Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uitslagen Kamerverkiezingen voor S.G.P. in Groningen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uitslagen Kamerverkiezingen voor S.G.P. in Groningen

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als laatste provincie, van welker gemeenten de uitslagen nog vermeld moeten worden, komt de provincie Groningen. Ook deze provincie verviel in het laatst der 16e eeuw als bolwerk van Rome. Niettegenstaande het schandelijk verraad, gepleegd door George Lalaing, graaf van Rennenberg, gelukte het niet het werk der Hervorming aldaar te stuiten en te vernietigen.

Deze graaf was een Zuidnederlands edelman, een broer van de graaf van Hoogstraten, boezemvriend van de Prins van Oranje. Als kapitein en daarna als kolonel over tien vendels voetvolk in Staatse dienst had hij zich verdienstelijk gemaakt in de strijd tegen de Spanjaarden, die hij uit de noordelijke gewesten verdreef. Zowel de Prins als de Staten-Generaal stelden dan ook in hem het volste vertrouwen, wat ook blijkt uit zyn benoeming tot stadhouder van Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel, in de plaats van de fanatiek roomse Caspar de Robles, die door het Waalse garnizoen van de stad Groningen gevangen was genomen en naar Brussel gevoerd. Óok als stadhouder maakte Van Rennenberg zich nog verdienstelijk door zijn maatregelen tegen de Spaanse tyrannie. Hij veranderde bijvoorbeeld de Spaansgezinde regering te Leeuwarden, trad streng op tegen de Spaansgezinde geestelijken, ja hij liet zelfs de bisschop in de gevangenis werpen! Voorts veroverde hij Kampen en Deventer en tekende zelfs in het begin van 1579 de Unie van Utrecht, nadat ook de Prins van Oranje daartoe was overgegaan. Hoewel hij zelf rooms bleef, werkte hij samen met teruggekeerde calvinistische ballingen en kondigde hij in zijn gebied de godsdienstvrede af, waardoor de gereformeerden in vele plaatsen een kerk kregen. Ook de stad Groningen, waar van rooms-katholieke zijde sterk verzet tegen de gods­ dienstvrede bestond, werd door hem gedwongen zich daaraan te onderwerpen.

Inmiddels echter smeedde Rennenberg plannen om de gewesten, waarover hij gesteld was, weer onder het Spaanse en dus roomse juk te brengen. In het geheim knoopte hij onderhandelingen aan met de hertog van Terranova, doch deze sprongen af, omdat men het over de voorwaarden niet eens kon worden. Rennenberg wilde namelijk aan Parma wel de nodige steun bieden, maar hij moest er beter van worden. Bij nieuwe onderhandelingen vielen de voorwaarden voor hem blijkbaar gunstiger uit, met het gevolg dat hij in maart 1580 te Groningen verklaarde van de Staten-Generaal afgevallen te zijn. Geheel onverwachts kwam dit verraad niet. Graaf Jan van Nassau, stadhouder van Gelderland, had de Prins al eens er van op de hoogte gesteld, dat hem een tarief in handen gekomen was, waaruit bleek dat Rennenbergs secretaris zich te Keulen bevond, waar destijds onderhandeld werd over de vrede. Ook bleek er uit dat deze secretaris in het kamp van Parma voor Maastricht was geweest. Graaf Jan heeft hierover nog opheldering gevraagd aan Van Rennenberg, doch diens antwoord was blijkbaar van die aard, dat graaf Jan er door tevreden gesteld was. Wat later echter kreeg men opnieuw argwaan, toen er steeds maar gereisd werd en familieleden van Rennenberg, die in nauw contact met Parma stonden, hem bezochten. Vooral een zuster van Rennenberg heeft er sterk bij hem op aangedrongen zich weer aan de zijde van de koning te plaatsen, teneinde niet langer de „heilige kerk" te onderdrukken. Ook prikkelde zij zijn familietrots, welke hem naar haar zeggen weerhouden moest van zich op te houden met het gezelschap van „laaggeboren wevers en handelslieden".

De Prins van Oranje, die nog een reis naar Groningen heeft gemaakt om Rennenberg over zijn stap te onderhouden, maar door deze niet ontvangen werd, was door dit verraad zeer diep geschokt. Groen van Prinsterer merkt dienaangaande in zijn „Handboek" op, dat de Prins, die zich door het beschermen van de roomse godsdienst grote haat op de hals had gehaald, , na het verraad van Rennenberg nooit meer die van de roomse religie heeft kunnen betrouwen, omdat — zoals de geschiedschrijver Bor vermeldt — degenen, die professie daarvan doen, de eed waarmede zij aan de paus en haar religie verbonden zijn, hoger achten dan waarmede zij aan hun vaderland verbonden zijn. Ook bij de hervormden veroorzaakte Rennenbergs verraad grote verontwaardiging. Groen schrijft hierover woordelijk het volgende:

„Deze daad heeft veroorzaakt, dat de gereformeerden alom op hun verzekerdheid (veiligheid) dachten; te Zwolle stormde men beelden en kloosters, in Friesland, de Ommelanden en Drenthe, overal waar de krijslieden konden komen, werden in alle de kerken en kloosters de beelden afgeslagen en vele papistische personen verjaagd. Evenzo te Utrecht en te Brussel".

Andere gevolgen waren, dat de Staten van Friesland en van Utrecht de uitoefening van de roomse godsdienst verboden. Prof. Geyl merkt dan ook op, dat de gebleken onbetrouwbaarheid van deze hooggeplaatste katholiek koren op de molen was van de calvinistische partij, aan welker positie daardoor een onweerstaanbare kracht werd verleend.

Aanvankelijk echter scheen het dat Rome zou triomferen. Het beleg van Groningen door de Staatse troepen moest worden afgebroken. Zwolle dreigde door de roomse meerderheid der burgerij te worden overgeleverd. Oldenzaal wierp zijn garnizoen er uit en haalde Rennenberg binnen. Ook Koevorden en Delfzijl openden hun poorten voor de verrader. Door het krachtig optreden van Cornput, de commandant van Steenwijk, werd deze plaats echter behouden, wat van groot belang was, daar Steenwijk één der passen was naar het noorden.

Hoe het met deze strijd tegen de Spaanse troepen verder verliep, zullen wij laten rusten. Feit is dat de Reformatie in Groningen zegevierde. Toen in 1594 door de belegerde Groningers met Maurits, graaf Willem Lodewijk, de zoon van graaf Jan van Nassau, en de Raad van State werd onderhandeld over de overgave der stad, en de Groningers verzochten dat de rooms-katholieke godsdienst en de uitoefening hiervan mochten behouden blijven, kregen zij hierop ten antwoord, dat binnen de stad Groningen en Ommelanden geen andere religie geoefend zal worden als de gereformeerde, zoals die tegenwoordig in de Verenigde gewesten in 't openbaar geoefend wordt; mits dat niemand in zijn geweten onderzocht worde.

Dat de Reformatie in de provincie Groningen in de 16e eeuw zegevierde, komt wel overduidelijk uit

in het stemcijfer, dat de K.V.P. bij de laatste Kamerverkiezingen in deze provincie verkreeg. Van de 266.597 uitgebrachte geldige stemmen verkreeg de K.V.P. er slechts 17.269 of 6, 5 %, wat dus een klein percentage is. Vergeleken met de Kamerverkiezingen van 1959 ging de K.V.P. echter vooruit. Ze verkreeg toen 5, 8 %, zodat zij met 0, 7 % vooruitging.

In 1948 was het percentage voor de K.V.P. in de provincie Groningen 5, 6 %, zodat ze in 15 jaar tijd toch niet zo heel sterk is vooruitgegaan. Dat echter het verval der Reformatie ook in de provincie Groningen duidelijk merkbaar is, is te zien uit de stemcijfers van de P.v.d.A., de V.V.D., de C.P.N. en de P.S.P. Deze partijen verkregen respectievelijk in 1963: 101.449, 34.870, 13.452 en 9.707 stemmen. In procenten uitgedrukt: 38, 1%, 13, 1%, 5% en 3, 6 %, tezamen dus 59, 8 %. De P.v.d.A. ging echter circa 5000 stemmen of 2, 6 % achteruit, vergeleken met 1959; de V.V.D. zelfs met circa 7000 stemmen of 2, 9 % en de C.P.N, met ongeveer 1100 stemmen of 0, 5 %, maar de P.S.P. nam met 5300 stemmen of 1, 9 % toe. Van de protestants-christelijke partijen maakte de C.H.U. een goede vooruitgang, 'namelijk van 24.356 in 1959 op 27.049 stemmen, een vermeerdering alzo van circa 3300 stemmen. In procenten van 9, 3 op 10, 2 dus 0, 9%. De A.R.P. kreeg een verlies te boeken door teruggang van 43.863 op 43.148 stemmen, dus 713 stemmen minder dan in 1959. In procenten van 16, 8 tot 16, 2 %, een teruggang dus van 0, 6 %. Daar het G.P.V. van 9099 in 1959 op 9894 stemmen kwam, of van 3, 5 op 3, 7 %, terwijl de S.G.P. van 584 in 1959 steeg tot 1176 stemmen, in percentages van 0, 22 % tot 0, 52 %, kan worden aangenomen dat het verlies der A.R.P. ten goede is gekomen aan het G.P.V. en de S.G.P., die tezamen 0, 5 % v/inst boekten. De P.v.d.A. verloor een deel aan de P.S.P., de V.V.D. een deel aan de liberale splinterpartijen, zodat kan aangenomen worden dat de Boerenpartij haar stemmen grotendeels van de V.V.D. en de P.v.d.A. betrokken heeft. De Boerenpartij toch kwam van 1315 stemmen in 1959 op 5848 stemmen in 1963, in percentages uitgedrukt van 0, 5 % tot 2, 2 %, dus een winst van 1, 7 %.

Dat Rome in de provincie Groningen een kleine minderheid vormt, komt vanzelfsprekend tot uiting in de samenstelling van de Provinciale Staten. Dit college bestaat namelijk uit 21 leden van de P.v.d.A., 9 van de A.R.P., 5 van de C.H.U., 6 van de V.V.D., 3 van de C.P.N., 3 van de K.V.P., 2 van het G.P.V. en 2 van de P.S.P. Dienovereenkomstig bestaat het college van Gedeputeerde Staten uit 3 leden van de P.v.d.A., 1 A.R., 1 C.H. en 1 V.V.D. De K.V.P. is derhalve in laatstgenoemd college niet vertegenwoordigd. Rome heeft dus in het noorden des lands, ook in de provincie Groningen, sedert de 16e eeuw een gevoelige knak gekregen. Langzaam aan tracht het er echter terrein te winnen. Zelfs werd enkele jaren geleden voor de provincie Groningen en omliggende pro­ vincies een bisdom ingesteld, wat vanzelfsprekend ten doel heeft het rooms-katholicisme in het noorden des lands te bevorderen. Helaas zien wij in Groningen wat ook in andere provincies te constateren valt, dat de geest der Hervorming er in geen geringe mate verslapt is, waartoe de beschouwingen van Dr. Kuyper destijds niet weinig hebben bijgedragen. Thans zijn het ook hoogleraren van de Groningse universiteit, zoals Prof. van Stempvoort en Prof. Dankbaar, die in hun zgn. oecumenische ijver zich achter de eenheidspropaganda van Rome stellen, o.a. bij de internationale gebedsweken, die elk jaar in januari worden gehouden en waarbij Prof. van Stempvoort al degenen, die met die valse eenheidsbeweging niet mee kunnen doen, eens als „scherpslijpers" brandmerkte.

Met bovenstaande toelichting menen wij te kunnen volstaan. Thans volgt een tabellarisch overzicht van de aantallen stemman, die in iedere gemeente van Groningen voor de S.G.P. werden verkregen, waaruit de lezer kan zien, dat in tal van plaatsen de S.G.P., vergeleken met 1959, sterk vooruitging.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 1963

De Banier | 8 Pagina's

Uitslagen Kamerverkiezingen voor S.G.P. in Groningen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 augustus 1963

De Banier | 8 Pagina's