Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Parijse bloedbruiloft

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Parijse bloedbruiloft

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

1572 - 24 augustus - 1965

Terwijl de 31ste oktober ons ieder jaar weer herinnert aan de heuglijke gebeurtenis van het begin der Kerkhervorming, worden wij op de 24ste augustus telkens opnieuw bepaald bij één der zwartste bladzijden uit de geschiedenis van de kerk der Reformatie in Frankrijk.

Toen toch op die beruchte datum werd er onder de Hugenoten een bloedbad aangericht, waarvoor Karel IX, diens moeder en hun aanhang wel verantwoordelijk zijn, maar waarvan toch de draden voeren naar over de bergen, naar Rome en in Rome naar het Vaticaan.

Aan rooms-katholieke zijde heeft het niet aan pogingen ontbroken om de schuld van het Vaticaan met betrekking tot de gruwelijke moordpartijen van de Bartholomeüsnacht af te schuiven en de voorstelling ingang te doen vinden, dat de Parijse bloedbruiloft louter een politieke misdaad was, waaraan de godsdienst part noch deel had.

Het was de Franse historieschrijver De la Ferrière, die deze voorstelling lanceerde. In tegenstelling met andere schrijvers trachtte hij Catharina de Medici niet vrij te pleiten. Integendeel, hij was van oordeel, dat zij reeds tien jaar vóór de beruchte Bartholomeüsnacht het voornemen van een eensklaps en verraderlijk ombrengen van alle leidende personen der Hugenoten koesterde. Hij erkende ook, dat zij over dit plan voortdurend met vertegenwoordigers van de Spaanse koning Filips II onderhandeld heeft. Over het aandeel, dat de paus en de roomse geestelijkheid in het bloedbad hebben gehad, werd door hem echter niets vermeld. Evenzeer liet hij de vraag rusten hoe het kwam, dat Spanje met zulk een niets ontziende woede op de verplettering, desnoods door verraad, van de Franse hugenoten, allereerst in hun voormannen, aandrong. De verklaring hiervoor moet hierin worden gezocht, dat als De la Ferrière op deze feiten was ingegaan, hij bij het Vaticaan terecht had moeten komen.

Wijlen Dr. F. J. Krop, destijds Ned. Herv. predikant te Rotterdam, die over deze kwestie omstreeks 1914 een uitvoerige polemiek heeft gevoerd met roomse geestelijken, die hem op de hun eigen (roomse) manier had­ den aangevallen, gaf op het vorengenoemde de navolgende visie:

, , Ik kan mij de verlegenheid van een man als De la Ferrière best begrijpen. Hij schaamt zich voor zijn kerk. Hij weet, dat die kerk haar fouten nooit herroept. En nu tracht hij zoveel mogelijk te verzachten, de scherpe puntjes weg te slijpen, of — als het niet anders kan — te zwijgen. Verre van hem, dat hij zou goedkeuren de houding van een Gregorius VIII, die de Joden dwong om eens in de week een , , christelijke" preek aan te horen, ze met zweepslagen naar de kerk dreef, en ze met zweepslagen weer liet wekken als ze, bij ongeluk, insliepen (Paix et liberie, 3 aug. 1907). Hij zou er niet aan denken, om zijn goedkeuring te hechten aan de zonderlinge wijze, waarop de Jezuiet Eudaemon Johannes het opneemt voor Ribadeneira S.J. (wie men verweet, dat hj de koningsmoord sina ulla forma judicii, zonder enige vorm van proces, verdedigde) zeggende: , , Als hij dat gezegd heeft, kan hij daarvoor toch alleen veroordeeld worden door iemand, die het Bartholomeüsfeest van Karel IX, die der onsterfelijkheid allerwaardigste koning, niet goedkeurt "

Het zou hem voor zijn kerk te veel smarten, als hij moest toegeven, wat voor onpartijdige geschiedschrijvers toch vaststaat, dat er geen land, geen tijdperk is aan te wijzen, waarin de roomse kerk, als zij andersdenkenden vervolgen kón, zich daarvan heeft onthouden; waarin zij het niet gedaan heeft met al de macht die zij had en met al het geweld, dat zij durfde aanwenden".

Dr. Krop wijst er dan vervolgens op, dat door op het vorengenoemde niet in te gaan, de schrijver er toe kwam om op rekening ener verderfelijke staatkunde te stellen, wat feitelijk de schuld is'van het roomse fanatisme. Daarom belastte hij bij voorkeur Catharina van Médicis zonder te vragen naar de laatste beweegredenen van de wrede vrouw. Daarom ook gaf hij Spanje aan de verachting van het nageslacht prijs, zonder te onderzoeken naar de macht, die Spanje dreef. Had hij één en ander wel gedaan, dan zou hij bij Rome, dit wil zeggen bij het Vaticaan, terechtgekomen zijn, maar als trouwe zoon der roomse kerk durfde hij de kwestie van de schuld dezer kerk niet aan. Hoe zeer Dr. Krop dan ook De la Ferrière hoger stelde dan de platte, gewetenloze vervalsers der historie onder de roomse schrijvers, toch kan deze volgens hem ook niet als een betrouwbare gids gelden.

Hierna voert Dr. Krop er enige bewijzen voor aan, dat de Bartholomeüsnacht beslist niet als een politieke misdaad moet worden beschouwd, maar dat de godsdienst er wel terdege de hoofdrol bij speelde. Hij vestigt daartoe de aandacht op een brief, door het met Rome zozeer bevriende Venetië de 12de september 1572 gericht aan koning Karel IX, waarin deze geluk gewenst wordt met , , die hoogprijselijke daad, waardoor het hem was gelukt de fundamenten van de katholieke godsdienst te bevestigen".

Ook aan de gezant bij de paus werd door Venetië een brief meegegeven, waarin ondermeer dit voorkwam, dat deze gezant , , de paus zo uitbundig mogelijk moest gelukwensen met de zeldzaam gelukkige keer der Franse zaken en de buitengewone gunst, door onze heilige God aan de paus geschonken, dat hij reeds bij de intrede van zijn pontificaat de verplet-, tering aanschouwen mocht van hen, die altijd de godsdienst belaagd hadden".

Nog een bewijs, dat de godsdienst bij de Parijse bloedbruiloft wel degelijk in het geding was en dat de hele toeleg van Karel IX en vooral van diens moeder en haar trawanten, zoals De Guise, was om de ketters om te brengen, levert het feit, dat na het bekend worden der afslachting in Parijs, te Rome een Te Deum, een lofzang ter ere Gods werd aangeheven. Dit geschiedde in de Lodewijkskerk, welke ook door de paus werd bezocht. Ook hij ging door onder het opschrift, dat zich boven het portaal dezer kerk bevond en dat luidde:

„Karel IX, Frankrijks allerchristelijkste koning, heeft plotseling, als ware hij een verderfengel van de Hemel gezonden, met één slag bijna alle ketters en rebellen van zijn rijk uitgeroeid".

Nog maanden daarna luisterde dezelfde paus naar het woord van Muretus in voornoemde kerk, waarin Gode ward dank gebracht voor:

, , die nacht, waarin de sterren met groter luister blonken en de Seine haar wateren trotser vloeien deed, om naar zee uit te dragen de lijken van die onheilige mensen".

Ja, er is nog meer, waaruit blijkt, dat de paus zeer verheugd was over wat er in die verschrikkelijke nacht van de 24ste augustus 1572 te Parijs is gebeurd.

Hij liet een medaille slaan ter vereeuwiging van de , , glorierijke overwinning der kerk op de Reformatie", wat er toch ook al wel onwedersprekelijk op wijst, dat het in de Bartholomeüsnacht maar niet ging om een politieke misdaad, zodat slechts van een staatkundige fout gesproken zou moeten worden.

Eén der lofredenaars van paus Gregorius XIII tekende bij die medaille het volgende aan:

„Dit is het bloedbad van de Calvinistische rebellen, bijgenaam Hugenoten; moord, gelaakt door zulk een groot aantal ketters; goedgekeurd door zovele katholieke verdedigers; , moord welke ontvangen werd met het handgeklap van Ro­ me en Spanje, door de klachten, de beschuldigingen en het erbarmelijk gekerm van Duitsland, Engeland en een gedeelte van Zwitserland".

De vreugde van de paus over de afslachting der Hugenoten blijkt voorts nog uit het feit, dat hij de wreedaardige moord op admiraal de Coligny en diens medestanders op een schilderij liet vastleggen als een gedenkteken van de gewroken godsdienst en van de ondergang der ketterij.

Dezelfde paus liet door zijn gezant ook aan Karel IX zijn gelukwensen overbrengen, waarbij hij hem de raad gaf, met alle kracht voort te gaan in hetgeen hij ondernomen had, en niet de goede naam er van te bederven door zachtheid, terwijl hij zo gelukkig begonnen was met strenge middelen.

In december 1572 liet de paus de koning nog eens herinneren aan zijn belofte, dat binnen korte tijd geen enkele Hugenoot meer in Frankrijk zou bestaan.

Wanneer men dan voorts bedenkt, dat reeds paus Pius V in 1569, dus drie jaar vóór de bloedbruiloft, soldaten naar Frankrijk stuurde met bevel om alle Hugenoten te doden, en dat hij ook in 1569 aan de moeder des konings, Catharina van Médieis, schreef dat de ketters allen geslacht moesten worden, om vervolgens in 1570 aan de kardinaal van Lotharin­ gen te schrijven, dat er met Protestanten nooit anders dan een valse en gehuichelde vrede kon zijn, dan zal ieder het moeten toestemmen, dat naar waarheid gezegd kan worden, dat de vreselijke, verraderlijke afslachting der Hugenoten in de Bartholomeüsnacht van 24 augustus 1572 wel ten uitvoer werd gebracht op last van Karel IX, Catharina van Médieis, De Guises en anderen, maar dat het Vaticaan in geen geringe mate er mede aan schuldig is, ja als de hoofdschuldige kan worden beschouwd.

Heeft Rome ooit schuld bekend en berouw getoond over haar aandeel in de moordpartijen van de Bartholomeüsnacht en de vele andere slachtingen, welke met haar medeweten en onder haar goedkeuring hebben plaats gehad?

Er is ons niets van bekend.

Wel heeft de huidige paus, Paulus VI, bij de opening van de tweede zitting van het concilie iets in die geest gezegd, maar dit was geen ruiterlijke erkenning van de schuld zijner voorgangers en ook niet van betuiging van innig leedwezen over hun daden, want hij sprak geheel voorwaardelijk, hiermede de mogelijkheid open latend, dat Rome geen schuld heeft aan wat er aan de protestanten in vorige eeuwen, de Barthplomeüsnacht ingesloten, is misdaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 1965

De Banier | 10 Pagina's

De Parijse bloedbruiloft

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 augustus 1965

De Banier | 10 Pagina's