Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Antwoord van de Minister van Justitie  op vragen in verband uitspraak Hoge Raad in de zaak - Voortman

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Antwoord van de Minister van Justitie op vragen in verband uitspraak Hoge Raad in de zaak - Voortman

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoals reeds werd medegedeeld, werd 'door Ir. van Dis in 'zijn rede onlangs gehouden bij 'de behandeling van de begrobing van justi'tie, bij minister Beerman (C.'H.) bepleit heb 'terug betalen van de gelden, die een 'aantal boeren als 'boete hebben m'oeten 'betalen wegens toet niet voldoen aan 'de 'door het 'landbouwschap gestC'lde 'eis een tovenbarisabiiefeaar't in te vullen en deize ondertekend aan dib „schap" terug te zenden. Daar 'inmiddels 'de Handelingen 'dezer vergadering verschenen zijn, laben wij thans volgen wab Ir. van Dis heeft gezegd, en daarna het antwoord, hierop door 'de minister gegeven.

„Ten slotte bepleiten wij bij de 'minister m'et alle niadru'k te' willen 'bevorderen, 'dab aan de boeren, 'die boebe hebben moeben be- 'balen wegens to'et (niet vol'doen laan een toun door 'heb landbouwschap igesbelde eis, heb betaalde 'geld aal worden terug gegeven, inu 'de Hoge Baad 'onlangs de uit- 'spraak deed, dat de '©is van toet 'ianidbouwschap in sbrij'd meb de web was en idit kollege dan oo> k 'de heer Voortman, de 'bekende 'landbouwer tiib de 'buurb van Zubphen, wiens naa'm 'ook 'de m'inls- 'ter ongeb'wijfe'l'd bekend zal zijn, van reohbsvervolgin'g toeefb ontslagen".

De minister van juistitie antwoordde hleriop 'als volgt:

De geachbe afgevaardigde 'de he'er Van Dis heeft 'gevraag'd 'of het niet m'Ogelijk 'is om 'de boetes 'aan de boeren, 'die 'de toventarisatieverordening van 'het 'landbouwisctoap hebben overtreden, terug te betalen. M'aar de geactobe afgevaardigde had 'toch het arrest van de Hoge Baad m'oeten besbuderen, voordab hij zijn vraag stelde, üit het arrest van 'de Hoge Baad 'blij'kt toeei 'duidelijk, dat 'die inventariBatttieve'rordendnig 'als 'zodanig niet ongeldig is, maar idat 'de officier in 'de tenlastelegging 'onvolidoende elementen had opgenomen. Wanneer 'hij de dagvaarding iets had aangevuld, n.l. met de voonscihriften van het uitvoeringsbesluit, die in casu overtreden waren, en 'de rechter dab in zijn bewezenverki'aring haid opgenomen, was een veroordeling gevolgd. Men 'beigrij'pb (toch •wel, dat ik 'om 'die formele fout in deze ene zaak er niet aan kian gaan denken om 'in an'dere gevallen, waarin een 'geivpijsde is, tot terugbetaling van boete over te gaan.

Bij de replieken kwam Ir. van Dis op deze zaak terug. De miinister tooh 'on'derstel'de, dat de heer Van Dis 'heb 'arrest van 'de Hoge Baad niet gelezen had, maar 'hienln was de minister mis. Diiezelfde morgen toch 'had Ir. van Dis toet arrest nog eens goed 'doorgenomen, daartoe in staat gesibeld doordat hem door de selcretaxis vaaa die ibiiesvetrenigtLnig te Edie een volleKüg afsohirift vaai d4t airest was 'toeg'ei2Jond, en. Naar alle waarheid fcon die afigevaardiiigdie dier SJG.P. dieirtvailive to zijn repLielk verklaren, diat hij wel degeUjik toenniis had igienomen van heit dieabetiPeiffenide ^arrest. Niet miinidier waar ds het, dat de Hoge Raad de uitepanaak deed, dat heit voaamiis van de ekanomische poHitaereohüer Ijen aanzien van de - heer Voortmian niieit in sband kom 'blijven en vooiinioeim.'die Raad dit voniniis derhalve vemieitiigde voor wat bet^refit die ikwaMfiteatde, de sferafbaarverklariaiig van heit f edit en van de vendaohte en die sitarafapflieggimg, lom voorts hiierop te laten volgen:

„ReohM'oenide krachtens arülkel 105 van de wet op de Recihterlijike Orgianiisaitde; Versibaat dat het ^Iseweizienveir- Maarde niiet is een sitrafbaar fedit; Ontslaat rekwirant (dit iis dois de heer Voortiman, Ted. De B.) te dier zake van alle rechtsvervolging".

De moiniisiter moge dan aü heibben opgemerkt, idiat de an)ventiarisatd.ieverordening als sjodanig niet ongeldig is, m'aar dat de officiieir van justitie in d'e itenlasteleggimg onvoldoemdie '©lemenüen 'had opgenomen, dit neemit ni'et weg, daA een aantel boeren, die voor hetzelfde feit vervolgd, met boete gestraft of zelfs- ijn de bajes 'opgesloten wenden, ten omiredhte daartoe veroordeeld zijn. Ir. van Dis repliceerde als volgt:

I'k zou voorts nog een vraag willen stellen naar 'aanleiding van hetgeen de 'minister heeft gezegd m.et betrekking 'tot 'de door mij igenoemde boeren. Van de ui'tspraak, het arresit van de Hoge Raad heb ik indeaidiaad 'kennis 'genamen. Daarin wordt aan 'het slot 'eohter wel eieer duidelijk gezegd, 'diat die boer, de heer V'oortman, ontslagen 'is van reöhtsvervolglng. Dat wii dus oofe zeggen, 'dat hij igeen boete behoeft te betalen. Nu iheeft de miinisiteir gezegd, dait er een fou't in de dagvaarding 'is gemiaakt, m; aar ten aanzien van 'di'e 'an'dere 'boeren, die boete hebben moeten betalen en deze ook betaald hebben, 'is toch dezelfde fout 'gemaakt. Dan hebben zij er 'dius evenals 'die heer Voortman, 'die niiet behoeft te beibalen, reoht op, dat ook zij niiet 'behoeven te 'betalen. Zij hebben dus ten onrechte 'beitaald en 'behoren het betaalde 'mijns inziens iteruig te krijgen. Ik zou dus gaarne van de miniisber willen vernemen hoe dat nu eiigenlijik in elkaar zit.

Toen m; inister Beerman verzuimde 'in zijn beantwoording in te 'gaan op wat 'in zake 'de 'boeren door Ir. van Dis was opgemerkt (dit Kamerlid was het enige, 'da/t deze zaak ter sprake haid getoraöht), plaatste Ir. van Dis de navolgernde lim'terruiptie:

„Excellentie, u hebt mij nog niet geantwoord op mijn vraag over de boeren".

Toen m'oest 'de mlln'ister wel antwoorden. Hij zei toet volgende:

Ik weet alleen, dat lin 'deze zaak de H'Oige Raad ontslag vam reohtsvervolgiing heeft uitgesproken, amdajt hetgeen 'in 'de dagvaardimg was ten laste 'gelegd door een te summiere omschrij'Ving niet opleverde een strafbaar feit. Nu weet 'ik niet of in de anHJere zaken 'diezelfde fout is gemiaakt, miaar wanneer in die zaken 'daarop 'geen beroep is gediaan of wanneer 'die 'zalsen nieit zijn on'derw'orpen 'aan het oordeel van de oass€ ut'ierechter, zijn die vanmissen een strafgewijsde geworden. Men kan 'tooh niet van idie min/ister van ju'Sititiie verlangen, dat hij tegen een gewijsde .ingaat. Het gebeurt wel eens imeer, diait to 'n 'analoog liggende zaak de een 'in 'hoger beroep ©aat en de ander niet; dan loopt 'hij, die berusit, de fcans geboffi'den te zijn 'aan een uitspraak, die in hoger 'beroep 'an'de'rs zou hebben geluid. Het gezag van 'gewijsde beperkt ziöh 'bot de zaak, waarop het 'betreifcking heeft. Men .kan van mij inlet vragen, dat 'ik omgezien en zonder 'details een uitspraak doe over andere 'zalken, die hier in het geheel niet ter sprake zij'n gekomen en waaromtrenit noch u noch ik iets weet.

Het 'antwoord van de miinisiber spreekt voor zichzelf. Toch zouden we er 'op willen wijzen, dat to an-. dere gevaEen betreffend'e boeren in kwestie, to'derdaad wel degelljik dezelfde fout m. de dagvaarding te gemaakt. Het dagblad , J> e Telegraaf" maakte 'hiervian. onlangs melding, waarbij een drietal ipiaatsen •werden genoemid, waar de dagvaarding ook fouit was, n.l. Leeuwarden, Almelo en Arnhem. In de eerste twee gevallen werd de dagvaarddog ingetrokken, to Arnhem werd de .dagvaardtog gewijzigd, zodat 'de zaak 'hier idoorgiang zal vtoden en mogelijk reeds doorgang heeft gevo'nden, wat oins niiet bekend is.

Walt 'het verdere van 's miinisiters antwoord betreft, fcaoi hieruit warden geifconkludeerd, dat alle boeren, 'die om hetzelfde feiit 'veroordeeld "Werden, evenals de heer V'oonbmian 'hun zaak bij de Hoge Raad aanh'an'gig hadden moeten maken om ook van reohtsveirvolglnig 'ontslagen te worden.

P.S. Wij hebben .het 'bovenisibaande vanwege de urgenbi'e diezer zaak laben voorgaan. Het voomiemen is de rede to zaJke jusibibi'e to één der volgende numimers van De Ban'ier te plaatsen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1962

De Banier | 8 Pagina's

Antwoord van de Minister van Justitie  op vragen in verband uitspraak Hoge Raad in de zaak - Voortman

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 december 1962

De Banier | 8 Pagina's