Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ir. van Dis en het Landbouwschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ir. van Dis en het Landbouwschap

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na het overlijden van Ds. Zandt in maart 1961 werd Ir. van Dis in zijn plaats voorzitter der S.G.P.-fractie. Het was derhalve zijn taak om bij de Algemene Beschouwingen over de Rijksbegroting voor 1962 het woord te voeren. In zijn rede heeft hij toen ook een lans gebroken voor de vrijheid in het bedrijfsleven en tegen de inschakeling tegen hun wil van tal van boeren bij het Landbouwschap.

Ja, zelfs vóórdat er in de buurt van Hoogeveen boerderijen op last van het Landbouwschap verkocht zouden worden, is hij hier reeds met alle nadruk tegen opgekomen. Ir. van Dis sprak het volgende:

Mijnheer de Voorzitter! Wij kunnen voorts niet nalaten ook thans weer op te komen tegen de aantasting van de vrijheid in het bedrijfsleven. Ten deze heeft de regering niet voldaan aan de verwachtingen, die velen, juist met betrekking tot die vrijheid, van haar gekoesterd hadden, toen zij in 1959 optrad in de plaats van het kabinet, waarvan socialisten deel uitmaakten. Wij wijzen slechts op de landbouwers, die tegen hun wil werden ingeschakeld en onder de huidige regering ingeschakeld bleven bij het Landbouwschap.

Verscheidenen hunner, die weigerden daaraan te voldoen, omdat zij zich nooit uit eigen beweging bij het Landbouwschap hadden aangesloten, kwamen met de deurwaarder en de rechter in aanraking. Er werden boeten opgelegd, er hadden openbare verkopingen plaats, sommigen werden in de gevangenis opgesloten, op melkgelden werd beslag gelegd zonder resultaat, en nu is men overgegaan tot het inbeslagnemen van onroerende eigendommen. De vorige week werd een stuk weidegrond achter gesloten deuren in het gerechtsgebouw te Arnhem verkocht, waarbij alleen toegang hadden advocaten, notarissen en deurwaarders, die opdracht hadden om aan de koop deel te nemen. Op 12 oktober zal hetzelfde geschieden te Assen met zeven boerderijen uit Hoogeveen. Gaat dit niet veel te ver, mijnheer de voorzitter? Is hier geen sprake van machtsmisbruik door het Landbouwschap? Men had toch op roerende eigendommen, b.v. een koe of een ander stuk vee, beslag kunnen leggen en van de opbrengst het gedeelte kunnen afhouden, dat het Landbouwschap opvordert.

Zoals het nu is toegegaan en straks te Assen zal toegaan, waarbij zeven boeren met hun gezinnen in hun bestaan ernstig zullen worden getroffen, moet toch wel een tot het uiterst geprikkelde stemming onder de boeren leiden. Een stemming, welke de vorige week tot een uitbarsting is gekomen door het houden van demonstraties, welke niet goed te keuren zijn, maar die wel een treffend bewijs leveren van de ontevredenheid, die er onder de boeren is verwekt door het optreden van het Landbouwschap. De oorzaak van dit alles ligt in de dwang, die wordt toegepast krachtens de wet op de P.B.O., waartegen ook in de kringen der werkgevers zeer ernstige bezwaren bestaan. Wij doen dan ook een ernstig beroep op de regering, te willen bevorderen dat de verkoop der zeven Hoogeveense boerderijen alsnog ongedaan wordt gemaakt en dat ook wordt gebroken met het opleggen van dwang tot aansluiting bij het Landbouwschap.

Bij de replieken zei Ir. van Dis het volgende:

Wat betreft het conflict tussen de landbouwers en het Landbouwschap, en de door mij met betrekking hierop aan de minister-president gestelde vragen, is door hem niet geantwoord, ik heb gevraagd of de regering wil bevorderen, dat de inbeslagneming van de zeven boerderijen te Hoogeveen, die op 12 oktober a.s. te Assen achter gesloten deuren zullen worden verkocht, wordt ingetrokken en dat op een minder ingrijpende vnjze zal worden opgetreden.

Voorts zou ik nog graag een antwoord willen ontvangen op de vraag, of de regering wil bevorderen, dat boeren, die niet bij het Landbouwschap wensen aangesloten te zijn, van de verplichtingen, die dit orgaan op hen legt, zullen ontheven worden.

De minister-president heeft toen wel geantwoord, maar wat gevraagd werd, werd afgewezen. Hieruit blijkt wel, welk een geweldige tegenstand de S.G.P. Kamerleden hebben, wanneer zij bepleiten wat bij vele boeren leeft. Hierover wordt over het algemeen veel te gemakkelijk gedacht. Er zijn er, die denken, dat als de heer Koekoek maar in de Tweede Kamer zou komen, wat nog helemaal niet zeker is, de P.B.O. en het Landbouwschap binnen korte tijd zouden opgeheven zijn, en dat er dan dus geen formulieren meer behoeven te worden ingevuld en ingezonden en dat er geen heffingen meer behoeven te worden betaald.

Nu, we kunnen u op een briefje geven, dat dit besluit op een zeer grote ontnuchtering zou uitlopen, want alle partijen in de Kamer behalve die der S.G.P., zijn met de minister van landbouw en heel de regering sterke voorstanders van de P.B.O. en het Landbouwschap. Demonstraties en acties zullen al evenmin baten, die kunnen de tegenstand van regering en Kamer alleen maar verergeren. Neen, de enig juiste weg is die, welke de heer Voortman volgt, namelijk te trachten door middel van de rechterlijke macht tot in de hoogste instantie toe, een voor de bezwaarde boeren gunstig resultaat te verkrijgen. Daartoe zal van een zeer bekwame jurist (of juristen) gebruik moeten worden gemaakt, daar het hier lang geen gemakkelijke zaak betreft.

Hier volgt thans nog wat Ir. van Dis heeft gezegd in zijn rede bij de algemene politieke beschouwingen over de rijksbegroting voor 1963:

Vooral onder die boeren, die zich maar niet kunnen verenigen met het Landbouwschap, verwekte het optreden van dit „schap" grote verontwaardiging. Het Landbouwschap toch liet voor het verkrijgen van een slechts klein bedrag hele boerderijen en landerijen verkopen, terwijl het kort geleden is voorgekomen, dat een boer uit Nieuwerkerk aan de IJssel naar de gevangenis te Scheveningen werd gebracht, en zoals mij door hem werd geschreven, aldaar met zogenaamde „zware jongens" en geboefte tezamen werd gebracht, zodat hij de hele dag gevloek en onzedelijke taal moest aanhoren. Hedenmorgen vermeldde een persbericht, dat dezer dagen te Putten op de Veluwe twee boeren, respectievelijk van 30 en 75 jaar, in het holst van de nacht door de politie van hun bed werden gelicht. Waartoe, zo vragen wij, is zulk een optreden nodig? Deze twee boeren staan bij de Puttense bevolking bekend als rustige burgers. Er was derhalve geen enkele reden om des nachts hen in de slaap te overvallen. Zij zijn overdag op hun boerderij of in de omgeving van hun boerderij aan het werk, zodat men ze zonder enig bezwaar overdag had kunnen ophalen.

Wij hebben het nimmer kunnen goedkeuren — dit willen wij er bij zeggen — dat werd overgegaan tot het toepassen van revolutionaire handelingen, zoals dat verleden jaar gebeurde, n.l. het lamleggen van het verkeer, waardoor velen, die part noch deel hadden aan de door het Landbouwschap toegepaste maatregelen, in hun vrijheid om van de weg gebruik te maken, ernstig werden belemmerd. Dergelijke handelingen worden door ons beslist veroordeeld, maar anderzijds zijn wij ook van oordeel, dat het verkopen van complete boerderijen en van landerijen ter verkrijging van een klein bedrag, dat door het Landbouwschap werd opgeëist, veel en veel te ver ging. Verscheidene dagbladen, die overigens de revolutionaire demonstraties ook sterk veroordeelden, zoals onder meer de Haagse Courant en De Telegraaf, hebben desniettemin een dergelijk rigoureus optreden van het Landbouwschap ten sterkste afgekeurd. Door het toepassen van een dergelijke methode kweekt men een geest van verzet, die kan leiden tot buitensporigheden, zoals hebben plaats gehad. Het Landbouwschap heeft dit trouwens zelf ook ingezien. Kort na de pogingen tot verkopen van d-e boerderijen in de buurt van Hoogeveen, waarvoor geen kopers waren, richtte het zich met een verzoek tot de staatssecretaris van algemene zaken om de wet op de P.B.O. te wijzigen. Dit verzoek werd gemotiveerd met de bekentenis, dat een zo ingrijpende maatregel, als van het gerechtelijk doen verkopen van onroerende goederen, niet in redelijke verhouding staat tot het bedrag van de heffing en daarom zoveel mogelijk moet worden vermeden. Het „schap" bepleitte daarom een vereenvoudigde regeling voor het beslag onder derden. Wij laten nu onbesproken of het wel nodig is, een wet te veranderen, terwijl beschikt kan worden over alle machtsmiddelen, die elke Nederlander en elke Nederlandse vennootschap ten dienste staan, maar uit de bekentenis van het Landbouwschap blijkt toch wel overduidelijk, dat de in 1961 toegepaste methode van verkoop van boerderijen en landerijen een ongehoord machtsmisbruik was en daarom sterke veroordeling verdient.

Voorts kan nog worden vermeld, dat hr. van Dis, nadat de heer Voortman door de Hoge Raad van rechtsvervolging was vrijgesproken, bij de minister van Justitie voor de andere boeren, die boeten hebben moeten betalen, gepleit heeft om het door hen betaalde terug te geven. De minister gaf hierop echter ten antwoord, dat dit niet ging. Al die boeren hadden zelf evenals de heer Voortman op de voorgeschreven manier in cassatie moeten gaan bij de Hoge Raad.

Ook zijn door Ir. van Dis, zodra hem door een boer-par tij genoot uit Hulsthorst was medegedeeld, dat op 1 maart de 3 boerderijen in het Hollandse Veld op last van het Landbouwschap zouden ontruimd worden, direct stappen bij de minister van Justitie gedaan om die ontruiming te trachten te voorkomen. De minister kon dit echter onmogelijk doen, zoals hij zeide, daar hij niet in de onafhankelijke rechterlijke macht mocht ingrijpen.

Men ziet uit al wat hier is medegedeeld, dat zowel Ds. Zandt als Ir. van Dis als fractievoorzitters wel degelijk voor de tegen het Landbouwschap bezwaarde boeren in de Tweede Kamer jaar op jaar op de bres hebben gestaan.

Wanneer dus rondgebazuind wordt, dat zij dit niet hebben gedaan, dan kan dit niet anders dan gebrandmerkt worden als leugen en laster, waarmede in verkiezingsdagen zo veel wordt gewerkt om stemmen voor eigen partij te winnen. Men zij dus op zijn hoede voor allerlei leugenachtige praatjes, waaraan het vóór 15 mei wel niet zal ontbreken. Ook de heer Kodde is steeds voor de vrijheid in het bedrijfsleven en tegen het Landbouwschap opgekomen. In 1961 verklaarde hij, dat dit „schap" tot stand is gekomen op een wijze, die geen waarborg biedt, dat het door de bedrijfsgenoten is gewild, en dat het wordt aangevoeld als een gedwongen organisatie. In de landbouwrede, door de heer Kodde kort geleden gehouden, verklaarde hij voorts met alle nadruk, dat de S.G.P.-fractie afwij­

zend staat tegenover het Landbouwschap.

Duidelijker kan het toch niet worden gezegd! Op alle boeren wordt daarom een dringend beroep gedaan 15 mei a.s. te stemmen op

No. 1 van lijst 7 Ir. C. N. van Dis

En dat temeer, omdat de S.G.P. beginselen voorstaat, die op Gods Woord en de belijdenis der vaderen gegrond zijn. Dit is bij de Boerenpartij niet het geval. Deze partij is nu eenmaal heel anders ontstaan en samen gesteld. Er zitten zelfs vrijzinnigen en ook roomsen in. Niet uit de drang der beginselen, die naar Gods Woord zijn en in het beginselprogram der S.G.P. in het kort worden vertolkt, maar enkel en alleen uit de drang om van het Landbouwschap verlost te worden. Op zichzelf hebben we hierop helemaal niets tegen, dat blijkt wel wat hierboven uit redevoeringen der S.G.P. Kamerleden werd aangehaald, maar wij hebben wel te bedenken, dat dit nooit mag gaan ten koste van de voornoemde beginselen. Wij zouden dan Gods Woord verloochenen en hoe zou daar ooit Gods zegen op kunnen rusten? Daarom nogmaals, kiezers, verzaakt de beginselen niet en geeft straks uw stem aan de S.G.P., die zowel voor de beginselen der Reforniatie, die naar Gods Woord zijn, opkomt, alsook voor de belangen, ook die der tegen het Landbouwschap bezwaarde boeren, opkomt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 1963

De Banier | 8 Pagina's

Ir. van Dis en het Landbouwschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 mei 1963

De Banier | 8 Pagina's