Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

2.

Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk, opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht; Gij, die eertijds geen volk waart, maar nu Gods volk zijt; die eertijds niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden. 1 Petrus 2 : 9, 10.

Zij moeten verkondigen de deugden Desgenen, Die hen geroepen heeft. Verkondigen, dat is wijd en zijd bekend maken. Naar Jesaja 43 : 21: it volk het Ik Mij geformeerd, zij zullen Mjn lof vertellen. Hier de gedachte van een boodschapper, eenprofeet, in dienst van zijn hemelse Zender en tot Zijn eer. Dit geschiedt door het woord en door een heilige levenswandel, zodat daarin duidelijk het koninklijk priesterdom uitkomt.

Zij moeten verkondigen de deugden des Heeren. Zijn volmaaktheden, zoals die op allerlei wijze tot openbaring komen. Zijn liefde, waarmee Hij hen liefgehad en Zijn Zoon voor hen gegeven heeft. Zijn gerechtigheid, die daarbij schittert. Zijn wijsheid, dieuitkomt in al Zijn wegen van toebrenging en leiding. Zijn trouw, die nooit door hun ontrouw teniet gedaan wordt.

Het gaat er om, dat Hij verheerlijkt wordt in en door Zijn eigen werk. Gods deugden komen uit in het werk der schepping, maar nog meer in dat der herschepping.

Er is oorzaak en stof genoeg voor, want Hij heeft hen uit de duisternis geroepen. Dat deed en dat doet Hij nog in de weg der middelen door Zijn

Woord en Geest. Hij betoont daarin Zijn almacht en Zijn liefde.

Hij heeft geroepen uit duisternis, uit volstrekte duisternis. Dat is het beeld van alle verkeerdheid en ellende. Zij verkeerden in de macht van de zonde en dood, maar Hij riep. Hij trok er uit. Dat was alleen Zijn werk.

Hij riep tot Zijn wonderbaar licht. Dat is het beeld van leven, van zaligheid. De Heere doet geen half werk, maar Hij trok hen tot Zijn licht, dat is tot de volle gemeenschap met Hem. Hij is'enkel Licht. Dat licht wordt hier wonderbaar genoemd. Het brengt tot bewondering, het gaat alle menselijke voorstelling te boven. Het houdt de volle zaligheid in voor eenverloren zondaar.

Daarom is er stof genoeg om de deugden te verkondigen van Hem, Die hen geroepen heeft uit die grote duisternis tot Zijn wonderbaar licht.

We mogen er wel goed op letten, dat de Heere dit gedaan heeft naar Zijn vrij machtig welbehagen.

Petrus wijst op hun eertijds: toen waren zij geen volk

Eertijds. Dat ziet op de tijd, voordat de Heere hen krachtdadig riep, toen zij nog leefden als de anderen, in ongeloof en ongehoorzaamheid. In dat eertijds zouden zij gebleven zijn, als de Heere hen niet geroepen had. Maar het is verleden tijd en dat mogen de Zijnen nooit vergeten.

Zrï] waren geen volk. Zij behoorden niet tot het volk, dat de Heere cifgezonderd had. Zij hadden geen deel aan God en geen deel aan Christus, zij waren buiten Gods gemeenschap. Zij waren nog heidenen, die leefden naar het goeddunken van hun eigen hart. Zij waren overgegeven aai)zichzelf en aan de zonde. Zij leefden voor eigen rekening voort en waren onderworpen aan de drievoudige dood. Hun wachtte een eeuwig oordeel.

Nu is het anders: eertijds geen volk, maar nu Gods volk.

Dit nu geeft tegenover het duistere verleden het lichte heden aan. Het eertijds, de duisternis, is voorbij. Het ware licht heeft geschenen in hun harten. De duisternis kan nooit terugkeren.

Nu zijn zij Gods volk. Hier duidt het woord volk op het volk, dat de Heere zich ten eigendom verkoren heeft. De Heere en Zijn volk behoren bij elkaar. Eerst was het loammi, niet Mjn volk, maar nu is het ammi, Mijn volk. Zo spreekt de Heere en daarom leert Hij dat volk zeggen: Gij zijt mijn God. Het wijst op een innige verhouding. Zij mogen delen in Gods liefde. Zij zijn erfgenamen Gods en medeërfgenamen van Christus, Die Zichzelf voor hen gegeven heeft, opdat zij tot kinderen Gods zouden worden aangenomen. Zij bezittende Heilige Geest, Die in alle waarheid leidt en doet delen in Gods gunst en doet beantwoorden aan hun bestemming.

Nog eens komt de tegenstelling naar voren: die niet ontfermd waart, maar nu ontfermd zijt geworden.

Zij waren niet ontfermden. Zij deelden wel in Gods algemene goedheid en ontvingen zo nog vele zegeningen. Maar zij behoorden niet tot Gods volk en deelden niet in de bijzondere ontfermende liefde Gods in Christus.

Daarom waren zij niet-ontfermden. Zij waren buiten de verzoende gemeenschap met God, nog in de duisternis, in de staat der ellende.

Maar nu zijn zij ontfermden. Er is een keerpunt gekomen. De Heere heeft Zich in de tijd van Zijn welbehagen •in Zijn grote barmhartigheid over hen ontfermd. Hij heeft hen aangenomen tot Zijn volk. Niemand had medelijden met hen, maar de Heere wel. En zo mogen zij weer delen in Gods ontfermende liefde.

Daarom bezitten zij alles. Voor het heden moeten alle dingen medewerken ten goede. Zij zijn immers naar het voornemen Gods geroepen. Voor de toekomst blijft gelden, dat de Heere hen leidt naar Zijn raad, dat zij leven onder Gods bescherming, dat zij begrepen zijn in de voorbede van Christus. Aan het einde zal de Heere hen tot Zich nemen in Zijn heerlijkheid. Dan zullen zij weer ten volle beantwoorden aan hun bestemming als profeet en priester en koning.

Behoren wij al tot dit volk?

Zo neen, de Heere arbeidt nog en Hij roept nog. Verhard U niet, maar laat U leiden. Zo ja, gij hebt dit alleen te danken aan Gods eeuwige liefde. Beantwoordt gij aan Uw bestemming? Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode enZijnVader, Hem zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. Openb. 1 : 6.

Meerkerk

Ds. G. Blom.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1966

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 februari 1966

De Banier | 8 Pagina's