Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De uitslag van de Rijnmondraaderkiezingen Algemeen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitslag van de Rijnmondraaderkiezingen Algemeen

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

De uitslag van de op 2 juni U. gehouden verkiezingen voor de leden van de Rijnmondraad moet voor verscheidene partijen ongetwijfdd een grote, zelfs zeer grote tegenslag zijn geweest, voor andere een reden tot min of meer grote tevredenheid.

Bezien we de eerstgenoemde groep, dan valt hd wd hed sterk op, dat de partij der liberalen, de V.V.D., in plaats van winst in vergdijking md de Kamerverkiezing van 1963, een verlies te incasseren kreeg van 0, 4 procent. Dit verlies is wd beduidend kidner dan dat van de K.V.P., die 1, 17 procent verloor vergeleken met 1963, maar van de V.V.D. springt het verlies zo sterk op de voorgrond, omdat er maar weinigen zullen geweest zijn, die deze uitslag voor de V.V.D. hadden verwacht. De geweldige activiteit, welke deze partij had ontwikkeld met betrekking tot het radioen televisie-omroepbestel zowel bij gelegenheid van het wetsontwerp betreffende de illegale R. E.M.-zender als bij gelegenheid van de nota van minister Bot, waarbij het tot een kabinetscrisis kwam, deed velen in het land in de mening verkeren, dat als er één partij was, die bij de Rijnmondverkiezingen winst zou boeken, het de V.V.D. wel zou zijn.

Ook bij de liberalen zelf zal deze verwachting ongetwijfeld wel geleefd hebben. In elk geval hebben zij niet nagelaten hun verkiezingspropaganda in hoofdzaak te richten op de samenstelling en het beleid van het nieuwekabinet, waiarin de liberalen door de socialisten vervangen zijn. Zelfs de pas afgetreden liberale minister van Financiën, prof. Witteveen, nam aan de verkiezingsactie deel, waarbij hij de kiezers opwekte van deze gelegenheid gebruik te maken om een schot voor de boeg van het kabinet-Cals te lossen. Zulks met het oog op het dreigende gevaar van inflatie vanwege het van dit kabinet te verwachten financiële beleid, dat al direct na zijn optreden de uitgaven begon te verhogen.

Dat de liberalen zelf stemmenwinst verwacht hadden, blijkt wd uit het fdt, dat reeds vlak na hd aftreden van het kabinet-Marijnen, mr. Geert-'ema, de voorzitter van de liberale Twetvlo ï'-amerfractie, zich voor Kamerontbinding en het uitschrijven van verkiezingen verklaarde. Dit wijst er onzes inziens onmiskenbaar op, dat hij en zijn politieke vrienden van de uitslag van Kamerverkiezingen grote verwachtingen hadden. De Rijnmondraadverkiezingen moeten dan ook voor de liberalen wd als een koude douche gewerkt hebben. Dit verlies is des te frappanter als men bedenkt, dat de liberalen bij deze verkiezingen de machtige steun hadden van de vrijzinnige pers. Neem bijvoorbedd het dagblad „De Tdegraaf', dat maanden lang tegen het huidige radio-en tdevisiebestd hdtig heeft geageerd en het plddooi der liberale Kamerfractie voor een vrije, open omroep krachtig hedt ondersteund. Voeg daarbij voorts de andere landelijke en plaatsdijke zogenaamd neutrale dag-en weekbladen, om dan van het gebruik maken van radio en televisie door de V.V.D. maar te zwijgen. Gewis, het verlies moet voor de V.V.D. wel hard zijn aangekomen.

Ook de K.V.P. echter hedt bij de Rijnmondverkiezingen een geduchte veer moeten laten. Van 14, 39 procent in 1963 kwam zij op 13, 22 procent, wat dus zoals zoeven reeds werd vermeld, neerkomt op een teruggang van 1, 17 procent. Dit moet voor de K.V.P. die in de Tweede Kamer het grootste aantal zdds hedt, wd een zeer gevoelige klap zijn. Als één der oorzaken werd van die zij de en ook door de heer Roolvink aangegeven het feit, dat zij niet zoals bij de Staten-en Kamerverkiezingen het lijstnummer 1 had, maar nummer 5. Hoewel het zeer wel mogelijk is, dat een aantal eenvoudige rooms-katholieke kiezers oudergewoonte thans ook weer op lijst 1 heeft gestemd en hierdoor de communisten aan stemmen heeft geholpen in plaats van de K.V.P., kan onzes inziens de sterke teruggang van de K.V.P. toch nid alleen aan dit feit worden toegeschreven. Vedeer zijn wij van gevoelen, dat onder meer hed wat roomskatholiéke boeren en middenstanders op de Boerenpartij hebben gestemd vanwege ontevredenhdd over het door de K.V.P. bij delaatstekabindscrisis gevoerde bddd, dat er toe Iddde, dat de K.V.P. md de P.v.d.A. in zee ging. Op een andere mogdijkheid zal in het vervolg de aandacht gevestigd worden, wanneer de P.v.d.A. aan de orde komt.

Voor de A.R en C.H., die md een gezamenlijke lijst uitkwamen, leverden de Rijnmondraadverkiezingen al niet minder een aanmerkdijk verlies op, £d bied het nog ver onder hd verlies der K.V.P. Van 17, 69 procent bij de Kamerverkiezingen van 1963 viden zij terug op 17, 11 procent, dus een teruggang van 0, 58 procent. Dat de A.RP. enC.H.U. bij deze verkiezingen verliezen zouden, was wd te verwachten. Het verloop van de kabinetscrisis, waarbij de C.H. buiten de regering kwamen te staan — volgens de heer Beernink zdfs buiten het kabinet zijn gezet — hedt bij vde C.H. kwaad bloed gezet. Bovendien komt hier nog bij, dat er altijd nog een zeker aantal C. H. is, dat van een samengaan met de A.R niet veel of zelfs helemaal nids wil weten. Blijkbaar hebben al deze ontevreden C.H. ook niet op de V.V.D. wiUen stemmen, daar dezepartij anders nid zo bdangrijk zou zijn teruggelopen. Zeer vermoeddijk hebben daarom hed wat C.H. blanco gestemd of zich hdemaal niet bij de stembus laten zien. Dit kan ook zeer wel mogelijk gdden voor vde A.R., die over de huidige leiding der A.RP. nid tevreden zijn, maar toch niet op hd G.RV. of op de S.G.P. hebben wUlen stemmen. Hd aantal kiezers toch, dat ditmaal verstek liet gaan, terwijl toch de stemdwang nog steeds bestaat, was ditmaal wd bijzonder hoog.

Volgens een mededding in de pers nam ongeveer 12, 6 procent van de kiezers alleen al in Rotterdam niet aan deze verkiezingen ded.

Gezien de teruggang voor de A. R. en C.H. is het nid uitgesloten, dat dit zijn terugslag zal hebben bij volgende verkiezingen in 1966 wat betrdt het samengaan vai. A.R. en C.H. op één lijst. Bij deze verkiezingen reeds zou dit samengaan naar alle waarschijnlijkheid niet hebben plaats gehad, wanneer het besluit daartoe al niet reeds genomen was voordat de verwijdering tussen beide partijen plaats vond.

De heer Beernink kon dan ook na het bekend zijn van de uitslag niet anders verklaren dan dat het samengaan met de A. R geen succes was geweest.

De Pacifistisch Socialistische Partij (P.S.P.) hedt al evenzeer reden om met een min of meer pessimistisch gevoel op de uitslag der Rijnmondverkiezingen terug te zien. Ging zij in 1963 met sprongen vooruit, zodat zij van twee op vier Kamerzetels kwam, thans liep zij terug van 4, 59 procent in 1963 tot 4, 25 procent, een teruggang dus van 0, 34 procent. Algemeen was men in de pers dan ook van oorded, dat deze partij over haar hoogtepunt heen is. Of dit inderdaad zo is, zal bij leven en welzijn het volgend jaar bij de Statenverkiezingen kunnen blijken. We moeten namdijk in het oog houden, dat het bij deze verkiezingen slechts om 24 gemeenteft ging, al ging de P.S.P. ook in steden als Rotterdam en Schiedam achteruit respectievelijk md 0, 3 en 0, 2 procent, in Vlaardingen daarentegen behidd zij haar percentage van 4, 2 procent.

Het is wel zo goed als zeker, dat de P.S.P. een groot aantal van zijn vorige kiezers verloren heeft aan de Communistische Partij Nederland (C.P.N.). Deze partij toch kwam van 3, 45 procent in 1963 op 5, 1 procent, een vooruitgang derhalve van 1, 65 procent, wat voor de 24 Rijnmondgemeenten neerkwam op een vooruitgang van ruim 8600 stemmen, voorwaar geen gering aantal. Dat deze verschuiving plaats vond, behoeft nid zo zeer te verwonderen als men bedenkt, dat de P.S.P. de communisten voortdurend geducht in de kaart hedt gespedd. Dat zodoende vde kiezers dan maar liever direkt op de C.P.N, stemmen, ligt voor de hand.

Kan de C.P.N, md deze uitslag dus al zeer tevreden zijn, voor de Boerenpartij (B.P.) gddt dit in nog ved sterkere mata Deze partij maakte maar even een sprong van 0, 92 procent in 1963 naar 1, 86 procent thans, dus een vooruitgang van iets meer dan 100 procent. Zou bij de eerstvolgende Kamerverkiezingen (1967) een zelfde vooruitgang door de B. P. worden geboekt, dan zou zij van drie op zeker 6 zetds komen. Thans verkreeg zij slechts 1 zetd in de Rijnmondraad. Hd is echter voor de S.G.P. verheugend, dat de winst voor de B.P. niet uit het kiezerscorps van de S.G.P. is gekomen. Dat dit zo is, blijkt zonneklaar uit het fdt, dat de S.G.P. in percentage niet achteruit ging in vergelijking met 1963, maar met 0, 06 procent vooruit ging. Of het percentage voor de SGP kleiner zou zijn geweest als de opkomst der kiezers groter zou zijn geweest, hangt er van af of er ook van de S G P-kiezers ditmaal nid aan de stemming hebben dedgenomen. Met zekerheid valt hierover nids te zeggen. Zoals reeds werd opgemerkt bedroeg dit aantal in Rotterdam zelfs 12, 6 procent, wat zoals inéén der dagbladen werd vermeld, neerkomt op 56000 kiezers die in deze gemeente niet hebben gestemd. Vergeleken met 1963 was het aantal kiezers in Rotterdam circa 16000 minder.

De S.G.P. heeft echter alle reden om tevreden te zijn met deze uitslag. Vanzelfsprekend zouden we er gaarne een derde zetd bij gekregen hebben, maar men moet bedenken, datdebeginselen welke de S.G.P. voorstaat, bij zeer velen niet in de smaak vallen. - Wat dit betreft heeft de Boerenpartij voor velen veel groter aantrekkingskracht. Zij staat bijv. niet de eerbiediging van de zondag voor zoals de S.G.P. dit doet; tegen het gezantschap bij de paus wordt door haar nooit bezwaar gemaakt, wat ook al voor tal van roomse kldne boeren en middenstanders een bdangrijke reden is om, gestdd voor de keus tussen de S.G.P. en de B.P., voor de laatste te kiezen. Eki zo zijn er nog wel meer punten, vooral zulke waarbij het specifiek gereformeerde beginsd in het spel is, welke de B.P. voor vden aantrekkelijker doet zijn dan de S.G.P. Ook de taktiek van de B." en haar propaganda zijn sterk ingestdd op het vangen van kiezers.

Het wil ons dan ook voorkomen, dat de B.P. zijn grote winst zowd aan roomse als aan liberale kiezers te danken heeft^ vooral onder de kleinemiddenstanders, wat wd blijkt uit het feit, dat de B.P. alleen in Rotterdam al van 3734 op 7380 stemmen kwam, of in procenten van 0, 9 procent op 1, 9 procent. De gekozene voor de B.P. is dan o'ok zover wij konden nagaan, inderdaad een middenstander. De groei van de B.P. hedt bij de grote partijen geen geringe verontrusting teweeg gebracht. Vooral deheerRoolvink (A.R.) heeft zijn hart hierover gelucht, waarbij hij een vergdijking maakte md de dertiger jaren toen de N. S. B. hier steeds meer aanhang verk m v kreeg. Ook de heer Nederhorst (P.v.dA.) vond de winst van de B.P maar een naar verschijnsd. Hij vergdeek deze partij met de beweging der Poujadisten in Frankrijk, die enige jaren geleden nogal van zich deed spreken.

Wij komen thans töt de Partij van de Arbeid Deze partij heeft aUe reden om met de verkregen uitslag tevreden te zijn.

Zij steeg toch van 43, 42 pet. in 1963 tot 44, 19 pet, een toename dus van 0, 77 pet. Zij is hiermede nog wel niet gekomen op het peil van de Statenverkiezingen van 1962 (45, 82 pet.), maar het is voor haar toch in de goede richting gegaaru De vooruitgang van de PvdA zal onzes inziens waarschijnlijk ten dele zijn oorzaali vinden in het aantrekken va-n kiezers, die in 1963 op de VVD waren overgegaan, anderdeels wellicht ook van kiezers die voorheen AR stemden, doch die het nu maar geraden vonden om helemaal naar , , sociaal links" te gaan, ' en dan achten wij het ook zeer wel mogelijk, dat er kiezers van de KVP zijn overgegaan naar de PvdA. Ter toelichting van deze mening zij er op gewezen, dat de PvdA drie groepen leden hedt, namelijk doorgebroken protestants-christelijke, doorgebroken rooms-katholieke en humanistische leden. Dienovereenkomstig hedt zij in haar midden een protestants-christdijke werkgroep en een rooms-katholieke werkgroep, waarbij onder meer de Kamerleden Tans, Van Lier, WUlemsen en nog enkele ander* rooms-katholieken behoren. Nu wil het geval, dat juist de heer Tans kortgdeden voorzitter van de PvdA is geworden in de plaats van de niet roomse heer Suurhoff, die minister werd.

Toen zeer onlangs de C. H. in Maastricht een vergadering hadden, werd daar al gewezen op het gevaar voor de KVP dat de rooms-katholieke heer Tans voorzitter van de PvdA is geworden. Men ging op dievergadering zelfs zo ver — en de heer Beernink die daar aanwezig was, erkende de mogelijkheid ervan — dat vanwege dit voornoemde gevaar de K\'!^het huidige rood-roomse kabinet vóór de verkiezingen van 1967 ten val zal brengen Zulks uit vrees in 1967 veel stemmen te zullen verliezen aan de PvdA onder het voorzit'; Tschap van de heer Tans. Dit is toen door de fractievoorzitter der KVP, de heer Schmelzer tegengesproken, maar hoe het zij, - een fdt is het, dat de PvdA bij de Rijnmondverkiezihgen een llinke vooruitgang heeft gemaakt en dat de KVP een onverwacht groot verlies heeft geleden. \'an deze kant bt^ zien is het werkelijk niet zo onmoge lijk, dat de PvdA haar winst voor een deel heeft verkregen van de K \' P. Voor de KVP zal dit in dk geval een punt zijn waarmede zij ernstig rekening zal moeten houden, daar het feit, dat de heer Tans als voorzitter door de PvdA aanvaard wordt, uitermate geschikt is om op de rooms-katholieke arbeiders een aantrekkende werking uit te oefenen. Bovendien is het reeds zo gestdd, dat de drie arbeidersorganisaties het N VV, het C NV en de NKAB(r.k.) sedert hd vorige jaar eendrachtig samenwerken, terwijl er op het ogenblik door de bisschoppen aan gewerkt wordt om het in 1954 gegeven Mandement, zoa^niet geheel in te trekken, dan toch te verzachten. In de r.k. pers is hierover meermalen al ges'ihreven, waarbij in bladen als de , , Nieuwe Linie" en de , , Volkskrant" hiermede reeds voUe instemming werd betuigd. Verwacht wordt o.m. dat de b'sschoppen ha verbod voor r.k. arbeiders om lid van het NVV te zijn, zal intrekken. Of dit nu na de nederlaag der KVP bij de Rijnmondverkiezingen inderdaad zal gebeuren, dient te worden afgewacht.

Wanneer wij nu het geheel overzien dan leren deze verkiezingen ons, dat er in de Rijnmond gemeenten een duidelijke verschuiving naar links heeft plaats gehad, merkbaar in de winst van de PvdA en de communisten, terwijl de partijen der rechterzijde, die zich als christen-democraten aandienen (R K, A R en C H) met de liberalen zijn teruggedrongen.

De Boerenpartij ging hed sterk vooruit, de S G F bleef praktisch constant, terwijk het Gereformeerd PoMék Verbond (GPV), hoewel het geen zetel verwierf, toch kan bogen op een behoorlijke vooruitgang namelijk van 0, 57 pet. in 1963 tot 0, 74 pet. in 1965, dus een vooruitgang van 0, 17 pet. Vrij zeker hebben verscheidene A R thans op het G l'V gestemd. Voor het overige zij verwezen naar de hieronder voorkomende tabel, waaruit men kan zien het aantal stemmen en percentages, dat de onderscheidene partijen verwierven in 1962 (Staten), 1963 (Kamer) en 1965 (Rijnmond), alsook het aantal leden dat zij in de Rijnmondraad verkregen, waarbij de volgorde wordt aangehouden vanhet aantal zetds dat de partijen behaalden.

Zoals wij vóór 2 juni reeds schreven, was de verkiezing van twee kandidaten tot leden van de Rijnmondraad voor de SGP enigszins te verwachten. Dat dit is gebeurd, hebben wij te danken aan Hem, Die de harten neigt. Ziende toch op de sterke vooruitgang van de BP in Rotterdam alsook in Capelle a/d IJssd (van 0, 8 pet. in 1963 tot 1, 8 pet. in 1965) Barendrecht (van 1 pet. tot 1, 9 pet). Ridderkerk (van 0, 5 pet. tot 1, 1 pet.), had het voor de SGP veel ongunstiger kunnen aflopen.

De gekozenen zijn de heren Drs. C.H. Kleinbloesem te Rotterdam en B. Van der Graaf Jza, te Ridderkerk.

Wij wensen bddeherenhartdijkgduk met hun verkiezing en voorts, dat de Heere hun moed en kracht, sterkte en wijsheid moge geven, die zij in de uitodening van hun functie zo zeer van node hebben om zowd de stoffdijke bdangen als de beginsden, die naar Gods Woord en Wet zijn, te kunnen behartigen tot wdzijn van de bevolking van het Rijnmondgebied.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1965

De Banier | 12 Pagina's

De uitslag van de Rijnmondraaderkiezingen Algemeen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 juni 1965

De Banier | 12 Pagina's