Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Prof. Romme informateur

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Prof. Romme informateur

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tegen aller verwachting werd toen bekend, dat Prof. Romme, de vorige fractievoorzitter van de K.V.P. in de Tweede Kamer, als informateur was aangewezen. De Koningin heeft hem op het paleis te Soestdijk ontvangen en hem verzocht — „gelet op de uitslag der verkiezingen" — „een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van de vorming van een kabinet, dat zich verzekerd kan achten van een zo breed mogelijke steun in het parlement". Ziende op deze opdracht, is te verwachten dat Prof. Romme zich niet alleen met de K.V.P., de V.V.D., de A.R. en de C.H. in verbinding zal stellen, maar ook met de P.v.d.A. En dit te meer, omdat van Prof. Romme bekend is dat hij naar de linkervleugel in zijn partij overhelt en steeds een sterke voorstander is geweest van een kabinet op brede basis, hoewel niet tot elke prijs. Toen toch in 1958 door de P.v.d.A. ministers bepaalde belastingvoorstellen werden Ingediend en tot het einde toe door hen werden verde­ digd, zag Prof. Romme er niet tegen op het kabinet-Drees te laten vallen, om daarna steim te geven aan een kabinet, waarvan inplaats van de P.v.d.A., de V.V.D. deel ging uitmaken. Met dat al blijkt maar al te zeer hoe groot de invloed van Rome in ons land geworden is. Zij behaalde bij de verkiezingen een winst van één zetel, waardoor haar Tweede-Kamerfractie op 50 leden kwam. Een A.R. of C.H. kwam na de oorlog niet meer in aanmerking voor het minister-presidentschap, zoals dit vóór de oorlog met Dr. Colijn, Jhr. Mr. de Geer en Prof. Gerbrandy nog wel het geval was. Hiermede willen wij niet zeggen dat het onder hen uit principieel oogpunt zoveel beter was dan onder de kabinetten van Dr. Drees en Prof. de Quay. Het is er verre vandaan. Specifiek christelijke wetten, die naar Gods Woord zijn, bleven ook toen helaas achterwege. De dag des Heeren werd schrikkelijk ontheiligd, onder meer door het laten lopen van de openbare vervoermiddelen op de dag des Heeren, ja zelfs door het inleggen van treinen tegen goedkoop tarief naar sportwedstrijden en kermissen. Werd daartegen van de zijde der S.G.P.-Kamerleden opgekomen, dan kregen zij van de Regering ten antwoord, dat de belangen van het publiek er mede werden gediend en die van de Spoorwegen er by waren gebaat. Neen, niet omdat er onder de kabinetten van Colijn en De Geer geregeerd werd volgens het richtsnoer van Gods Woord en wet, wezen we hierboven op het feit, dat na de oorlog geen A.R. of C.H. meer in aanmerking kwam om als kabinetsformateur op te treden. We deden dit enkel en alleen om te doen uitkomen hoe zeer Rome's macht en invloed al in ons land gekomen zijn. Wat zou iemand als docent Van Lingen, van wie wij zeer kort geleden een citaat gaven, hiervan wel zeggen, als bedacht wordt dat hij toen, omstreeks 1910, reeds de aandacht vestigde op de toenemende invloed van Rome als gevolg van de coalitie, door te verwijzen naar de samenstelling der toenmalige Regering. Wat zouden bovenal mannen als Baudartius, wiens ouders in zijn prille jeugd vanwege de hitte der vervolging de wijk naar Engeland hadden moeten nemen, wel zeggen indien zij hun ogen eens konden opslaan en zien hoe het thans gesteld is in ons land, dat eens door Gods machtige hand verlost werd uit Rome's macht. Hoe heeft genoemde Baudartius, die nog aan de Statenvertaling een werkzaam aandeel heeft gehad vanwege zijn grote kennis der oude talen, de overheden en zijn tijdgenoten er voor gewaarschuwd, dat als men Rome één vinger geeft, het na verloop van tijd de gehele hand zou nemen.

Men heeft echter zijn waarschuwingen, alsmede die van zovele andere oude, godzalige leraars, in de wind geslagen. De geest der Hervorming verflauwde steeds meer en meer. In plaats van de hechte beginselen der Reformatie werden de beginselen der revolutie aanvaard. Hiervan werd door Rome, zoals te begrijpen is, geducht partij getrokken. Wij zien hiervan in deze eeuw de resultaten. In 1922 kon één der R.K. Kamerleden reeds uitroepen, dat Rome in Nederland „troef" was. Zo is het tot op heden nog, zelfs in versterkte mate. Vooral nu de P.v.d.A. een geduchte nederlaag geleden heeft en zeven zetels minder heeft dan de K.V.P., steekt de K.V.P. boven alle andere partijen uit in grootte. De benoeming van Prof. Romme tot informateur hangt hiermede ten nauwste samen.

• Toch had vrijwel niemand gedacht, dat Prof. Romme weer voor het voetlicht zou treden. Wel gingen de gedachten uit naar een rooms-katholiek, bijv. Prof. de Quay, Dr. de Kort of Prof. Beel, maar Prof. Romme was in niet één persorgaan genoemd, evenmin was zijn naam in politieke kringen naar voren gebracht. Dit moet ongetwijfeld wel worden toegeschreven aan het feit, dat Prof. Romme een paar jaar geleden om gezondheidsredenen zich genoodzaakt zag zich geheel uit de practische politiek terug te trekken. Hij heeft toen namelijk niet slechts bedankt als voorzitter van de K.V.P.-fraktie, maar zelfs als lid van de Tweede Kamer. Voor deze fractie was dit een buitengewoon groot verlies, want Prof. Romme is inderdaad met zeer grote gaven bedeeld. Vrijwel niemand van de huidige R.K. politici kan hem daarin evenaren. Enige tijd na zijn aftreden werd hij tot lid van de Raad van State benoemd, maar dit hoge college staat buiten de practische politiek. Toch is het anderzijds weer niet zo vreemd, dat juist op hem de keuze viel. Ook Prof. Beel, die in 1958 lid van de Raad van State was, werd toen door door H.M. de Koningin aangezocht als informateur.

Prof. Romme is onmiddellijk aan het werk gegaan. Eerst werden door hem met de ministerraad besprekingen gevoerd, om te vernemen welke moeilijke problemen er met betrekking tot de onderscheidene departementen bestaan. In afwachting der ministeriële rapporten heeft Prof. Romme vervolgens besprekingen gevoerd met de fractievoorzitters der grotere partijen, ook dus met Dr. Vondeling van de P.v.d.A., die na afloop van het onderhoud er zijn bevreemding over uitsprak, dat Prof. Romme als informateur optrad en niet de voorzitter van de grootste ICamerfractie, waarmede hij op Dr. de Kort doelde.

Een lastige kwestie zal nog zijn die van het zich vastleggen op een omlijnd program. De V.V.D. en de C.H. zijn hiervan besliste tegenstanders Zij voeren hier tegen aan dat er zich omstandigheden kunnen voordoen, waarin het niet mogelijk is zich aan het program te houden. De K.V.P. en de P.v.d.A. daarentegen zijn juist voorstanders van een vooraf bepaald program. Hierover zal dus nog wel het één en ander te doen zijn. Lettend op de verschillen tussen de onderscheidene partijen, zou het wel eens geruime tijd kunnen duren voordat de nieuwe regering tot stand komt. Volgens berichten in de pers zou het zelfs tot half juli kunnen duren eer dat het zo ver is. Met zulke berichten moet men echter altijd voorzichtig zijn, want het zou ook best kunnen zijn, dat het nieuwe kabinet er veel eerder dan 15 juli is.

Vooral als het zo mocht lopen, dat de P.v.i\.A. er buiten valt, is te verwachten dat er veel spoediger overeenstemming tussen de onderscheidene partijen wordt bereikt. Het is echter heel goed mogelijk dat de P.v.d.A. water in de rode wijn doet en ook voor deelneming aan het kabinet in aanmerking komt. Prof. Romme zal wel trachten het daarheen te sturen. Of de V.V.D. dan mee zal doen, valt nog te betwijfelen. Het heeft echter geen zin hierop vooruit te lopen. Het beste is af te wachten waarmede Prof. Romme voor de dag komt. Indien hij slaagt, moet er een formateur worden benoemd, die dan ook weer voor moeilijkheden komt wat betreft het vinden van personen, die geschikt en bereid zijn een ministerportefeuille te aanvaarden. In 1959 heeft dit ten aanzien van enkele departementen nogal moeilijkheden opgeleverd, zoals voor Justitie en Defensie. Tenslotte vond Prof. De Quay na veel lijmen en krammen Mr. Beerman bereid minister van Justitie te worden, al ging het bij hem niet van harte. De V.V.D. had grote moeite iemand uit V.V.D.-kring voor Defensie te vinden. Tenslotte werd de heer v. d. Bergh, directeur van de „Unilever" benoemd, die zeer zeker op organisatorisch gebied over grote bekwaamheden beschikt. Wegens betrekkingen met een gescheiden vrouw, waarover in de pers publicaties verschenen waren van de zijde van de echtgenoot dezer vrouw, nam de heer Van den Bergh ontslag en werd opgevolgd door Ir. S. Visser, op wiens beleid zo veel en zulk een scherpe critiek is uitgeoefend. Het zal wellicht ook nu wel niet meevallen om voor bepaalde departementen de geschikte personen voor de ministersfuncties te vinden.

• Prof. Romme heeft na Hemelvaartsdag te kennen gegeven, dat hij zich niet zal bezighouden met wie in het kabinet zitting zullen nemen of wie als kabinetsformateur zal optreden. Voorts deelde hij mede nog niet van alle ministers de gegevens te hebben ontvangen, waarom hij had gevraagd. De vorige week vrijdag hield hij voorts besprekingen met de ministers De Pous en Zijlstra, alsmede met Prof. De Quay, om te spreken over de onderlinge samenhang der vraagstukken, waarmede het nieuwe kabinet te maken zal krijgen. In het begin van deze week heeft Prof. Romme voorts andermaal besprekingen gehad met de fractievoorzitters der grotere partijen. Of dan het resultaat hiervan zal zljn dat binnenkort een kabinetsformateur kan worden aangewezen en tot kabinetsformatie kan worden overgegaan, dient te worden afgewacht.

Gedenken wij inmiddels H.M. de Koningin, op Wier schouders zulk een zware taak rust, in de gebeden, wat geheel naar Gods Woord is. Hierin toch wordt ons voorgehouden — en dat wel toen een heidense keizer op de troon zat — dat er smekingen, gebeden, voorbiddingen en dankzeggingen zouden worden gedaan voor alle mensen, voor koningen en allen, die in hoogheid zijn, opdat wij een gerust en stil leven leiden mogen in alle godzaligheid en eerbaarheid. Bovenal schenke Hij Haar de zaligmakende genade, die nodig is om eenmaal zonder verschrikking voor de Allerhoogste Majesteit te kunnen verschijnen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1963

De Banier | 12 Pagina's

Prof. Romme informateur

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 mei 1963

De Banier | 12 Pagina's