Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

1

Heere neem de moeite niet, want ik ben niet waardig, dat Gij onder mijn dak zoudt inkomen. Lukas 7 : 6b.

De Heere Jezus ziet dan ook het hart aan en zal later van deze hoofdman zeggen: , , Zulk een groot geloof in gans Israël niet gevonden te hebben". Een groot geloof had deze man.

Waarom? Omdat hij op niets meer van zichzelf steunde, maar enkel en alleen op Christus.

Ons geloof is sterk naar de mate, dat het ten eerste niet meer steunt op iets van ons. En ten tweede naar de mate het alleen berust op een gekruiste Christus.

In een onwaardig hart woonde dit grote geloof. Uit de diepte van het schuldbesef komt het ware geloof op en hangt zijn ganse zielezaligheid aan het volbrachte werk van Christus. Daar is het geloof het grootst, waar wij niets meer zijn. Waar wij het vonnis der zelfvernietiging over ons uitspreken en ons met het pak onzer zonden en de vloek van onze wetsovertredingen laten zakken en zinken op Christus' bloedgerechtigheid alleen. Nu dat deed deze hoofdman.

Wat wEis hij onwaardig. Maar met al zijn onwaarde zonk hij op Christus en zeide: , , Spreek slechts één woord". De eigen onwaarde deed hem te meer Christus' waardij zien. Waar hij van zichzelf moest zeggen niets te zijn, daar zag hij temeer heerlijkheid in Christus.

Hoe wonderlijk is toch het werk des geloofs. Hoe meer ledigheid het ziet in zichzelf, hoe meer volheid in Christus. Hoe meer schuld in zichzelf, hoe meer de waardij van Zijn borgtocht; hoe meer onreinheid in zichzelf, hoe meer de reinigmakende kracht van Zijn bloed. .

Nu dan, wilt gij veel van Jezus leren kennen, daal af in de donkere diepten van uw eigen hart.

Wil de Parel van grote waarde schitteren met de schoonste kleurschakeringen, leg Hem dan op de donkere en zwarte achtergrond van uw goddeloos, schuldig en onrein hart.

Wie dan veel vergeven is, die zal ook veel liefhebben.

, , Spreek slechts één woord", zo zei de hoofdman en dan zal mijn knecht genezen zijn

Als de Heere Jezus dit hoort, zegt Hij: , , Ik zeg uUeden, Ik heb zo groot een geloof zelfs in Israël niet gevonden" De Heere Jezus verwonderde Zich hier nu eens niet over het ongeloof en de hardigheid des harten van Zijn hoorders, zoals in Nazareth, maar Hij verwonderde Zich over zulk een groot geloof.

Dit is het getuigenis, dat Christus van de hoofdman over honderd geeft.

Zelfs onder de IsraëUeten, waaraan de woorden Gods waren toebetrouwd, had Hij zulk een groot geloof niet gevonden. Dit grote geloof werd gevonden bij een heiden, een Romein. Het was geen rabbijn, noch een wijs schriftgeleerde waarvan Jezus dit zeide, nee het was een heiden, die Hem tot zulk een uitspraak bracht. Als mens verwondert de Heere Jezus Zich hier over het werk des Geestes in het hart van deze man.

Het geloof van de hoofdman was groot en krachtig. Het was een geloof, groter dan de discipelen oefenden. Van dezen lezen we herhaaldelijk dat ze van de lichameüjke nabijheid van de Heere Jezus hun geloof zo lieten afhangeiL

Martha b.v. zeide tot Jezus toen Hij drie dagen na de dood vanhaar broer Lazarus tot hen kwam: , , Heere, waart Gij hier geweest, zo ware hij niet gestorven."

Zij achtte de tegenwoordigheid van Christus noodzaïcelijk om te kunnen geloven. Hun geloof kleefde nog zoveel aan het tastbare.

Maar deze romeinse centurio zegt de tegenwoordigheid van Christus niet nodig te hebben.

Hij zegt: , , Spreek slechts één woord, en dan zal mijn knecht genezen zijn". Hierin blinkt zijn groot geloof uit. Heidenen hadden immers vanhuisuit zulke geheel andere gedachten aangaande hun goden.

De kracht der goden verbonden zij aan een bepaalde plaats.

Men kende de zgn. , , huisgoden". Als men op reis ging, nam men zijn goden mee, want anders zou hun god hen niet kunnen beschermen op zo'n verre afstand. De god deed alleen kracht als hij bij hen was.

Men sliep met de goden onder de hoofdpeluw; men droeg de god in miniatuur op de borst. De tegenwoordigheid was nodig om te kunnen redden en beschermen. Dit was de gehele gedachtengang der heidenen.

Ook de Joden wilden, hoewel ze Israëlieten waren met de reine Godsopenbaring, steeds een uiterlijk tastbaar teken.

Zelfs de discipelen waren daar niet geheel vrij van. Maar deze hoofdman zegt: , , Uw nabijheid is niet nodig, want slechts één woord van U zal mijn knecht genezen."

Deze hoofdman beschaamt ook Gods volk. Ook zij willen zo graag eentaistbaeu: waarnemen van Jezus, vóór en aleer zij willen geloveiL

Het is bij ons als bij Thomas: eerst voelen en dan pas geloven. Wij willen tasten, gevoelen en zien, en anders niet geloven.

Maar deze hoofdman wierp zich op Jezus' woord. Slechts één woord had Hij nodig.

En wij? Aan de schoonste beloften hebben wij nog niet genoeg en doen ondanks Gods rijke toezegging niet anders dan in ongeloof Zijn liefde, macht en wijsheid verdenken.

Op één woord van Christus wilde deze man zijn gehele verwachting bouwen. O, is er betere grond voor ons ge­ loof dan het onfeilbaar woord des Heeren?

Is er sterker en onwankelbaarder rots om het huis uwer hoop op te bouwen dan het woord van Hem, Die geen mensenkind is, dat Hij liegen zou, noch een man dat het Hem berouwen zou?

Weigelukzalig zijn zij, die met deze hoofdman het Woord Gods begeren als een lamp voor hun voet en een licht op hun pad.

Laat dat Woord ons licht zijn als we in duisternissen zijn gezeten.

Met David doe ons dit uitroepen: , , Gedenk het woord, gesproken tot Uw knecht, waarop Gij mij verwachting hebt gegeven".

Hef de panden van die grote Juda naar voor Zijn aangezicht op en toon iem maar de eerlijk verkregen toezeggingen Zijner lippen.

Dat noemt Jezus een groot geloof. Deze hoofdman kon niet tasten, hij kon niet zien, hij kon niet voelen, en toch geloofde hij.

Met Abraham merkte hij niet aan de dingen, die men ziet, maar de dingen die niet gezien worden.

Groot was zijn geloof, zei Jezus. Het kwam met die man zijn geloof niet verkeerd uit. De Heere Jezus beschaamde dat vertrouwen niet. Zijn knecht werd gezond vanaf die ure. Het zal meevallen, volk des Heeren, al hebt ge maar één woord om op te pleiten.

De hypocrieten hebben honderden teksten bij de hand. Daarvanzegtmen wel eens spottende, dat zij bij het breken van een kopje nog een waarheid hebben.

Maar de ware reizigers naar Sion hebben soms niet meer dan de hoofdman nodig had, maar één woord. Een zeer geoefende vrouw zei, de beloften wel op de palm van haar hand te kunnen schrijven, zo weinig waxen het er.

Maar het waren gekregen en niet gestolen beloften. Beter één woord van Jezus, dan een hele Bijbel van de duivel. Vreest niet, oprechten in Sion, al is het maar één woord, als bij de hoofdman. Het komt goed uit hoor! Het is een woord van Hem, Die nooit herroept wat Hij eenmaal heeft gesproken.

Nu dan, heft dat woord ten hemel en zegt: , , Heere, doe gelijk als Gij gesproken hebt".

Utrecht.

Ds. C. Harinck

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 1966

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 1966

De Banier | 8 Pagina's