Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Proeve voor een nieuwe grondwet

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Proeve voor een nieuwe grondwet

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op aandrang uit de Kamers der Staten-Generaal werd in 1963 door de : toenmalige m inister van Binnenland-se Zaken een afdeling Grondwetszaken van voornoemd departement ingesteld, die de opdracht kreeg een ontwerp voor een nieuwe grondwet voor te bereiden. Hiermede week Minister Toxopeüs van de voorheen steeds gevolgde gewoonte om ter voorbereiding van een Grondwetsherziening een Staatscommissie te benoemen, af. Wel werd door hem een aantal staatsrechtgeleerden aangewezen, die de afdeling Grondwetszaken van advies zouden kunnen dienen.

Zodra voornoemde afdeling met haar taak gereed zou zijn, lag het in het voornemen het uitgebrachte advies te publiceren, zodat er een gedachtenwisseling over zou kunnen plaats hebben. Van meetaf aan heeft de Minister er echter alle nadruk op gelegd, dat : hij geen enkele verantwoordelijkheid voor de inhoud van het advies op zich nam. Het zou uitsluitend een proeve I zijn ter discussiestelling. Eerst wanneer er een goed gefundeerde meningsvorming over de in de , , proeve" gedane voorstellen zal zijn verkregen, zal de Regering beoordelen of er aanleiding bestaat over te gaan tot het ontwerpen van een nieuwe Grondwet. Het kabinet-Cals zette het door de heer Toxopeüs te dezer zake gevoerde beleid voort met het gevolg, dat de vorige week de proeve voor een nieuwe Grondwet door Minister Smallenbroek voor de publikatie kon worden vrijgegeven. '. ; ! ;

Het ligt niet in ons voornemen om dit ^ omvangrijke werkstuk van 299 bladzijden breedvoerig te gaan behandelen. Op slechts een enkel belangrijk ' punt zullen wij de aandacht vestigen. Vooraf zij echter vermeld, dat de ' , , proeve" uit drie delen bestaat:

1. een onhverp-Grondwet.

2. een toelichting op dit ontwerp.

3. een vergelijkend overzicht van de - teksten van de bestaande Grond-wet en de proeve in de volgorde - van de huidige Grondwet.

Wat van het ontwerp-Grondwet direkt opvalt, is de beknoptheid. Terwijl toch de huidige Grondwet 205 artikelen bevat, heeft het ontwerp van de afdeling Grondwetszaken er maar 90. Wanneer wij kennis nemen van de inhoud, springt voorts al dadelijk in het oog, dat een bepaling, waarin wordt veerklaard, dat de overheid Gods dienaresse is en dat zij derhalve bij de gratie Gods regeert, ontbreekt. Dit moet als een zeer ernstige leemte worden aangemerkt. Het ware te wensen, dat als Minister Smallenbroek aan de hand van deze „proeve" een wetsontwerp-Grondwet maakt en dit bij de Kamer indient, deze leemte door hem zal worden aangevuld. Wanneer echter in acht genomen wordt op welk een sterke tegenstand het opnemen van vorengenoemde woorden in de Grondwet bij de P.v.d.A. stuitte, dan is zeer. ja zeer te vrezen dat door hem de P.v.d.A. naar de ogen zal worden gezien en er van een verklaring als zoeven werd genoemd, niets komt.

Hoofdstuk 1 van het ontwerp handelt over de grondrechten.

Vooral is voor ons van belang het bepaalde in artikel 5. Hierin toch komt iets voor, dat in de bestaande Grondwet wordt gemist.

In lid 3 van artikel 5 toch staat: , , Het recht van openbare godsdienstoefeningen te houden wordt erkend. De wet regelt de bevoegdheid een voorgenomen godsdienstoefening buiten gebouwen en besloten plaatsen te verbieden indien dit ter handhaving van de openbare orde vereist is".

De laatste alinea van het derde lid van artikel 5 nu houdt niet minder in dan opheffing van het processieverbod.

Terwijl art. 184 der bestaande Grondwet bepaalt, dat openbare godsdienstoefeningen buiten gebouwen en besloten plaatsen slechts geoorloofd zijn, waar zij thans (n.l. in 1848) naar de wetten en reglementen zijn toegelaten, worden dergelijke godsdienstoefeningen in voornoemd lid van artikel 5 der , , proeve" toegelaten, tenzij verstoring van de openbare orde te verwachten is, in welk geval de overheid de bevoegdheid heeft volgens regels door de wet te stellen tegen een voorgenomen processie preventief op te treden.

Ontbreekt zulk een wet nog, dan kan volgens de commissie de bepaling worden opgenomen, dat alsdan bedoelde bevoegdheid door de burgemeester wordt uitgeoefend.

Dit laatste werd destijds reeds door de antirevolutionairen ook in hun rapport voorgestaan. Het is danookzeer te duchten, dat deze bepaling in een definitief ontwerp-Grondwet zal worden opgenomen.

Dan zal Rome haar doel hebben bereikt.

Slechts één weg is er om te trachten dit te voorkomen, door namelijk op grote schaal krachtig tegen het in artikel 5 lid 3 van de proeve protest aan te tekenen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 1966

De Banier | 8 Pagina's

Proeve voor een nieuwe grondwet

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 1966

De Banier | 8 Pagina's