Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zuid-Afrika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zuid-Afrika

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Punt 37. De kolonialisatie en apartheid

Standpunt van de Nederlandse Regering in zake de V.N.-resolutie over Zuid-Afrika en het Scandinavisch voorstel

De heer VAN DIS (S.G.P.): Mijnheer de Voorzitter De Regering heeft onlangs in de Algemene Vergadering van de V.N. laten stemmen vóór een resolutie van de Afro- Aziatische landen, een resolutie, die was gericht tegen het proces, dat te Pretoria zou worden gevoerd, tegen een aantal personen, aan wie ten laste wordt gelegd dat zij de wettige regering van Zuid-Afrika wilden omverwerpen. In die resolutie wordt geëist, dat die personen zouden worden vrijgelaten. De Regering heeft zich door dit voorstemmen gemengd in een aangelegenheid van een andere mogendheid, die ook lid is van de V.N., en heeft hiermede dus het Handvest der V.N. geschonden. Het komt ons wel zeer bevreemdend voor, dat de Regering tot deze daad is overgegaan. De

Regering van Zuid-Afrika

heeft toch volkomen rechtmatig geandeld door een tegen haar ge-richte aanslag te voorkomen en en hen, die hiervan worden verdacht, te berechten. In deze berechting heb ik meer vertrouwen dan in dergelijke procedures, die zouden plaats vinden in de andere jonge Afrikaanse landen. Het lijkt er veel op alsof de Regering zou wensen, dat zulk een aanslag ware gelukt, want wanneer die personen niet gevangen genomen waren om hen te berechten, en in hun opzet waren geslaagd, dan zou het resultaat er van zijn geweest dat de regering van Zuid-Afrika, een ons land bevriende mogendheid, was omvergeworpen.

De Regering verklaart zich voorts tegen de zogenaamde apartheidspolitiek, maar wij zouden de Regering willen vragen: weet zij dan een andere methode dan thans wordt toegepast door de Regering van Zuid-Afrika, waarbij de Bantoes tot zelfstandigheid worden opgeleid? Een methode namelijk, waarbij zich geen

„Dingaansdag"

zal voordoen en ook geen chaos zal ontstaan, zoals wij hebben gezien en nog zien in de Congo, waar een paar jaar geleden de blanken op allerschandelijkste wijze werden beledigd en bejegend? Voor zover die blanken het er nog levend konden afbrengen, konden zij nog terugvallen op het moederland, evenals vroeger de Indische Nederlanders naar Nederland konden repatriëren en de Fransen uit Algerije naar hun moederland konden gaan, maar dat is hier niet mogelijk. Bovendien is Zuid-Afrika geen koloniale mogendheid; de Zuid-Afrikanen hebben zich daar eeuwen geleden gevestigd en de Ban toes zijn pas later daar gekomen. Nog steeds komen er zeer velen naar Zuid-Afrika, waaruit wel blijkt dat zij het daar nog zo slecht niet hebben, want anders zouden zij er niet heengaan; dan zouden zij er zelfs uittrekken. Nu is er een Scandinavisch voorstel. Ik weet niet precies wat dit inhoudt, maar ik meen vernomen te hebben dat de V.N. er een troepenmacht heen zouden moeten zenden, die dan voor de orde zou moeten zorgen en zou moeten voorkomen dat er zoiets plaats grijpt als wat enkele jaren geleden in de Congo heeft plaats gevonden. De Zuid-Afrikaanse regering zal mijns inziens op een dergelijk voorstel nooit kunnen ingaan, en daar zou ik haar groot gelijk in geven ook. Zij zou dan immers in haar land een leger krijgen van o.m. Ghurka's uit India, Indonesiërs, Algerijnen enz. Bovendien moet het sterk gelaakt worden dat de Scandinavische landen er niet in bewilUgd hebben een bezoek te brengen aan Zuid-Afrika om met de Zuid-Afrikaanse regering die zaak nog eens te bespreken. Ze hadden immers de volle vrijheid; zij mochten overal heengaan; zij mochten het gehele land gaan bekijken. Ik vind het zeer ondemocratisch op zo'n voorstel niet in te gaan. In elk geval had men zich van de toestand ter plaatse behoren te overtuigen. Men bleef toch volkomen vrij zijn eigen standpunt te handhaven. E> e Regering heeft voorts besloten

geen wapens aan Zuid-Afrika

te leveren. Zoeven heb ik van de heer Van der Stoel vernomen, dat daar nog iets anders achter zit. Wij veroordelen het desniettemin, dat de Nederlandse Regering tot dat besluit is overgegaan. Wanneer verondersteld kon worden dat de Zuid- Afrikaanse regering plannen had agressie te plegen, dan zou ik het kunnen begrijpen. Daar is echter geen sprake van, het is voor haar een kwestie van zelfverdediging voor het geval er eens een binnenlandse opstand mocht uitbreken, maar vooral wanneer men van buiten zou worden aangevallen.

Voor die vrees bestaat alle reden. In Addis Abeba is er al over gesproken een leger bij elkaar te brengen en dat naar Zuid-Afrika te sturen om Zuid-Afrika te „bevrijden", ja zelfs heeft één van die landen ƒ 300.000, beschikbaar gesteld om een leger te vormen voor de „bevrijding" van Zuid-Afrika. Bovendien achten wij het besluit van de Regering zo onbegrijpelijk, als men nog eens naar het verleden kijkt. Het is toch zo gesteld, dat Amerika aan Indonesië volop wapens en vliegtuigen heeft geleverd, waarmede agressie werd gepleegd op Nieuw-Guinea. Dat was dus gericht tegen Nederland. Dat mocht wel natuurlijk; de Afro- Aziatische landen in de V.N. dienden toen geen resolutie daartegen in. Ik weet wel, dat minister Luns daartegen heeft geprotesteerd, maar het gebeurde toch maar en de Verenigde Naties hebben dat niet verhinderd. Nogmaals zij het gezegd: Toen hebben de Afro-Aziatische landen daarover

geen kik van afkeuring

gegeven. En voorts vraag ik: mogen die andere Afrikaanse landen zich dan wel bewapenen? Ghana en Algiers krijgen volop wapenen, o.m. van Rusland. Waarom wordt daar geen resolutie tegen ingediend? Daarom kunnen wij ons niet verenigen met het besluit, dat de Regering heeft genomen, om geen wapenen aan de Republiek van Zuid-Afrika te leveren, waar het toch volkomen vaststaat dat er niet de minste bedoeling achter schuilt daarmede agressie te plegen. Laat men resoluties indienen tegen Ghana, tegen de goddeloze praktijken van die president, die zich als een god laat vereren, die Engelse zendelingen het land uit stuurde, die met Rus­ land heult en die een dictatoriaal bewind voert, zó zelfs, dat zijn eigen mensen naar aangrenzende landen vluchten. Die gevluchte Ghanezen heben niets anders dan afkeuring over het beleid van de president van Ghana.

Vervolgens is het volgens berichten aldus gesteld, dat er nog steeds negerslaven worden vervoerd naar de landen van het nabije oosten. Daarvan horen wij echter niets. Laat de Regering daar eens over beginnen. Laat zij eens stappen ondernemen bij de Verenigde Naties om aan dat soort slavenexport naar de Arabische landen en slavenhandel in Afrikaanse landen zelf een eind te maken.

In zijn rede van bijna vier kolom uit de Handelingen maakte minister Luns zich met een paar regels af van wat Ir. van Dis had gezegd. De Nederlandse Regering is tegen de apartheidspolitiek der Zuid- Afrikaanse regering, maar een betere oplossing verneemt men van minister Luns niet. Hij zei: ;

„De geachte afgevaardigde de heer Van Dis heeft gewezen op een aspect, waarop ik zelf ook heb gewezen, namelijk dat nu eenmaal politieke overwegingen dikwijls de houding, ook in de V.N., van groepen landen bepalen wanneer het gaat om problemen, die min of meer identiek genoemd kunnen worden, zodat men in het ene geval verder gaat dan in het andere geval!"

De heer PATIJN (P.v.d.A.): Mijnheer de Voorzitter! Eerst een opmerking aan het adres van de heer Van Dis. Ik vind het een bewijs van de zwakheid van het Zuidafrikaanse standpunt, dat het in het Nederlandse parlement alleen spreekt — maar dan ook geheel onversneden — uit de mond van de S.G.P. Dit is voor mij beeldend voor de wijze, waarop in Nederland op het ogenblik over deze zaak wordt gedacht.

De heer VAN DIS (S.G.P.): Mijnheer de Voorzitter! Ik zou eerst iets willen zeggen aan het adres van de heer Patyn. Hij vindt het een zeer zwak punt, dat de S.G.P. opkomt voor de apartheidspolitiek van de Zuidafrikaanse regering en voor het beleid, dat door de Zuirafrikaanse regering dienaangaande wordt gevoerd. Wat zegt dit echter? Het recht is niet altijd aan de kant van de grote partijen. Dat hebben wij in het verleden bij de soevereiniteitsoverdracht gezien, bij de akkoorden van de Rondetafelconferentie. Er was plechtig beloofd dat de Indische volkeren, die dat wilden, het zelfbeschikkingsrecht konden krijgen. Tegen de

Republiek der Zuid-Molukken

is toen echter grof onrecht gepleegd. Over dat onrecht wordt op een enkeling na door de party van de heer Patijn niet gerept. Men zwijgt er over en men valt Indonesië toe. Met

Nieuw-Guinea

is precies hetzelfde gedaan; In het begin was de P.v.d.A. ook voor het zelfbeschikkingsrecht van Nederlands Nieuw-Guinea, later heeft zij dat prijsgegeven, terwijl het toch aan de Papoea's plechtig was beloofd. Uit dit tweetal voorbeelden blijkt wel dat het recht

niet altijd bij de meerderheid ligt en ook niet altijd bij de grote partijen.

Het is mogelijk, dat de heer Patijn de indruk heeft willen vestigen, dat ik de vragen, die ik onlangs met betrekking tot de RepubUek van Zuid-Afrika heb gesteld, welke zelfs tot voor de televisie een onderwerp van bespreking zijn geweest, op verzoek van de Zuidafrikaanse regering of van instanties van de Zuidafrikaanse regering zou hebben gesteld. Ik wil met nadruk verklaren dat dit absoluut niet waar is en dat ik mijn vragen niet gesteld heb op verzoek van die kant. Ik heb dat volkomen eigener beweging gedaan en ik heb er ook over geschreven. Nu heeft de heer Bos een toespeling gemaakt. Hij veronderstelt dat het waarschijnlijk beter zou zijn wanneer alleen de protestantse leden van het kabinet met de Zuidafrikaanse regering zouden gaan spreken, zulks naar aanleiding van de brief van enige Nederlanders aan de Regering. Ik volg hem daarin niet. Het is toch helemaal niet zo zeker, dat men van de

protestantse ministers

bijval krijgt als men begrip toont voor de apartheidspolitiek der Zuidafrikaanse regering. Daarentegen kan ik wel verklaren, dat ik ook van rooms-katholieke zijde bijval heb gekregen wat betreft de door mij gestelde vragen. Zo is mij bekend, dat de heer Ego, die roomskatholiek is, in Zuid-Afrika is geweest. Toen hij in Nederland terug kwam, wilde hij een verslag van zijn ervaringen in een protestantschristelijk dagblad, dat in Den Haag verschijnt, doen opnemen. Dit werd echter geweigerd. Er werd gezegd dat men tegen de apartheid was. Daarop antwoordde de heer Ego: „Het gaat hier toch niet om vóór of tegen de apartheid, het gaat er hier alleen om nu eens uiteen te zetten en het publiek in te lichten hoe de toestand daar nu eigenlijk is". Men bleef echter bij zijn weigering. Dat er zoveel verkeerde voorstellingen over de toestanden in Zuid- Afrika en over de apartheidspolitiek van de Zuidafrikaanse regering bestaan, wordt sterk in de hand gewerkt door de

kwaadaardige voorlichting,

die daarover in het algemeen wordt gegeven door radio, televisie en pers. Mij is medegedeeld hoe dat gaat. Een fotograaf in Zuid-Afrika laat Bantoeklnderen zoeken in een vuilnisbelt. Hij neemt een foto en die komt dan in de pers met als toelichting: Hongerende Bantoeklnderen, zij zoeken in een vuilnisbelt naar voedsel. In Elseviers Weekblad van 2 november 1.1. stond juist een stukje betreffende een soortgelijk geval. Het was een dokter, die vertelde dat in een Duits geïllustreerd tijdschrift een foto met een open vrachtauto, volgeladen met Bantoe-vrouwen en veel kleine kinderen, stond. Het onderschrift vermeldde, dat deze kinderen op weg waren om op het land van een blanke boer te gaan werken. Toevallig had die dokter juist gezien dat die foto werd gemaakt. In werkelijkheid had een blanke boer zijn vrachtauto ter beschikking gesteld om afgelegen wonende kinderen naar een centraal punt te brengen, maar hun nota bene door diezelfde dokter poliovaccinaties werden toegediend! Deze dokter schreef: „Met het juiste onderschrift zou de fotograaf geen honorarium voor zijn foto hebben gekregen". Gelet op wat de minister heeft medegedeeld over het

Deense plan,

verwondert het mij geenszins dat de regering van Zuid-Afrika hierop niet wilde ingaan. De aanhoudende druk tegen de apartheid is er al. Dat is voldoende bekend. Wat de economische sancties betreft, zelfs Amerika was hier tegen, omdat ook de Bantoebevolking er door wordt getroffen. Er is in het Deense plan voorts voorgesteld, dat men er aanhoudend de bevolking van moet overtuigen, dat opheffing van de apartheid geen gevaar voor de blanke bevolking zal opleveren, dat zij niet behoeft te vrezen dat men een toestand zal krijgen als in de Kongo. Wat daartoe door de V.N. zou worden gedaan, nl. door daar een gemengd gezelschap van militairen heen te sturen, geeft mij geen enkel vertrouwen, dat dit zou kurmen dienen om de blanken te vrljv/aren voor een Dingaansdag, zoals door mij reeds werd opgemerkt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 1963

De Banier | 16 Pagina's

Zuid-Afrika

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 december 1963

De Banier | 16 Pagina's