Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De officiële uitslag der Tweede Kamer-verkiezingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De officiële uitslag der Tweede Kamer-verkiezingen

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Algemeen overzicht

De op 15 mei plaats gehad hebbende verkiezingen voor de leden der Tweede Kamer heeft een wel zeer opmerkelijke verrassing gebracht. Wie toch had verwacht, dat de

Party van de Arbeid,

die 48 zetels in de Tweede Kamer had, met niet minder dan 5, zegge vijf zetels achteruit zou gaan? Dit is daarom zo opmerkelijk, omdat de P.v.d.A. geen deel uitmaakte van het kabinet-de Quay en derhalve een oppositie-partij was. Of dit verlies zijn oorzaak vindt in de wisseling van fractie-voorzitter, is zeker niet onmogelijk. De vorige fractievoorzitter. Mr. Burger, had veel grotere capaciteiten als volksmenner dan Dr. Vondeling, hoe geleerd deze ook moge zijn. Het wil er dan ook bij ons nog niet in, dat het verlies van de P.v.d.A. moet worden toegeschreven aan het optreden van de heer Burger tijdens diens fractie-voorzittersschap en aan het feit, dat de heer Vondeling nog te kort fractie-voorzitter is geweest. De intellectuelen uit de P.v.d.A. mogen wellicht de voorkeur geven aan Dr. Vondeling, die ongetwijfeld als landbouwkundig ingenieur op landbouwkundig gebied en ook op economisch gebied een bekwaam figuur is, maar als spreker voor de arbeiders kan hij beslist niet halen bij Mr. Burger.

Wat de

V.V.D.

betreft, kan van geen verrassing gesproken worden. Deze party maakte bij de Kamerverkiezing van 1959 een grote vooruitgang. Zij kwam toen zelfs van 13 op 19 zetels. Bij de Statenverkiezingen van 1962 echter k; -eeg de V.V.D. geduchte klappen. Vergeleken met de Kamerverkiezing van 1959 liep zij met 2, 17% terug. Bij de daarop volgende verkiezingen voor de gemeenteraden werden door haar andermaal belangrijke verliezen geleden. In de allergrootste steden zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag verloor zij toen zelfs 4 raadszetels, in andere kleinere steden zoals b.v. Haarlem en Hilversum drie zetels. Van deze partij was het dus wel te verwachten, dat zij bij de Kamerverkiezingen van 15 mei verliezen te boeken zou krijgen. Zij ging dan ook met drie zetels achteruit, zodat zij van 19 op 16 zetels komt. De enige troost zou voor de V.V.D. kunnen zijn, dat het verlies tot 3 zetels bepez-kt is gebleven, alzo een zetel minder verlies dan volgens haar stemcijfer van de Statenverkiezing 1962 het geval zou zijn geweest.

Dit stemeijfer toch gaf aan, dat als er toen Kamerverkiezing zou zijn geweest en de V.V.D. dan hetzelfde aantal stemmen had gekregen, zy vier zetels zou verloren hebben. Dat dit niet gebeurd is, kan zeer goed zyn oorzaak vinden in het feit, dat minister Toxopeüs, die de lystaanvoerder van de V.V.D. was, vlak voor de verkiezingen wetsontwerpen heeft ingediend, waarby de belangen van bepaalde volksgroepen ten nauwste betrokken waren, en die hy ook by de Kamer er door kreeg, zoals, om er maar één van te noemen, het wetsontwerp in zake de welvaartsvaste pensioenen. Het verlies van de drie zetels is onge twy f eld te wyten aan het deelnemen aan deze verkiezing van verscheidene heel kleine liberale partyen, die nauwehjks partyen kunnen worden genoemd, omdat ze eerst kort geleden uit de grond zyn gestampt en dus over geen organisatie van enige betekenis beschikken. Voorts zullen er nog heel wat kiezers zyn geweest, die voorheen op de V.V.D. stemden, maar door het beleid der V.V.D.-fractie ten aanzien van het artsen-echtpaar Meulenbelt en de heer Van der Putten, hiervan ook thans evenals in 1962 hebtoen afgezien.

Zou volgens de uitslag van de Statenverkiezing 1962 de

A.R.P.

haar 14 zetels behouden hebben, dit is bij de Kamerverkiezing van 1963 heel anders gelopen. Deze partij toch kreeg een verlies van één zetel, zodat zij van 14 op 13 zetels kwam. De slogan (slagzin) „Schakel in op Schakel no. 15 van lijst 4" heeft dus voor de A.R.P. niet gebracht wat de „verontrusten" er wellicht van hadden gehoopt of verwacht. Ook blijkt uit het verlies van de A.R.P., dat vele kiezers er voor bedankt hebben om in te gaan op de uitnodiging naar hun „eigen huis" terug te keren. Een leuze, die sterk deed denken aan de woorden van de tegenwoordige paus, die in 1962 de protestanten toevoegde: „Hier is uw huis". Het is lang niet onmogelijk, dat deze uitdrukking de A.R.P. geïnspireerd heeft tot het terug roepen van de dissidenten — dit zijn zij, die zich van de A.R.P. hebben losgemaakt of afgewend — naar het huis, dat zij in de loop der jaren en vooral in 1962 verlaten hebben.

De kiezers, die aan het Gereformeerd Politiek Verbond hun stem gegeven hebben, hebben zich althans door deze leus niet laten terug roepen, want het G.P.V. heeft thans een zetel behaald. Het verkreeg die zelfs zeer ruim, want er werden meer dan 5300 stemmen boven de kiesdeler gehaald. Ook de kiezers, die vroeger op de A.R.P. stemden en op de S.G.P. zijn overgegaan, hebben geen gehoor gegeven aan de oproep naar het „eigen huis" terug te keren, want de S.G.P. behield niet alleen haar drie zetels, maar zij ging procentsgewijze vooruit. Op de uitslag voor de S.G.P. zal echter in een afzonderlijk artikel nader worden terug gekomen.

Thans vraagt de

C.H.U.

onze aandacht. Deze partij ging één zetel vooruit. Wat de A.R.P. verloor, wordt dus door de winst van de C.H.U. weer aangevuld. Deze zetelwinst zal de C.H.U. zeer waarschijnlijk te danken hebben aan Mr. Scholten, de thans demissionaire staatssecretaris voor onderwijs, kunsten en wetenschappen. Deze toch heeft zich als een warme voorstander doen kennen van de commerciële televisie, toen onlangs de televisienota door hem werd verdedigd. Daarin werd hij door de C.H.-fractie gesteund, zodat het niet onmogelijk is dat de V.V.D., die zich in de verkiezingstijd eveneens zeer druk heeft gemaakt over de commerciële televisie, ook aan de C.H.U. nog stemmen heeft moeten afstaan.

Voordat we ons gaan bepalen bij de andere kleine partijen, moeten we nu eerst nog stilstaan bij de

K.V.P.

Deze partij is gelukkiger geweest dan de P.v.d.A. en de V.V.D. Zij heeft er namelijk één zetel bij gekregen, en is dus gekomen van 49 op 50 zetels. Aangezien zij van de regeringspartijen de grootste is, en geen zetel verloor, maar er zelfs één gewonnen heeft, is het wel vrij zeker, dat een r.k. de opdracht zal krijgen voor de kabinetsformatie.

De K.V.P. heeft dus nu de 50 zetels verkregen, die het in 1959 had willen hebben. Prof. Romme, die toen nog fractievoorzitter en lijstaanvoerder der K.V.P. was, heeft toen namelijk verklaard, dat hij had gedacht, dat het aantal K.V.P.-Kamerleden tot 50 zou worden uitgebreid. Het bleef toen echter bij 49, waarmede het de P.vd.A. met één zetel overtrof. Thans echter gaat de K.V.P. met 7 zetels boven de P.v.d.A. uit, wat geen geringe meerderheid is. De K.V.P. kan dan ook nog verschillende kanten uit. Het zou alleen met de P.v.d.A. een kabinet kunnen vormen, waarbij het op de steun van 93 Kamerleden zou kunnen rekenen. Er zou dan weer een rooms-rood kabinet komen, zoals wij dit vlak na de oorlog hebben gehad. Deze combinatie zou dan over een iets grotere meerderheid beschikken dan wanneer de K.V.P. weer met de A.R., C.H. en V.V.D. in zee ging, daar dan op de steun van 92 Kamerleden zou kvmnen worden gerekend.

Zeer waarschijnlijk zal het wel op laatstgenoemde combinatie uitlopen, want een kabinet, dat op deze vier partijen kan steunen, beschikt altijd nog over een behoorlijke meerderheid. Gezien de felle kritiek, die de P.v.d.A. op de regering onder Prof. de Quay heeft uitgeoefend, lijkt het opnemen van de P.v.d.A. in de regering wel zeer onwaarschijnlijk. Met zekerheid valt hierover echter nog niets te zeggen, want als Rome het voor haar van belang zou achten de P.v.d.A. in de regeringscoalitie op te nemen, dan zal zij daarvoor zeker niet terugdeinzen. Met deze verkiezing is Romes invloed ongetwijfeld weer toegenomen.

Van de kleine partijen vestigen we thans allereerst de aandacht op de

P.S.P,

de pacifistisch socialistische partij. Dat deze partij echt socialistisch is, blijkt overduidelijk uit haar program van beginselen. Ze is voorts zo pacifistisch aangelegd, dat ze zou willen, dat Nederland tot éénzijdige ontwapening zal overgaan. Ook zouden volgens haar de westelijke landen hun atoom- en waterstofbommen maar op de bodem van de zee moeten laten ontploffen. Dat Rusland en zijn satellieten er dan als de kippen bij zouden zijn om het westen onder bedreiging met hun voorraad atoom- en waterstofbommen op de knieën te krijgen, schijnt deze partij niet te deren.

Zo men zich zal herinneren, behaalde deze partij bij de Statenverkiezingen van 1962 een belangrijke winst. Hun stemcijfer zou hen toen al recht op 4 Kamerzetels hebben gegeven. Dit aantal hebben zij nu dan ook behaald. Er blijkt uit, dat zij vergeleken met de Statenverkiezingen niet veel meer in aantal stemmen toegenomen zijn. Van 3, 01% in 1962 kwamen zü op 3, 02% in 1963, zoals uit de hieronder geplaatste tabel blijkt.

Ook de C.P.N. steeg van 3 op 4 zetels.

Alsnu komen wij bij de

Boerenpartij

Deze partij heeft bij deze verkiezinwel zeer goed geboerd. Zij verwierf toch met één slag 3 zetels met ruim 10.000 stemmen minder dan de S.G.P. Dit verwondert ons niet in het minst. Wat in het Hollandse Veld door het Landbouwschap is uitgehaald, heeft niet alleen tal van boeren wakker geschud, die voorheen weinig of niets van bezwaren tegen het Landbouwschap hebben doen horen, maar ook tal van burgers, in de grote steden zelfs. Dit blijkt wel uit de hoge stemcijfers welke deze partij in steden als Rotterdam, Den Haag en vooral Amsterdam verkreeg. Ongetwijfeld zullen hierbij ook heel wat stemmen zijn van middenstanders, kleine en grote, die tegen de veelvuldige overheidsbemoeienissen en tegen de P.B.O. gekant zijn. Denk voorts aan de saneringsmaatregelen, volgens welke melkboeren gebonden zijn aan een hen opgelegde wijk en aan de vestigingseisen. Daarbij is de Boerenpartij in zoverre in het voordeel, dat het uitsluitend een belangenpartij, ja, een z.g. neutrale belangenpartij is, die in haar program over Gods Woord en wet met geen woord rept. Rome wordt ook met rust gelaten, tegen subsidies aan opera, toneel, dans en al dergelijke vermaken wordt door deze partij nimmer geageerd, zodat zelfs roomsen geen bezwaar behoeven te hebben zich bij deze partij aan te sluiten of in elk geval haar te steunen en op haar te stemmen. Van de ontruiming der boerderijen in het Hollandse Veld hebben de zich noemende „Vrije boeren" dan ook handig gebruik gemaakt om die als propaganda voor hun partij te gebruiken, waarmede zij — wat te voorzien was — groot succes hebben gehad. Zij behaalden ruim 133.000 stemmen.

De allerkleinste partijen hebben helemaal niets bereikt, zelfs de „Li­ berale Staatspartij" van ridder Van Rappard niet. Deze partij verkreeg slechts 22.350 stemmen, terwijl de kiesdeler 40936 is. Van een zetel d\xs geen sprake. Ook „Economisch Appèl", dat samenwerkte met de .Jjiberale partij van Vrije Burgers" van Fabius viste achter het net. Zij verkreeg wel circa 15.000 stemmen meer dan de partij van Van Rappard, maar toch ongeveer 3500 stemmen te weinig voor een zetel. De hier genoemde twee partijen zijn er dus wel zeer slecht afgekomen. Niet alleen is al hun moeite te vergeefs geweest, maar ook zijn zij veel geld kwijt aan advertenties en verldezingsmateriaal. Voor de Liberale Staatspartij van Van Rappard komt hier nog bij, dat deze ook de waarborgsom van 9000 gulden kwijt is. Men moet namelijk driekwart van de kiesdeler behaald hebben om deze waarborgsom te kunnen terug krijgen, en dat heeft de partij Van Rappard niet. Ook de „Nieuw Democratische Partij" krijgt de waarborgsom niet terug. Zij kreeg maar 13.092 stemmen. Eén van de heren dezer partij, die ook op haar lijst voorkwam, woonde de laatste tijd reeds de vergaderingen der Kamer bij om alvast enig inzicht te verkrijgen in wat er alzo in de Kamer voorviel. Blijkbaar verwachtte hij zulk een stormloop van kiezers op de lijst zijner pas kort geleden opgerichte partij, dat hij zich in gedachten reeds zeker waande straks ook 'n plaats te krijgen op één der groene bankjes. Voor de „Liberale Unie", die met „Veilig Verkeer" één naam vormde, was de teleurstelling al niet minder. Ze behaalde wel meer stemmen dan de „Nieuwe Democratische Partij" namelijk 20.984, maar te weinig om gekozen te zijn, te weinig ook om de gestorte waarborgsom terug te verkrijgen.

De lijst van Grol en die van het Volksreferendum behaalden nog geen 1000 stemmen. De eerste 872, de laatste 835, wat dus wil zeggen tijd, moeite, geld en waarborgsom kwijt, al hebben ze hun lijst slechts in heel weinig kieskringen ingediend, naar wij menen in respectievelijk twee en één kieskring, zodat het verlies aan waarborgsom voor hen niet zo groot is als voor bovengenoemde partijtjes.

Wij laten thans een overzicht volgen over het totaal der door de onderscheidene partijen behaalde aantal stemmen. Dit overzicht ziet er als volgt uit: Thans volgt een tabel waaruit blijkt hoeveel zetels elk der partijen in de Tweede Kamer heeft na de Ka-

merverkiezingen van 1963 in vergelijking met die van 1959 en 1956:

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1963

De Banier | 8 Pagina's

De officiële uitslag der Tweede Kamer-verkiezingen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 1963

De Banier | 8 Pagina's