Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1.

Maar gij zljt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk, opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht; Gij, die eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt; die eertijds niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden. 1 Petrus 2 : 9, 10.

Het woord rassendiscriminatie kennen we. Het ene ras, het ene volk acht zich boven het andere verheven, de blanke boven de kleurling, de Ariër boven de Jood.

De Heere oordeelt anders.

Alle mensen zijn uit enen bloede. De Heere heeft hen allen onder Zijn toorn besloten. Hij maakt echter onderscheid, waar dat van nature niet is. Daarom is er een rijk beweldadigd volk.

Petrus spreekt eerst van de aanzienlijke staat van dat volk: maar gij zijt een uitverkoren geslacht

Dit geldt niet van de ongelovigen en ongehoorzamen, die de steen des hoeks verworpen hebben, maar van de vreemdelingen, verstrooid in Pontus enz, de uitverkorenen naar de voorkennis van God de Vader in de heiligmaking des Geestes tot gehoorzaamheid en besprenging des bloeds van Jezus Christus.

Een uitverkoren geslacht. Dat wijst op de staat van nature, ongelovig en ongehoorzaam, evenals de anderen, maar ook op het voorrecht, dat de Heere geschonken heeft naar Zijn vrijmachtig welbehagen. Hij heefthen verkoren in ('hristus en bewerkt door /ijn Geest. Alles is alleen te danken aan Zijn liefde.

Een uitverkoren geslacht. Dat wijst op onderlinge gemeenschap. Zij vormen samen de leden van het lichaam van Christus, zij zijn verbonden door het bloed van Christus en door Zijn Tteest, en zo maken zij eengeestelijke eenheid uit. Zij zijn een nieuw mensengeslacht, begrepen in de tweede Adam.

Petrus noemt hen een koninklijk priesterdom.

Een priesterdom. Zij zijn priesters, die zich Gode wijden en staan in de dienst des Heeren. Ook in vers 5 wordt ai gesproken van een heilig priesterdom. Zij hebben allen dezelfde roeping, bekleden hetzelfde ambt en zijn daarom bijzonder aan elkande^r verbonden.

Een priesterdom, maar dan een koninklijk. Dit is naar Exodus 19 : 6a: n gij zult Mij een priesterlijk koninkrijk, dat wil zeggen een koninkrijk van priesters en een heiligvolk zijn. Het gaat om een priesterdom met de eer en glans van een koninkrijk. Deze priesters hebben een koninklijke glans, die van hen afstraalt. Zij zijn als koningen, die voor de Heere leven.

Bij een koninkrijk behoort een Koning. Deze geeft de glans aan zijn rijk. De Koning van dit rijk is God Zelf en Christus, Die Zijn heerlijkheid op de Zijnen legt. Hij heeft Zich daartoe eerst vernederd, maar is nu verhoogd aan Gods rechterhand. Daar heerst Hij als Koning en zo vergadert, regeert en beschermt Hij de Zijnen.

Zij zijn een heilig volk. Het woord volk, dat hier gebruikt wordt, wijst terug naar hun heidense afkomst. Zij waren een heilig volk, dat wil zeggen toegewijd aan God, afgezonderd van de wereld en van de zonde. Ken verkregen volk. Het woord volk hier is niet hetzelfde als het vorige. Dit woord volk duidt het volk aan, dat de Heere toebehoort. Het is Zijn volk. Dat volk is een verkregenvolk. Dat laat zien, dat de Heere Zich dat volk verworven, verkregen heeft en dat het zo Zijn volk is. Het is Zijn eigendom. Hij heeft het verkregen door Zijn eigen bloed. Hij heeft er dus alles voor over gehad om het eigendomsrecht te verkrijgen.

Maar nu behoren zij Hem ook volkomen toe. Zij zijn het bijzondere eig, endom des Heeren. Zij waren het eigendom van zichzelf, van satan en zonde, maar Christus heeft hen gekocht niet met goud of zilver, maar met Zijn dierbaar bloed. Zij behoren Hem alleen toe, naar lichaam en ziel.

Zij liggen voor tijd en eeuwigheid voor Zijn rekening. Van hen mag gelden: Welgelukzalig het volk, dat Hij Zich ten erve verkoren heeft. Al hét Zijne is het hunne, en het hunne het Zijne.

We moeten verder lezen. Dit volk heeft een verheven bestemming.

Deze ligt in de woorden: opdat gij zoudt verkondigen....

Er staat nog veel aan de bestemming in de weg. Er is nog de nawerking van hun vorige staat. Alles spant samen om te voorkomen, dat zij waarlijk een koninklijk priesterdom enz. zouden zijn.

De kracht des zonde doet zich overal en steeds weer op allerlei wijze gevoelen.

Van dit uitverkoren geslacht is niets te verwachten. Zij zijn wel geroepen om te beoefenen wat hier staat, maar daar brengen zij niets van terecht. Zij blijken nog zo menigmaal het tegendeel te doen van wat zij moesten doen.

Wat hebben zij zelf vaak reden om beschaamd te zijn. Het willen is er wel, maar het volbrengen niet.

Maar toch staat het niet hopeloos. We kunnen hier lezen: opdat gij alzo zoudt verkondigen Dat uitverkoren geslacht heeft een roeping. Het uitverkoren zijn, het zijn van een koninklijk priesterdom enz. houdt ook in, dat zij aan die bestemming zullen beantwoorden. De Heere, Die hen uitverkoren heeft, staat er ook voor in, dat deze bestemming tot haar recht komt.

Meerkerk

.Ds. G. Blom

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1966

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 februari 1966

De Banier | 8 Pagina's