Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gemeentelijke herindeling  Walcheren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gemeentelijke herindeling Walcheren

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Rede van Ds. Abma

Op 18 oktober 1962 diende Minister Toxopeüs als minister van Binnenlandse Zaken namens de Regering een wetsontwerp in betreffende de gemeentelijke herindeling van Walcheren en van het tot Zuid-Beveland behorende gedeelte van het Zuid-Sloe. In dit ontwerp werd in artikel 2 lid 1 voorgesteld, dat de grenzen der gemeenten Arnemuiden, Borssele, 's-Heer Arendskerke, Middelburg, Nieuw-en St. Joosland, Oost-en West-Souburg, Vlissingen en Westkapelle, met ingang van de datum van herindeling zouden worden herzien. Volgens artikel 2 lid 2 moesten de gemeenten Aagtekerke, Biggekerke. Domburg, Grijpskerke, Koudekerke, Meliskerke Oostkapelle, Ritthem, Serooskerke, St. Laurens, Veere, Vrouwenpolder en Zoutelande met ingang van de datum van herindeling worden opgeheven.

Als datum van herindeling bepaalde artikel 1 lid 1, dat dit 1 januari 1964 zou zijn. Hiervan kon echter niets komen. Het Voorlopig Verslag verscheen pas op 12 mei 1964 en de Memorie van Antwoord op 15 februari 1965, zodat de Minister genoodzaakt was bij nota van wijziging de datum van herindeling aldus te wijzigen, dat in plaats van , , 1 januari 1964" gelezen moest worden: , , de eerste dag van de vierde kalendermaand na de datum van inwerkingtreding van deze wet".

Een tweede wijziging was toen de gemeente Nieuw-en St. Joosland uit artikel 1 lid 1 werd verwijderd en overgebracht naar artikel 1 lid 2 tussen de gemeenten Meliskerke en Oostkapelle, zodat ook Nieuw-en St. Joosland zou worden opgeheven. De overige toen aangebrachte wdjzigingen zullen we maar laten rusten, daar het een onverkwikkelijk relaas voor de lezer zou worden om die alle te gaan ver­ melden, omdat ze vrijwel alle betrekking hebben op nadere grenswijzigingen.

Vermeld zij, dat volgens het wetsontwerp de gemeente Serooskerke zou worden samengevoegd met Veere en Vrouwenpolder, en voorts dat de gemeenten Aagtekerke, Meliskerke en Grijpskerke zouden worden verenigd tot een agrarische middengemeente onder de naam van Mariekerke.

Het was de heer Scheps (P.v.d.A.) die, als naar zijn zin gehandeld was, van heel Walcheren één gemeente had gemaakt, door middel van een amendement Serooskerke aan Veere en Vrouwenpolder wilde onttrekken om het bij Mariekerke te voegen. Dit gelukte hem echter niet. De meerderheid der Kamer gevoelde er niets voor, evenmin als Minister Smallenbroek, die er op wees dat als Serooskerke bij Mariekerke zou worden gevoegd, de samengevoegde gemeenten Veere en Vrouwenpolder 2168 inwoners zouden hebben en Mariekerke 4000. Volgens het wetsontwerp zou dit voor Mariekerke 2500 a 2700 inwoners zijn, en voor Veere met Vrouwenpolder 3700 inwoners. De heer Scheps had wel bezwaar tegen een agrarische gemeente Mariekerke met 2500 a 2700 inwoners, maar de minister had veel groter bezwaar tegen een gemeente Veere met slechts ruim 2100 inwoners, daar deze gemeente dan veel te klein zou zijn.

De minister verwachtte voorts voor de gemeente Mariekerke geen grote bevolkingsaanwas. Het is een agrarische gemeente, die ook volgens het provinciaad bestuur, naar te verwachten is, agrarisch zal blijven. Voor Veere verwachtte de minister evenmin een toeneming van het inwonertal, die van betekenis is. Hoogstens zou het aantsQ inwoners van de nieuwe gemeente Veere in 1985 op 3100 kunnen worden geschat. Uit dit oogpunt was het naar het oordeel van de regering sterk aan te bevelen de gemeente Serooskerke bij nieuw-Veere, te voegen.

Bij de stemming over het amendement-Scheps, bleek de meerderheid der Kamer het met het betoog van de minister eens te zijn, daar het verworpen werd met 66 tegen 52 stemmen. Met de P.v.d.A. stemden de V.V.D., behalve Toxopeüs, en de P.S.P. vóór; de K.V.P., A.R., C.H., S.G.P., B.P. tegen.

Meer succes had de heer Scheps met zijn amendement om de gemeente Oost-en West-Souburg bij Vlissingen te voegen. Over deze samenvoeging was tevoren al heel wat te doen geweest. Door het gemeentebestuur van Oost-eri West-Souburg was al het mogelijke in het werk geuteld om deze samenvoeging te verhinderen; van de kant van het gemeentebestuur van Vlissingen was geen middel onbeproefd gelaten om die samenvoeging tot stand gebracht te krijgen. Zelfs werden Kamerleden uitgenodigd om een rondvlucht boven Walcheren te komen maken, terwijl het aan adressen niet ontbrak. Minister Smallenbroek bleek echter geen voorstander van het amendement-Scheps te zijn. Hij verklaarde wel niet, dat het voor hem onaanvaardbaar was, want dit zou betekend hebben, dat hij bij aanneming van het amendement aJs minister zou aftreden. Hij liet dus de beslissing geheel aan de Kamer over. De heer Scheps kreeg al direct steun van de heer Elfferich (A.R.), die verklaarde dat een belangrijke meerderheid voor het amendement-Scheps zou stemmen. Aangaande de K.V.P.-fractie bleef de Kamer aanvankelijk in onzekerheid wat zij met dit amendement zou doen. Haar woordvoerder verklaarde, dat een deel van zijn fractie het met de motivering van de heer Scheps wel eens was, maar dat men toch eerst nog wilde aanzien of de Minister wellicht nog met meer overtuigende argumenten ter weerlegging van het amendement-Scheps voor de dag zou komen. De V.V.D. verklaarde zich van meetaf aan voor het behoud van de zelfstandigheid van Souburg, evenals dit namens de S.G.P.-fractie door Ds. Abma was gedaan. Slechts één lid der V.V.D.fractie, de heer Kammeraad, verklaarde vóór de stemming, dat hij het voor een harmonische ontwikkeling van Zuid-Walcheren wenselijk achtte, dat Souburg bij Vlissingen wordt gevoegd. De. P.S.P. deelde hetzelfde standpunt.

De spanning was intussen sterk gestegen, vooral bij de gemeentebesturen van Vlissingen en van Souburg, die de vergadering bijwoonden. Zij beseften dat de uitslag van de stemming geheel afhing van wat de K.V.P.fractie zou doen. De ontknoping volgde toen namens deze fractie vóór de stemming door de heer Kolfschoten werd verklaard, dat de Minister niets nieuws had gezegd en dat hij de verschillende argumenten van K.V.P.zijde niet afdoende bestreden had. Een grote meerderheid van zijn fractie zou daarom haar stem aan het amendement-Scheps geven.

De uitslag van de stemming was, dat 79 leden zich vóór de opheffing der gemeente Souburg en toevoeging aan Vlissingen verklaarden, en 37 tegen, zodat het amendement was aangenomen.

Vóór stemden de P.v.d.A, de K.V.P., de A R. De tegenstemmers behoorden tot de fracties der V.V.D., S.G.R, C.H., deB.R en het G.P..V.

Van de K.V.P. stemden er 3 tegen, van de AR. ook 3, zodat deze fracties verdeeld stemden.

Hierna werd het gewijzigde wetsontwerp zonder hoofdelijke stemming aangenomen, met aantekening dat de S.G.P. en de B.P. geacht wensten te worden tegen te hebben gestemd.

Volgens het wetsontwerp zoals het door de Tweede Kamer werd aangenomen, zullen op Walcheren nog slechts 8 gemeenten bestaan. Het zijn de volgende:

1. Middelburg, waaraan toegevoegd Nieuwland en St. Laurens

2. Vlissingen met Souburg, Ritthem en delen van Koudekerke

3. Veere met Serooskerke en Vrouwenpolder.

4. Valkenisse (nieuwe gemeente) bestaande uit de oude gemeenten Koudekerke, Biggekerke en Zoutelande

5. Mariekerke (nieuwe gemeente) bestaande uit de oude gemeenten Aagtekerke, Meliskerke en Grijpskerke

6. Domburg met Oostkapelle

7. Arnemuiden

8. Westkapelle

Men ziet, dat zich op Walcheren een grote verandering gaat voltrekken. Bekende namen van gemeenten, waarmede wij vertrouwd waren en waaraan vooral de bewoners dier gemeenten zo gehecht waren omdat zij met die namen zijn opgegroeid, zullen officieel verdwijnen. Aan wat historisch is gegroeid, wordt door al die wijzigingen een abrupt einde gemaakt. Het zou ons niet verwonderen £ils deze ingrijpende amputatie op het eUand Walcheren tal van Zeeuwen in dit gebied met een gevoel van weemoed zal vervullen, en dat temeer omdat er van gebrek aan bestuurskracht — wat bij vorige grenswijzigingen voortdurend als argument werd aangevoerd — in de desbetreffende Walcherense gemeenten geen sprake was, zoals zelfs door de voorstanders van deze ingrepen moest worden erkend.

Na deze toelichting laten wij thans de rede volgen, welke namens de S.G.P.-fractie bij deze gelegenheid door Ds. Abma werd uitgesproken. Ds. Abma sprak als volgt:

Mijnheer de Voorzitter!

Verleden week tuimelde ten aanzien van de beraamde financiële maatregelen van de Regering uit niet eens oppositionele mond het woord „gescharrel" op de tafel van de Ministers. Ik dacht daaraan, toen ik in één van de nummers van het dagblad „Het Vrije Volk", reeds in 1962, ten aanzien van de procedure van de herindeling van Walcheren de kwalificatie „vreemd gescharrel met argumenten" aantrof, waarbij — duideUjkheidshalve vermeld — het woord argumenten tussen aanhalingstekens was geïnterneerd. Na de bevrijding van het eiland Walcheren kwamen al spoedig andere

„bevrijders"

opdagen, die de gemeenten uit het huns inziens te nauwe keurslijf wilden verlossen. Het leek wel een militaire operatie: tal van dorpen wisselden gedurig van bezitters, althans van adspirant-bezitters. Vandaar natuurlijk de uitdrukking „vreemd gescharrel met argumenten".

De alleereerste opzet was om Souburg bij Vlissingen te voegen, doch het ontwerp stelt voor Oost-en West-Souburg zelfstandig te laten. Ik ga hiermede overigens gaarne akkoord. Wij zouden willen voorstellen nog even door te scharrelen; misschien kunnen dan nog meer gemeenten zelfstandig blijven.

Wij zijn er erkentelijk voor, dat de geachte afgevaardigde de heer Kolf­ schoten met waardering de naam van ons vroegere medelid

Kodde

noemde. Het behoeft geen betoog, dat onze fractie het zeer betreurt, dat hij, die met alle plannen zoveel bemoeiing heeft gehad, helaas niet in staat is aan de behandeling in deze Kamer van dit wetsontwerp zijn medewerking te geven. .

Op 14 juli jl. bij de uitbreiding van het gemeentelijke gebied van Dokkum hebben wij te kennen gegeven, dat soms aan wijzigingen van gemeentegrenzen niet valt te ontkomen. Dwingende motieven voor de onderhavige herindeling zijn in beperkte mate aanwezig. Door grenswijzigingen kan worden tegemoetgekomen aan de vraag naar

ruimte,

waardoor noodzakelijke uitbreidingsplannen kunnen worden verwezenlijkt. Het is wel gebleken, dat naburige gemeenten hun medewerking daaraan wel wUlen verlenen, wanneer de eisen gerechtvaardigd voorkomen.

De voorgestelde veranderingen zijn ons inziens zeker niet urgent. Het veelal gebezigde argument , , gebrek aan bestuurskracht" is zeer subjectief. Het wetsontwerp geeft aan, dat het daaraan dan ook niet heeft ontbroken; integendeel, het heeft

alle lof

voor de wijze, waarop de gemeenten hun taak hebben vervuld. Er is echter de vraag gerezen, of de gemeenten de komende ontwikkelingen aankunnen. Wij hadden die komende ontwikkelingen graag eerst eens wat concreter en reëler zien aangeduid. Tot dusverre is de gemeenschappelijke taak in onderlinge samenwerking behartigd. De nieuw te vormen gemeenten zullen evengoed verschillende taken gemeenschappelijk moeten aanpakken.

Er is op de financiële consequenties gewezen. Samenvoeging zou een

behoorlijke bezuiniging

kunnen betekenen. In ieder geval zouden dubbele of meervoudigebestuurskosten niet meer voorkomen. Dit is van belang vanwege de zwakke financiële basis, waarop de gemeenten zich benard gevoelen. Die zwakke financiële basis is echter het gevolg van de Financiële-Verhoudingswet, De gemeenten zelf hebben niet alleen een zwakke financiële basis, maar ook een

zeer beperkt belastinggebied.

Het gebrek aan bestuurskracht is eveneens op gelijke wijze veroorzaakt doordat allerhande centraliserende wetten de gemeenten van zeggenschap beroven. Wij zouden in dit verband de Zondags wet kunnen noemen.

Mijnheer de Voorzitter, nog een enkele opmerking over de financiële kant. Ik kreeg enkele becijferingen onder de ogen, o.a. van de grootste gemeente op Walcheren die met opheffing wordt bedreigd; men

betwijfelt

ten sterkste het argument van meer financiële armslag door samenvoeging. Ook van één van de kleinere gemeenten is er een berekening, die aantoont dat door samenvoeging de nieuwe gemeente niet een ruimer financiële basis wordt geboden.

Wij willen graag van de Minister leren. Op 14 juli, bij de behandeling van het wetsontwerp tot herindeling van Goeree-Overflakkee, waarbij de Minister voor en na heeft gesproken, kwam het ons voor dat de Minister een geweldige vondst had. Hij betoogde namelijk, dat samenvoeging van gemeenten niet het opheffen van bestaande

gemeenschappen

betekent. Dit vers heeft de geachte bewindsman in diverse toonaarden ge­ zongen en ik heb deze les goed bestudeerd. Ik moest dat wel doen, omdat de Minister zich speciaal tot de geachte afgevaardigde de heer Voogri en mij richtte. Wij hadden nameliji; niet begrepen, dat de opheffing van gemeenten niet betekent de vernietiging van gemeenschappen. Het was de bewindsman in het bijzonder gedurende de maanden van zijn ministerschap opgevallen, dat zovelen de vrees delen, dat door grenswijzigii, . gen de gemeenschappen teloor gaan Ik heb het

aantal malen

geteld, dat de Minister uitsprak dat de gemeenschappen niet worden aangetast door grenswijzigingen, en il; kwam tot het getal 10. Als wij liet goed begrijpen, dan is het in de oren van de geachte bewindsman een ketterij om te beweren, dat de gemeenschappen worden bedreigd. Op 26 mei jl. echter had de Minister, vergezeld van twee van zijn hoge ambtenaren, een ontmoeting met de vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken. Besproken werd een eventueel amendement, dat intussen werd ingediend, de gemeente Oost-en West-Souburg toch op te heffen en bij Vlissingen te voegen. De Minister gaf te kennen, dat zijns inziens Oost-en West-Souburg in de Zeeuwse verhoudingen één van de grootste gemeenten was en dat — en nu komt het - de bevolking een

goede gemeenschap

vormde. Dus toch de gemeenschap in het geding, mijnheer de Voorzitter. Mag' de Minister in bepaalde gevallen daarvan wel spreken en mogen wij dat in andere situaties niet te berde brengen? Dat doet mij denken aan de oude Romeinse spreuk: , , Quod licet Jovi, non licet bovi". Het is toch wel een gescharrel met argumenten. Ik heb dit nogal uitvoerig ter ' sprake gebracht omdat wij de indruk krijgen, dat bij grenswijzigingen de situatie intreedt die de Romeinse spreuk „Sic volo, sic jubeo" vertolkt. Men kan dan al naar het uitkomt een argument gebruiken en bestrijden. Ook ten aanzien van gemeenten, die niet worden opgeheven, gelden argumenten, die evenzeer kunnen worden aangevoerd voor gemeenten, die wel hun zelfstandigheid teloor zien gaan.

Mijnheer de Voorzitter! In artikel 25 is bepaald, dat aan

burgemeesters en aan ambtenaren

in vaste en tijdelijke dienst, die ingevolge de wet worden ontslagen enz., ten laste van hoofdstuk VII van de rijksbegroting wachtgeld wordt toegekend, enz. De vraag is nu: vallen hieronder ook de ambtenaren, die werkzaam zijn ter uitvoering van een gemeenschappelijke regeling? Deze vraag zal zeker acuut worden wanneer het amendement-Scheps, strekkende om de gemeente Oost-en West-Souburg op te heffen, wordt aangenomen, omdat deze gemeente een voorname participant is in bepaalde gemeenschappelijke regelingen. Met name bij de ambtenaren van de gemeenschappelijke dienst voor

bouw-en woningtoezicht

is ongerustheid onstaan over hun rechtspositie.

Dergelijke zorgen bestaan er ook ten aanzien van de Stichting voor Maatschappelijk Werk en Gezinsverzorging op het platteland van Walcheren. Wat Serooskerke aangaat: wij zullen onze stem niet geven aan het amendement-Scheps, hoewel hij ons vertederde door zijn bewogen pastorale zorg ten aanzien van de progressiviteit van een staatkundig gereformeerd raadslid. Wij zijn inderdaad

progressief

wanneer het betreft de beweging naar het goede of naar het betere, en be- paald conservatief, wanneer de gang naar het mindere of het slechtere actueel is. Wij houden ons namelijk aan de regel, door de geachte afgevaardigde geformuleerd ^n geadstrueerd, dat wij ons in dezen niet laten leiden door de gedachte of wij een raadszetel zullen winnen of verhezen. In de argumenten van de drie Serooskerkse kiesverenigingen Ugt ons inziens het zwaartepunt op de onderstreepte en in woordkeus toch al geladen zin: Dit heeft het

funeste gevolg,

dat het dorp van een groot gedeelte van zijn natuurlijke verzorgingsgebied wordt afgesneden.

Deze zin is mijns inziens zakelijk en reëel genoeg, zodat ook een staatkundig gereformeerd raadslid en staatkundig gereformeerde bestuursleden van een kiesvereniging dit kunnen onderschrijven en ondertekenen. Wanneer de heer Scheps het vreemd vindt dat een staatkundig gereformeerd raadslid te Serooskerke geen aansluiting zoekt bij geestverwanten in de te vormen gemeente Mariekerke, dan zouden wij ons ook kunnen verbazen over het feit, dat een

fractie van de Partij van de Arbeid

in Souburg niet ervoor voelt om het element van de Partij van de Arbeid in Vlissingen te versterken.

Wij maken graag de opmerking van de geachte afgevaardigde de heer EKferich, dat het wel dienstig was geweest de drie , , kerk"-dorpen. Meliskerke, Grijpskerke en Aagtekerke, te horen over het amentement-Scheps, tot de onze. Inzake de suggestie van de gemeenten Meliskerke, Grijpskerke en Aagtekerke om het buurtschap

Krommenhoeke

te voegen bij een eventueel nieuw te vormen gemeente Mariekerke, wachten wij evenals de geachte afgevaardigde de heer Beernink graag het gevoelen van de Minister af.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1965

De Banier | 8 Pagina's

Gemeentelijke herindeling  Walcheren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 november 1965

De Banier | 8 Pagina's