Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden, en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden.'" Johannes 10 : 9

Er is er maar Eén, Die gisteren en heden Dezelfde is, en tot in eeuwigheid. Tot de ongelovige Joden zeide Hij: , , Eer Abraham was, ben Ik!" Als tweede Persoon in het volzalig Wezen Gods kan en wil Hij Zich als Jehovah, de , , Ik-z£d-zijn-Die-Ik-zijnzal" openbaren. Waar Hij Zich bekendmaakte als de Verlosser van Zijn volk in het Egypte der dienstbaarhad, daar werd, hoewel het braambos brandde, het nochtans niet verteerd. Hij is de Onveranderlijke in Zijn hondstrouw en liefde jegens een schuldig volk, zodat die Jakobskinderen ook in der eeuwigheid niet verteerd kunnen en zullen worden.

Hoe onaanzienlijk ook voor het oog des vleses, vanwege de vernedering van de Borg in mensengedaante, toch kan Hij Zichzelf bekendmaken als de „Ik ben". Ik ben dè Opstandingen hèt Leven. Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman. Ik ben het Brood des levens. Ik ben de goede Herder. En hier: Ik ben de Deur! Wie heeft Hem zo nodig, als Degene, Die gisteren en heden Dezelfde is; of zoals Johannes op Patmos werd bekendgemaakt: , , Die was, en Die is en Die komen zal"? Het , , onveranderlijk Dezelfde" wijst dus wel heen naar 's Heeren aanbiddelijke verbondstrouw en - liefde, maar bedoelt niet een starheid aan te duiden. Want Hij staat ter rechterhand Gods, hoewel Hij daar ook, majesteitelijk, naar Zijn verheerlijkte mensheid, gezegd wordt te , , zitten"; totdat Hij wederkomen zal om te oordelen.

Zo ver is het intussen nu nog niet. Hij toeft nog te komen. Al staat de Rechter voor de deur. Hij wU nu nog gepredikt worden als de Deur, de enige en volkomene toegang tot de gemeenschap Gods des Vaders. Als de enige Deur, en toegang tot het Koninkrijk der hemelen. , , Ik ben de Deur". Deze Deur is van God Zelf in de hemel geopend. God had in mensen een welbehagen. Vandaar Zijn zending van de Zoon van het eeuwig welbehagen. Die zonen en dochteren, geroepen van verre, uit alle geslachten, tongen en natiën, moet gepredikt worden, dat 's Vaders welbehagen alleen door Jezus Christus gelukkiglijk voortgang vinden kan. Bovenal, dat Hij is de Deur.

In het verband, waarin dit beeld in Johannes 10 voorkomt, betekent het, dat Jezus Christus wil héten en mag zijn de Deur van de schaapskooi. Daardoor wordt ook duidelijk, als wij vasthouden aan deze beeldspraak, wat het betekent dat de schapen , , ingaan en uitgaan, en weide vinden". De schaapskooi was geen schaapskooi, als Hij er niet was, en al evenmin als de Vader, als Deurwachter, er niet was. Waar de Deur is, wordt ook de Deurwachter gevonden. Want hoor het Hem zeggen: „Ik en de Vader zijn Eén". En: „niemand kan.tot Mij komen, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke".

De Vader heeft de Zoon gezonden. „Ik ben de Deur". Zo stelt Hij Zichzelf voor en biedt Zichzelf aan aan weerloze, in zich verloren schapen. Van nature mogen ze een bokkenaard bezitten, weerspannig en afkerig zijn van de Herder, door genade worden ze innerlijk vernieuwd, krijgen ze een zaligmakende kennis aan ellende, verlossing en dankbaarheid. En hun verlossing is aUeen maar zalige werkelijkheid, wanneer ze de stem van Hem leren horen, en mogen volgen Die Zichzelf presenteert te zijn: „Ik ben de Deur".

In Christus is een mogelijkheid van behouden te worden. Dat mag een ontwaakt zondaar wel eens zien; en zo moed ontvangen en hoop op behoudenis.

Nochtahs hebben ze nodig de Persoon te leren kennen: , , Ik ben de Deur". Ze mogen en ze moeten tot Hem komen zoals ze zijn in zichzelf: ellendig, jammerlijk, arm, naakt en blind. Wie zich zo niet leerde kennen, kan wel veel in Jezus roemen, hij zal evenwel niets in Hem vinden tot zaligheid. Want zo één staat wellicht dicht bij de Deur van de stal der schapen, ja kan zelfs naar het lichaam een vooraanstaande plaats in de schaapskooi innemen, maar toch gaat hij niet, door een geschonken geloof in en uit door de Deur. Zo één is een dief en moordenaar, die van elders inklimt. Hij bezit niet het ware, zaligmakende, maar een gestolen geloof. Zo één is de Herder niet eigen, want hij gaat niet in door de Deur van de stal der schapen. Hij heeft Christus niet nodig ter verzoening met God, in Zijn kostbaar bloed, hoeveel hij ook met de mond in Hem moge roemen. Zo één kent Christus niet, en, tenzij hij zich bekeert, zal ook Christus de zodanige niet „kennen", vanwaar hij is; nl. niet uit de schaapskooi, niet in- en uitgegaan door de Deur van de stal der schapen.

Naar het bekende woord van de kerkvader Augustinus, dat zo gaarne bv. door Calvijn in diens werken is aangehaald, zijn er naar Gods wonderlijke voorzienigheid vele schapen buiten en vele wolven binnen de kerk. Dit moge gelden van de zichtbare kerk op aarde; en helaas, het is waar. Toch kan en mag het niet gelden van Christus' eigen schaapskooi. Want daarheen worden allen vergaderd, die Hij in de weg van uitwendige én inwendige roeping bij een vergadert door Zijn Woord en Geest.

St. M'dijk ds. J. v.d. Haar.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1964

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 april 1964

De Banier | 8 Pagina's