte uiit de staat van het ongeloof. Daaruiit wordt Gods volk verlost. Wel blijft het 'Ongeloof dat volk bekampen en neemt toet soms 'de ziel 'gevangen, gelijk Thomas in de strikken vian het 'omgelioof 'gevangen werd, miaar nimm'er zal dat voiik weder in die staat terug vaEen, waarin een mens van natane verkeert.

De Heere miocht 'ons overreden van het schrikkelij'ke van zulk een staat. Achaz stelle Hij - ons ten voorbeeld van 'het gruwelijk ongfeloof, dat ons verhin'dert tot 'Ohristus te komen en Zijn Woord recht 'te horen. 'Dat Woord zal ons zijn een reuk des 'doods ten 'dode. O, mijn onibekeerde lezer, m'ocht de Heere ons uit de staat der ellende rukken, terwijl het 'heden voor ons genaamd wordt.

Nog enkele dagen en iwij gedenken weder - dat het Woord des Heeren is vervuld, en een maagd is zwanger 'geworden en een Zoon gebaard heeft, Wiens naam was Imm'anuël. Maar daze Inunanuël zal tot een val zijn van velen. Wij m'oeten door een waaraohtaig geloof, dat een 'gave Oods is, Hem worden in'gelijfd en aan Hem worden onderworpen. Zijn Woord is nog over ons. Zijn nederbuigende genade betuigt Hij ons. Zondaren millen 'zalig worden. Vijan'den zullen worden miet God verzoend. Niemand .is te sleoht; niet één te 'goddeloos 'om 'door Hem beh'ou'den 'te warden. O, 'dat het voor u eens zulk een Kersitmis 'worden mocht, 'dat 'door 'de 'kracht van Imimianuël het ongeloof verbraken werd in onze harten en Zij'n Woord een levendm'aikende kracht in ons verkreeg, 'opdat •wij met Ood mochten worden verzoend door Hem, Wiens Naam is Immanuël, dat is God met ons.

In de profetie van Imm'anuël ligt dus 'klaar een veroordeling van Achaz; een verwerping; een val van 'allen, 'die 'tegen Hem zich verharden door htun ongeloof en aan wie 'de genade des geloofs naar Oods rechtvaardig oordeel on'tihiouden wordt.

Anderzij'ds echter wordt Christus belo'ofd tot zaliigihpiid van de gevallen, doch uitverkoren 'zondaar. Hij, Die waarachtig God is en blijft. Die was ©er Hij ikwam, werd miens. Hij is Immanuël, d.i. God m'et ons. Bij Zijn geboorte is Jesaja's woord vervuld. Het Evangelie van Mattheüs betuigt het ons (1 : 22, 23): „En diiit , alles is gesctoieid, 'opdat vervuld zou worden, 'hetgeen - van de Heere gesproken is door de profeet, zeggende: Ziet, 'de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en gij zult Zij'n Naam heten Immanuël, hetwelk 'is, overgezet zijnde: Ood met ons". Deze 'naam 'wljst er dus op, dat 'de Geborene to Bethlehems stal 'twee naturen 'heeft. Hij, Die in de 'kribbe nederli'gt os Ood en mens. Waarachtig God en waarachtig en rechtvaardig mens.

Hij 'heeft de ware menselijke natuur aangenomen. Waarachtig mens t'e zijn houdt deze beide zaken 'in, 'dat Hij ziel en 'lichaam aannam, en 'dat Hij behoorde naar Zijn mensh'eid tot het geslacht van Adam. Zonder 'beide ziel en lichaam te hetoben, zou Hij toch geen waar mens zijn. God 'heeft de m^ens met ziel en iliohaam 'geschapen, en elk mens, 'hetzij 'Zwarte 'Of tailanke, heeft beide zi'el en liöh'aam. Maar ook moest Ohristus 'de ware- mjenselijke natuur 'aannemen uit de mensen. Ziet, een m'aagd zal zwan'ger •worden en zij aal een Zoon baren. De Heere heeft Zijn menselijke natuur niet medegebracht uit de hemel. Geen nieuwe menselij'ke natuur is voor Hem 'door God 'geformeerd. Hij lis nüet 'door Maria heen gegaan, gieilij'k water loopt door een goot. Dan ware Hij niet 'het vlees en bloed van Maria en dus niet mens uit 'de mensen. En 'dat juist houdt 'het to 'dat CJhristus waarachtig mens 'geworden is, 'dat Hij be'hoort 'tot 'or^ menselij'k geslacht, ontvangen to het 'lich'aam 'der gelukzalfige maagd Maria, door 'de 'kracht des Heiligen Geestes, zonder 's mams toedoen.

„Daarom belijden wij ('tegen de 'ketterij der wederdopers, die loochenen dat Ohristus menselijk vlees van Zijn moeder aangenomen (heeft) dat Hij een vrucht der lendenen Davids 'is, n'aar het vlees; geworden uit het zaad Davids maar het vlees; een vrucht des bulks 'van Maria; geworden uit een 'vroiuw, een Spruit D'avids; een Scheut uit 'de wortel van Jesse; 'gesproten uit het 'geslacht van Juda; aftoomsiftig van 'de Joden naar h'et vlees; •uit het zaad Abrahams, aangezien Hij aanigeno'men 'heeft 'het zaad Abrahams, en is Zijn 'broederen is all'es gelijk geworden, uitgenomen de zonde" (Ned. Gel. Bel. Art. 18).

Waarachtig mens dus is Chrisitus geworden, met ziel en lich'aam, behorende 'tot 'het ges'lacht Ad, 'ams. En 'toch buiten de toere'keninig van Adams zonde. Hij is rechtvaardig mens, dat wü ze'ggen, zonder zonde; zonder erf- en zon'der dadelijke zonde. Alzo is Hij 'in 'de •waarheid Imm'anuël, dat ds Gods met ons.

Hjj mo'est waarachtig God zijn. Geen bloot schepsel was to sta^t de last van Gods eeuwige toom teigen de zonde te idragen en anderen daarvan te verlossen. Ware de Middelaar alleenlijk rechtvaardig mens. Hij had eeuwig moeten lijden; noodt ware het recht van Ood voldaan 'geworden; nooit de schuld afbetaal'd, - noch de kwitantie van voldoening gegeven. Neen, een bloot schep'sel toon niet verlos'sen. In een 'kor'ts'tonidig lijdden mo'est 'de eeu'Wiige - straf worden weiggenomen en dat vermocht Hij 'alleen. Die waarachtiig en eeuwig God is. Hij schonk aan Zijn lijden en sterven een eeuwige waardij. Zo groot is de verlosstog der uitverkorenen, dat G'od alleen die verm'ocht te wer'ken. De zondaar wordt door God m'et Ood verzoend.

wijlen Ds. O. H. Kersten

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1962

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1962

De Banier | 8 Pagina's