Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Landbouwschap en de bollenkwekers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Landbouwschap en de bollenkwekers

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In „De Banier" van 6 juni 11. hebben wij er al eens de aandacht op gevestigd, dat er ook onder de bollenkwekers tegenstand tegen de P.B. O. en dus tegen het Landbouwschap bestaat. Dit werd aangetoond met een ingezonden stuk in het „Weekblad voor bloembollencultuur" van 17 mei 1963, dat ondertekend was door een 16-tal bollenkwekers, en waarin het wenselijk werd geacht zich tegen „deze dwaze instelling" te gaan verzetten.

In hetzelfde orgaan vonden wè in het nummer van 22 november 1963, dat ons door één onzer partijgenoten, die zelf boUenkweker is, werd toegezonden, de beschrijvingsbrief voor de 236-ste Algemene Vergadering van de „Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur", welke op 16 december 1963 te Haarlem werd gehouden.

Voor deze vergadering was van de afdeling Heemstede dezer Vereniging het navolgende voorstel ingekomen: De afdeling Heemstede stelt voor dat de Algemene Vergadering zich uitspreekt over de vraag of de publiekrechtelijke belangenbehartiging van de bloembollenteelt dient te blijven geschieden door het Landbouwschap. Indien een grote meerderheid van de leden van mening blijkt te zijn dat het Landbouwschap daartoe niet het meest aangewezen orgaan is, verzoekt de afdeling het hoofdbestuur er bij de Regering op aan te dringen dat de bloemboUenbedrijven worden vrijgesteld van de verphchte aansluiting bij het Landbouwschap in die zin, dat bedoelde belangenbehartiging wordt overgebracht naar het Produktschap voor Siergewassen.

Ter toelichting van het voorstel werd het volgende opgemerkt:

De afdeling Heemstede is van mening, dat de belangen van de bloembollenteelt, welke zo nauw verweven zijn met de afzet van en de handel in bloembollen, geen aparte behartiging in het Landbouwschap behoeven. De huidige werkverdeling is omslachtig en onnodig en leidt tot onvoldoende coördinatie en een teveel aan adviezen.

Het Produktschap voor Siergewassen is volgens de afdeling in staat alle werkzaamheden voor de bloembollenteelt, welke thans doorhet Landbouwschap worden verricht, over te nemen, zulks in samenwerking met de vrije organisaties.

Voorzover thans doorhet Landbouwschap adviezen worden uitgebracht zou zulks even goed door de vrije organisaties kunnen geschieden. De heffingen voor het Landbouwschap zouden dan kunnen vervallen.

Uit deze toelichting blijkt alzo, dat voornoemde afdeling het zonder het Landbouwschap best meende af te kunnen. Zij achtte het Produktschap voor Siergewassen (P.V.S.) voldoende om in samenwerking met de vrije organisaties de belangen te behartigen.

Het Hoofdbestuur der „Koninklijke Vereniging" merkte inzijnpraeadvies onder meer het volgende op:

Het Hoofdbestuur brengt in herinnering dat indertijd, bij de invoering van de P.B.O. en de vorming der diverse , , schappen", reeds naar voren is gebracht dat, gezien het nauwe verband tussen teelt en handel, een aparte behandeling op publiekrechtelijke basis van de belangen van de teelt voor onze sector niet noodzakelijk leek. Deze belangen zouden door de vertegenwoordigers van de teelt in het bestuur van het Produktschap voor Siergewassen en in de Commissievan Bijstand van dit Produktschap op voldoende wijze kunnen worden behartigd. De gewenste samenwerking met de werknemers kon ook in dit Produktschap worden gerealiseerd.

Daarnaast zouden-die belangen, die niet voor publiekrechtelijke regeling in aanmerking kwamen, tenminste even geed en wellicht beter door de vrije organisaties behartigd kunnen blijven. Dit vertoog, tot de Sociaal Economische Raad gericht, heeft echter niet mogen baten. Tenslotte is gepleit — ipdien dan al een publiekrechtelijk orgaan voor de teelt zou moeten worden geschapen — dit voor de bloembollensector alléén of voor de gezameiilijke sierteeltsector in het leven te roepen.. Het bleek echter dat zowel bij de Regering als bij de S.KR. de gedachte" uitging naar één groot bedrijfschap voor alle agrarische produkten, het Landbouwschap, onder de werking van welk schap tenslotte dus ook onze bedrijven werden gebracht.

Hoewel een aantal voordelen van de vorming van één groot agrarisch belangenorgaan zeker niet kan worden ontkend, betreuren wij het nog steeds, dat destijds niet aan onze wensen gevolg is gegeven.

Na dan voorts nog te hebben opgemerkt, dat in de sector der sierteeltgewassen het huidige P.V.S. de publiekrechtelijke belangen evengoed zou kunnen behartigen en dat een reorganisatie van de opbouw en de werking van het Landbouwschap wenselijk is, besloot het hoofdbestuur zijn praeadvies met te verklaren, dat het 't voorstel van Heemstede geschikt achtte om de mening van de leden nog eens te peilen.

In het nummer van 3 januari 1964 van het , , Weekblad voor bloembollencultuur" werden de notulen van voornoemde Algemene Vergadering gepubliceerd.

Hieruit blijkt, dat er vóór- en tegenstanders van het voorstel van Heemstede waren.

Van de.voorstanders werd de afdeling Limmen-Heiloo genoemd, van de tegenstanders de afdehng Noord- Oostpolder.

De voorzitter gaf vervolgens nog een nadere toelichting, waarin onder meer gewezen werd op het grote gemis bij het Landbouwschap wat betreft de band met de betrokken bedrijfsgenoten. Zodoende voelen de bollenkwekers het Landbouwschap niet aan als een eigen orgaan. Voorts bleek, dat door hem de noodzakelijkheid werd ingezien van wetsherzieningen om leiding en leden dichter bij elkaar te brengen. Indien er een dergelijke reorganisatie aan de orde zou worden gesteld, zou men bij de Sociaal Economische Raad (S.E.R.) het verzoek moeten doen de sector sierteeltgewassen van het Landbouwschap over te hevelen naar het P.V.S.

Toen er over het voorstel van Heemstede zou gestemd worden, gaven afgevaardigden van enkele afdelingen, die een vrij mandaat hadden, te kennen, dat zij de door hun afdeling tegen het voorstel uitgebrachte stemmen in vóórstemmen wensten te wijzigen. De uitslag was, dat 1821 stemmen vóór het voorstel waren, 276 tegen en 170 blanco. De overgrote meerderheid wenste zich dus los te maken van de verplichte aansluiting bij het Landbouwschap.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1964

De Banier | 8 Pagina's

Het Landbouwschap en de bollenkwekers

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 april 1964

De Banier | 8 Pagina's