Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doch Mijn knecht Kaleb, omdat een andere geest met hem geweest is en hij volhard heeft Mij na te volgen, zo zal Ik hem brengen tot het land in hetwelk hij gekomen was, en zijn zaad zal het erfelijk bezitten. Num. 14: 24.

1. De genade aan Kaleb bewezen. De Heere heeft in psabn 9 5 zo kenmerkend getuigd tegen zijn volk Israël: Veertig jaren heb Ik verdriet gehad van dit geslacht, en heb gezegd: Zij zijn een volk dwalende van haxt, en zij kennen Mijn wegen niet. En de berijmde psalm tekent dit volk aldus: 'k Heb aan di.tvolk, dat Mij vergat, Een langen tijd verdriet gehad. Ja, veertig jaar hun hoon verdragen.

Door de Heere Zelf waren zij verlost uit de hand van Farao, de koning der Egyptenaren. En nu zijn zij gekomen door de woestijn aan de grens van het beloofde land. Wonderlijk had de Heere hen geleid; in vele wederwaardigheden hen uitgeholpen; ja, ondanks hun opstand en verzet tegen de Heere en Zijn knecht Mozes hen niet verdaan, doch gedragen en verdragen.

En, och, er is "eigenhjk geen mens op de wereld die niet spreken kan van uitreddingen. Als we het maar zien mogen. Maar, let wel, de uitreddingen op zichzelf brengen ons nooit in Kanaan. Maar leren we hier niet voor de Heere buigen in het stof, komt er in ons leven niet die ware verootmoediging, die een vrucht des Geestes is, dan gaan we met de uitreddingen verloren. Mijn lezer en lezeres, hoe lang heeft de Heere al verdriet van u gehad? En nog nooit tot inkeer gekomen? Dan mocht het vanaf heden uw verzuchting wel worden of de God des levens u Zelf van het doolpad afbracht. Wat een dwaas en onwijs volk was het nageslacht van vader AbrahEun toch. Immers, de Heere had bevel gegeven aan Mozes om 12 verspieders uit te zenden. Uit elke stam één. Opdat zij het land zouden doorwandelen dat de Heere hun beloofd had. Straks zijn ze gegaan. Het land doortrekkende en ziende welk een kostelijk land het was. In Eskol zijn ze geweest, hebben druiven geplukt en nog andere vruchten. Die meegenomen en straks wedergekeerd na 40 dagen om verslag uit te brengen aan hun leidsman.

En ze moeten bekennen, ook degenen die zich straks als wederpartijders openbaren, dat het een land is, vloeiende van melk en honing. En hierin komt wel uit dat enerzijds, als de Heere wat belooft. Hij wat goeds belooft, maar anderzijds: als de Hee­ re de mens de ogen niet opent, holt hij in zijn dwaasheid voort. Het ongeloof zat op de troon. En ze gaan dan ook de gevaren opnoemen die ze allemaal ontdekt hebben. Och, weet ge waar het aan haperde? Ze hadden nooit echt de Heere nodig gehad, 't Waren mensen die zichzelf wel zouden helpen, zoals elk mens van nature Ud is van , , eigen hulp". Toch, de Heere zorgt wel voor Zijn eigen werk. Want er zijn ook 2 anderen. En die twee, Jozua en Kedeb, hebben goed van God gesproken en van het land dat Hij hen beloofd had. En die ene man uit Juda, want daar stamde Kaleb van af, daar heeft God Zelf in Zijn Woord een kostehjk getuigenis van gegeven. Waaruit dan ook blijkt dat de Heere Zelf hem genade gegeven had, ja, ook genade om getrovLw te zijn.

Deze Kaleb geeft een ander getuigenis. Welk een ontzaggeUjk verschil. Die tien leefden door eigen kracht, en gaven dan ook hun eigen dwaze mening weer. Ze hadden nooit geleerd voor God te bukken en Hem op Zijn Woord te geloven. Kedeb doet alzo niet. De Heere noemt hem Zijn knecht. Hij was dus het eigendom des Heeren. Naar het eeuwig souverdn welbehagen des Vaders was hij verkoren van voor de grondlegging der wereld. En in de tijd ook toegebracht, wat blijkt uit de woorden: „omdat een andere geest met hem geweest is".

Van nature was hij als alle andere mensen een kind des tooms. Van nature bezetm^etde geest van satan, met de geest des verderfs en der zonde. Maar zie, eeuwig wonder, God heeft hem getrokken door de Heilige Geest uit de duisternis tot Zijn wonderbaar hcht. Gods Geest heeft inwoning gemaakt in zijn hart Die Gteest wederbaart de dode zondaar, maaktlevend en leidt in al de Waarheid. Ja, de Geest der genade en der gebeden heeft Kaleb geleerd en onderwezen, op die geheel enige weg, en zijn voeten gezet op het pad des levens. Van nature dood in zonden en misdaden, is het voor hem waar geworden: dat Gods Geest hem levend gemaakt heeft. En dat is iets wat wij allen nocflg hebben; dat is iets wat niemand kan missen op weg en reis naar de allesbeslissende eeuwigheid. Die Geest, Die uitgaat van de Vader en de Zoon, moet de stal van ons hart gaan openen, ontdekken aan ons goddeloze bestaan, en onze voeten zetten op het pad des Vredes. En dat kan nu maar alleen omdat God van eeuwigheid bewogen was in Zichzelf, om uit een gevallen geslacht nog te behouden en te redden. Daartoe heeft Zich Zijn Zoon overgegeven, opdat de losprijs betaald kon worden voor hen die nooit meer naar God gezocht en gevraagd zouden hebben.

Die Geest werkte het zaligmakende geloof in Kalebs hart, en dat geloof richt zich op Christus, als de Enige, Die helpen en redden kan, als Degene Die niet alleen de Geest des geloofs verwierf voor £d de Zijnen, maar hen ook de toepassing leert benodigen in een weg, waarin het aan hun kant een onmogelijke zaak geworden is. Die 10 verspieders leefden vleselijk, die keken op de omstandigheden en hebben nooit behoefte gekregen om eens hoger te zien, naar die plaats vanwaar alleen alle hulp en heU kan komen. Kaleb was door genade een geesteUjk mens geworden. Uitgehouwen uit de dode stam Adam en ingeplant in Christus, uit Wie hij nu alle sappen des levens ontving. Had Gods strijdend erfdeel op aarde dat meer van T»ode, dan zou het er in Gods Kerk

op de wereld ook anders uitzien dan vandaag de dag. In Gods kinderen is kleine kracht. Het is een zwak en onmachtig volk. Maar zalig die bij aanvang en voortgang het eigendom van de Heere Jezus mag worden. Want dan mogen ze door Zijn Geest geleid wel eens iets openbaren daarvan, dat ze Zijn Woord bewaard hebben en Zijn Naam niet verloochend. Waarbij we altijd te bedenken hebben dat een geopenbaarde Christus nog geen toegepaste Christus is. Zullen we een profijtehjk leven hebben, ook voor onze medenatuur- en tijdgenoten, dan is het noodzakelijk om geen rust te hebben voor het hol van onze voet voor dat we wetenschap verkregen hebben, irmerlijk en geestelijk, dat we in Zijn handpalmen zijn gegraveerd. Kaleb kon in eigen kracht ook niets. In hem was ook geen kracht tegen die grote menigte. Maar: een andere geest is met hem geweest. Eii dat is uitgekomen in zijn leven op aarde. Hij mocht openbaren in woord en wandel wat de Heere voor hem was. Het is in de vruchten dan ook rijkeüjk openbaar gekomen.

Barneveld

Ds. A. W. Verhoef.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 1964

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 oktober 1964

De Banier | 8 Pagina's