Meditatie

En opwaarts ziende naar de hemel, zuchtte Hij, en zeide tot hem: „Effatha, dat is: wordt geopend". Markus 7 : 34

IV.

Maar geliefden, die doofstaoimme had er allies aam. EffartJha, ao teliimM tolt liiem, ao Tnimdit tot weenKlanik in hiem. Want heit Wooasd dies Heerfen is een tweieisnijidend saliierp •awaaff'd; het igaaA dioor tot vendeilinig - vain miemg en beendieiren; toet miaaM dood, heit leert sterven aan onszieif, miaar toet maakt ook levend in die hanlbeniinig - mm Otoitotius' vtogieiren, diat as: 'die Hedlige Oeest. De Geest iis toet 'immers Die levend maaM. Aam uw vlees h'ébt igie tnleits; diart vleselijtog^ainide vetrsitaind vam u, dat geireidieneer en geairigumenbeer, dait moet 'aam toet kiruiiisf Weg er miee, - de 'dood to! Effiaittoa: - open de pooft. Vertaoog, 'O poorten nu 'de boag, Tljsit 'eeiuw'gei ic^euiren, rijst omhoog!

Effa; üha, d'alt is toet maxitoblge toedilswoond van Koniimig Jeizus, Die toffiea spreakit ais Profeöt, Wiens Woord een Godide'lijk getsag en ©en Oodüelij'ke knaoht toeeft, en diat op gnond vam Zijn aanstaande pmiieis- 'teHlijke offerande. Effattoa, 'wordt geopend. Bamdien, valt neer; tooeiien vemd'wijinit; zonden versm'slt als sneeuw "Voor Mij, de Zoinne dier gerecto'tigto'eid. Effattoa, met dat sileutelwoord venoverit Ohrfetus 'alle sleutelposities, wiaar Hij diie toebben wil 'in idieize werield. Zo stictot Hij Zijn feerk, en zo bouwit Hij Oodis heenlijik Koninterijik. Effattoa, ja Otoriisitus 'toeeft *evoren „gezuotot"; toet kostte ook Hem moeite, strijd, rnispammiing; verzoektog van satan wilde Hem vam toet kruiis weertoouden. Maar toet Effaittoa 'wais 'gesohreven 'in Zijn m'iddelaarsaiiel. , ; Doe Mij dte poorten der gerectotigtoeid open". Open idUe poort. Ooik bij u, 'doofstomme. Bij u, geldgiieniige. Bij u, 'aarteleuigenaar en lastemaair. Bij u, sÉüle zelfbevrediiigeir en genieter. Open idlie poort vam oor, van oog, vam tong en mon'd, 'open uw toart voor Konfimtg Jezus. Bn siuiit ze voor goed voor Qdie miaotot, diie Hem, tegenstaat..

O, (geliefde tezers, 'kon dieae 'genade u (door 'iemjamd 'gegeven woiidien. M'aar düe kan aiiu 'geen mens u geven; we fcumnen alleen maar, als "we igoede preddiketris zijn, u, 'aime mensen, naar Gcwi en niaar Otorfistus wijzen en toeenledldien. Dat kam, zegt Luittoer ('adweer), op dMe ma­ nieren: 'door pnediilken, door een goed voorbeeld en 'door 'de voortoede.

AlB dat er nu nog maax zijn mag in toiet midden dier ötorHsitelijike gemeente, laJ 'is toet 'dam 'Ook nog zo gebrekteig: predüktoig vam toet auiivere Woord, een voorbeeld in toet gewone leven, en de band •o.asn el kaar, in de vooitode voor Gods aamgezi'Ctot: mieer moogt en betooeft ge 'eigenlijik nieit 'te verl'amigen. Ook de dienaren des Woarüis besotoikken -over iniiets m'eer — al is •hiet oök nieits mind'er — dam over toet veractote en versmade speeiksel vam 'toet kniisevamigeHe. De doofsüomm'e begreep 'er niets vam. Hij verstond er ook niets van. M'aar de Heere greep Zelf in: Effatitoa, wordt geopend. Bn daar 'giaat •die he­ : mel 'Vol omitfermiing over 'deze ©1len'dige open. De wondefren van ge n'ade stonten aioto uit in zijn verbaasde zwndaarshartt.

Ja, daar zal God steiHiig telkens weev voor zorgen, 'dat stommen sjïreifcen, 'doven Quoren, blinden zien, kpeiupelen springen 'als een toert, m'eü'aatsen — zulke inverdiorven sctoepseien vam binnen — geneiniigd worden, en idiat 'aan „'armen" — tooort u dat: laam 'die lairmen van geest — 'het Evamgeiliie vealkondliigd wowd/t.

Ef fiatltoa, wordit geiopenid. Dait Is tot 'geweldige, ofsöhoon onzictoftbsire werk van Wöorti en Geest, wamneetr zij samen toet laoindiaarstoiart bearbeiden tot aaflaigtoeld. Dajt 'toioudt m aiöh: die mjeping en de weideitgebooirte, de betoanmig en toet geüoof, de reototvaardiigmakÊn'g en die toeiilfiigtoig, en eenmaal zelfs de veiltoeerlij kamig vam die gansie keric. Hums an'diamks •wonden ze er in en er bij betrokkien. O, 'wait SB Gödls Geest mactoti'g. En wart werkt öiie Geest vrijmactotdig, soevereto. Hij 'maakt plaats voor God en goddelijke zaken. Hij doet Otorisitus door toet 'geloof 'kermen en wonen in toet toart. Hij wil Zelf diie woonstede van < xnireiinie geesten lomsctoeppen in een woonsitedie' Gods ­ lm die Geest.

Open 'dat toart, diie tionig, 'diait IOOT en oog voor CJtorisbus. Wamt: „mijn toart, vervuld meit toilbespiegelingen, zal 't sctoioonisitie iied vam enien ÏC'oniog ziinigen", 'dat isr. die Koning vam Pasen, de gekru'isiigde Metssiias- Koci'ing, de vecrrezen VioTBit. Vamwaar 'diat geaamg? Vianwege diie vinger van ide door God besöhükte en gesctooaiken ZaMigm'akeir Zelf, terwijl 'de Geest de 'gladde 'tomge drijft, fc z' laJs de pen vam één, die vaardig sotorijft. Open voor Ohristus, open voor de Viader van Hem. Dan 'wüllen Zij beide intrek nemen in toeit 'toart, en avoindmiaal komen toou'den; en gij, ja werkelijk, gij met Ben, Met die tooogtoeilige Tweedie en Eerste Persoon van toet Wezen Gods, in de gemeensotoap vam 'de Derde Persoon, God de Heilige Geest. Amen.

St. Maartensdijk

Ds. v. d. Haar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen