Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Miljoenennota

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Miljoenennota

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds in de Troonrede werd er melding van gemaakt, dat er voor het komende zittingsjaar een belangrijke stijging te verwachten is van de Staatsuitgaven. Dit behoeft ook niet te verwonderen, als wij in acht nemen, dat sedert enkele maanden de socialisten een aantal vertrekken in het regeringskasteel hebben betrokken. Het uit vroegere jaren reeds bekende gezegde , , rood is duur" heeft nog niets van zijn juistheid ingeboet. Dit is wel te zien uit de cijfers, welke ons in de Miljoenennota door de Minister van Financiën worden verstrekt. Hieruit blijkt namelijk, dat de Staatsuitgaven, vergeleken met de oorspronkelijke ramingen voor 1965, maareventjes met 3, 1 miljard of ruim 3 duizend miljoen gulden zullen stijgen. Neemt men in acht, dat de werkelijke Staatsuitgaven over 1965 belangrijk boven de ramingen voor dat jaar liggen, dan komt men toch nog op een vermeerdering van deze uitgaven met 1, 7 miljard of zeventien honderd miljoen gulden. Zodoende komt het volgende jaar op een uitgavenpeil van 18, 1 miljard of ruim achttien duizend miljoen gulden, welk bedrag in de loop van dit jaar nog wel hoger zal worden, zoals dit voorheen ook gewoonlijk het geval was.

Wanneer hiertegenover nu maar een hoger bedrag aan inkomsten zou staan, dan zou er nog enige reden zijn om zich in zijn kritiek enigszins te matigen, alhoewel er onder die uitgaven bedragen zijn, waartegen wij zowel uit principieel als uit zakelijk oogpunt zeer ernstige bezwaren moeten inbrengen. Het benauwende is echter dat er geen sprake van is, dat het bedrag der inkomsten op een hogere raming komt dan dat der uitgaven. Het blijft er zelfs verre onder. De inkomsten worden voor 1966 namelijk geraamd op ruim 17 miljard gulden, zodat er een tekort te verwachten is van ruim één miljard of precies gezegd van duizend vijf en tachtig miljoen gulden. Van een sluitende begroting is derhalve geen sprake, maar daarop is in de na-oorlogse jaren ook nooit meer aangestuurd. Wel hebben vorige ministers van Financiën, zoals prof. Zijlstra en prof. Witteveen, zich voortdurend op het standpunt gesteld, dat de verhoging der Staatsuitgaven niet boven die van het nationale inkomen mag stijgen, om op die manier de inflatie of waardevermindering van de gulden tegen te gaan, maar minister Vondeling denkt hier anders over.

Ter voorkoming van inflatie willen hij en de overige leden van het Kablnet-Cals de sterke vermeerdering der uitgaven voor een zeer belangrijk deel dekken door middel van belastingverzwaring. Ook hierop werd in de Troonrede reeds gewezen, zoals de lezer in dit Staatsstuk vermeld kan zien. Hierbij werden ook al enige artikelen genoemd, waarvoor de belastingen zullen worden opgevoerd, namelijk op alcoholische dranken, tabak, personenauto's en minerale oliën, waaraan volgens de Miljoenennota nog enkele andere producten moeten worden toegevoegd. Ook textielgoederen, schoeisel en schoenreparaties zullen belast worden, doordat de in 1954 en 1955 hiervoor ingevoerde vrij stellingen zullen komen te vervallen, indien de Kamers met de voorstellen akkoord gaan. Bovendien wordt voorgesteld de vennootschaps-en de vermogensbelasting te verhogen, wat van dit sociaal-links (socialistisch) ingestelde kabinet wel niet anders te verwachten was.

Het is te begrijpen, dat de voorgestelde belastingverhogingen bij zeer velen al direkt sterke tegenstand heb­ ben ontmoet. Er is door het bedrijfsleven zelfs een schok gegaan toen het van de plannen der Regering kennis nam. Reeds kwam bij de Tweede Kamet een adres binnen van de zijde van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Tilburg en omstreken, wat zich laat begrijpen als men bedenkt, dat in het ressort van voornoemde Kamer de woUenstoffenindustrie de voornaamste werkgeefster is, en als men weet, dat de toestand in een groot gedeelte van deze industrie verre van rooskleurig is. Zó zelfs, dat er van een benarde situatie moet gesproken worden.

Ook voor ons volk echter is het gaan belasten van textielgoederen, schoeisel en schoenreparatie een onaangename zaak. Vooral voor de grotere gezinnen, daar, om ons bij de textielgoederen te bepalen, deze met ca 6 procent in prijs zullen gaan stijgen. De opheffing van de vrijstellingen voor de genoemde produkten zal voor 1966 een verhoging van de opbrengst der belastingen leveren van 180 miljoen gulden.

Ook het verhogen van de indirecte belasting op minerale oliën (andere dan benzine) en de verhoging van de benzineprijs met 1 cent per liter zal zowel bij het wegvervoer als bij vele houders van particuliere auto's wel op geen gering verzet stuiten. Vooral omdat er schier geen voorstel tot indirecte belastingverhoging aan de orde wordt gesteld, of de houder van motorrijtuigen worden er bij betrokken.

Voorts zal het verhogen van de omzetbelasting op bromfietsen van 5 pet. naar 18 pet. bij zeer velen in zeer slechte aarde vallen. Bromfietsen worden toch voor een zeer groot deel niet voor plezier gebruikt, maar zijn voor talloos velen een onontbeerlijk hulpmiddel voor de uitoefening van hun beroep, daaronder begrepen het vervoer van de woning naar heiwerk en omgekeerd. Een verhoging van belasting op deze fietsen van 5 pet. naar 18 pet. is voorwaar geen kleinigheid. Het doet denken aan het invoeren van een weelde-belasting, terwijl hierbij van een weelde-artikel over het algemeen genomen, toch geen sprake kan zijn.

Het vreemde hierbij is, dat de Minister Den Uyl van Economische Zaken met deze prijsverhogende belastingvoorstellen accoord blijkt te gaan, terwijl hij nog maar kortgeleden heeft verklaard tegen prijsverhogingen te zullen waken en toen zelfs de Horeca-(hoteK, restaurant-, café-) bedrijven een prijsstop heeft opgelegd.

Wat betreft de onder het vorige kabinet aangekondigde verlaging der loon-en inkomstenbelasting, waarvan de eerste helft reeds op 1 juli 1965 is ingegaan, wordt door de Regering in de Miljoenennota opgemerkt dat hieraan niet zal worden getornd. De tweede helft zal derhalve zonder onvoorziene omstandigheden op 1 januari 1967 ingaan, zoals reeds door het vorige kabinet was toegezegd. Dit is dus nog een lichtpunt, al wordt heel deze verlaging door de aangekondigde belastingverhogingen, die tezamen 900 miljoen gulden moeten opbrengen, praktisch weer teniet gedaan.

Te verwachten is dan ook, dat de Kamer nog een stroom van adressen te wachten staat, waarin tegen die belastingverhogingen verzet wordt aangetekend.

Om de moeUijk te verteren pU dezer verhogingen te vergulden, heeft de Regering er echter nog wat anders op gevonden. Om namelijk te voorkomen, dat de loon-en inkomstenbelasting door hun progressieve werking voortdurend gaat stijgen, wil zij een verdergaande verlaging van die belastingen tot stand brengen. Daartoe zal zij het daarheen sturen, dat voor allen, die meer dan honderd gulden loon-of inkomstenbelasting per jaar moeten betalen, het jaarlijkse bedrag met bonder gulden wordt verminderd. Deze verlaging wordt echter niet in contanten uitgekeerd, doch in de vorm van belastingspaarbrieven. Eerst over vijf jaar wordt dan op zo'n spaarbrief honderd dertig gulden uitgekeerd, wat neerkomt op een rentevergoeding van circa 5, 5 pet. In 1971 en volgende jaren zal derhalve door de Regering rond één miljard gulden aan de belastingbetalers moeten worden uitgekeerd. Deskundigen van naam zoals de heren Zijlstra, Witteveenenprof. Goedhart, hebben over deze spaarbrieven, die in feite op spaardwang berusten, reeds een vernietigend oordeel geveld. Laatstgenoemde wees daarbij o.m. op de bureaucratische rompslomp doordat ca 16 miljoen spaarbrieven aan de belastingbetalers zullen worden toege­ zonden. Bovendien is te duchten, dat de koopkracht van die 130 gulden door de inflatie nogal verder verminderd is.

Voorts kleeft aan deze methode het grote bezwaar, dat volgende kabinetten er door aan handen en voeten gebonden worden, doordat het hun onmogelijk wordt gemaakt om een directe loon-en inkomstenbelasting tot stand te brengen, indien daartoe de mogelijkheid zou bestaan.

Bij de behandeling van de desbetreffende wetsontwerpen zal over de voorstellen der Regering dan ook nog wel menig hartig woord gesproken worden, waarbij ongetwijfeld zal worden opgekomen tegen de drastische verhoging der Staatsuitgaven. Minister Vondeling kon in zijn rede wel met krachtig klinkende woorden verklaren, dat de financiële kraan dit jaar niet meer mag lekken, maar dit kan men gemakkelijk zeggen als men deze kraan eerst wagenwijd heeft opengezet.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1965

De Banier | 12 Pagina's

De Miljoenennota

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 1965

De Banier | 12 Pagina's