Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Eerste-Kamerverkiezing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Eerste-Kamerverkiezing

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige week woensdag (6 juli) vonden de verkiezingen plaats voor 37 leden der Eerste Kamer, waarvan 19 in groep II, omvattend de provincies Gelderland, Overijssel, Groningen en Drente, en 18 in groep IV gevormd door de provincie Zuid-Holland.

Men ziet hieruit, dat niet alle 75 Eerste-Kamerleden opnieuw gekozen of herkozen moesten worden, doch slechts de helft. Over drie jaar komen de groepen I en III aan de beurt, respectieveiijk omvattend de provincies Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg, voorts Noord-Holland en Friesland.

Wanneer de provincies Zuid-Holland en Zeeland tezamen één groep zouden vormen dan zou het er voor de SGP vanzelfsprekend veel gunstiger voorstaan.

Zo is het echter niet. Zuid-Holland vormt een groep apart. Toch stond het er voor de S G P ditmaal aanvankeiijk zeer gunstig voor. Zo zelfs, dat er volgens de berekening, die vrij ingewikkeld is, voor haar een zetel in zat.

Toen echter bij de inlevering der kandidatenlijsten op 14 juni 11. bleek, dat de Partij van de Arbeid in plaats van één, twee lij sten had ingediend, was het reeds zeer twijfelachtig geworden of de SGP een zetel in Zuid-Holland verkrijgen zou. Dit zou alleen nog gekund hebben, wanneer op de lijst der SGP, waarop Ds. A. Vergunstuit Rotterdam als no. 1 voorkwam, ook nog door een Statenlid van één der andere partijen zou gestemd zijn. Dit is echter helaas niet gebeurd. Op de diverse ijsten werden in Zuid-Holland de volgende aantallen stemmen uitgebracht.

1. KVP. 15 stemmen 2. PvdA 13 stemmen 3. PvdA 12 stemmen 4. A R 9 stemmen 5. C H 8 stemmen 6. VVD 12 stemmen 7. PSP 5 stemmen 8 CPN 2 stemmen n' DD At „ y. r! r in or'D 4 stemmen

Totaal 83 stemmen

TT. o i U--1 Hiervan waren 2 stemmen bij volmacht uitgebracht. Hoewel het stemmen bij volmacht voor de Eerste Kamerverkiezing volgens de huidige wet mogelijk is, werd er bij deze verkiezing met de wet toch de hand gelicht. De wet schrijft namelijk nog voor, dat het aantal uitgebrachte stemmen gelijk moet zijn aan het aantal aanwezige Statenleden. Deze bepaling "had bij de laatste wetswijziging dus ook gewijzigd moeten worden, doch dit was verzuimd.

De voorzitter der Statenvergadering, de Commissaris der Koningin, deelde dit zelf mede. Desniettegenstaande verklaarde hij de stemming niet ongeldig, omdat dit tegen de bedoeling van de onlangs gewijzigde Kieswet zou zijn en er inmiddels weer een wetsontwerp tot wijziging der Kieswet was ingediend, waarbij deze wet op het onderhavige punt wordt herzien,

De uitslag was, dat door de partijen de volgende aantallen Eerste Kamerzetels inZ. Holland verkregen werden: KVP 3; PvdA 6; ARP 2; CH U 2; VVD3; PSP1; BP1.

De KVP is alzo in Z.-Holland ophetzelfde peU gebleven, evenals de A R P, de C H U en de PS P.

De PvdA verloor in Z.-Holland 2 zetels, de B P kreeg 1 zetel, terwijl de VVD één zetel won en alzo van 2 op 3 zetels kwam.

Dit komt doordat van de C H één der Statenleden op de Ujst van de VVD stemde. Had dit CH Statenlid zijn stem op de lijst der S G P uitgebracht, dan zou de S G P een zetel in de Eerste Kamer verkregen hebben.

Hieruit is gebleken, dat ais het er op aankomt, de C H Statenleden aan een liberaal de voorkeur geven boven een S G P-er. Wanneer het gemeenteraadsverkiezingen betreft, dan zijn de C H er op gebrand, dat de S G P met hen op één lijst uitkomt zoals dit bijv. in Den Haag kortgeleden het geval was, er een gelegenheid is om de bieden, waardoor deze Eerste Kamer kon ver- onthoudenzijdiesteunen gevep haar aan de liberalen, die godsdienst pnvaatzaak achten en wier Eerste Kamerleden ook nooit een kik n . , uu i i. u ^ van afkeuring hebben laten horen te gen het verlenen van subsidies uit de Staatskas aan schrijvers zoals Van u het Reve met zijn godslasterlijke, immorele en bestiale voortellingen.

Ook in elk der provincies behorend tot groep II (Gelderland, Overijssel, Groningen en Drente) had de PvdA twee lijsten ingediend. Het was in die provincies, waar de SGP in Gelderland 2, in Overijssel 1, dus totaal 3 zetels heeft, voor de S G P al onmogelijk om daar een Eerste Kamerzetel te verwerven, maar nu de PvdA ook daar 2 lijsten had ingediend, was het helemaal een onmogelijkheid, zelfs al had zij van een Statenlid van één der andere fracties steun gekregen.

In groep II verkreeg de KV P4 zetels, zodat zij er aldaar 1 verloor; de P v d A verloor er ook 1 en kwam zodoende van 7 op 6 zetels; de ARP behield haar 2 zetels; de C H U haar 3 zetels, de VVD haar twee zetels, terwijl de PS P en de B P er ieder een zetel kregen.

De samenstelling der Eerste Kamer is nu als volgt:

KVP 25 (oud 26) PvdA 22 (oud 25) ARP 7 (oud 7) CHU 7 (oud 7). VVD 8 (oud 7) PSP 3 (oud 2) CPN 1 (oud 1) BP. 2 (oud 0)

Verwacht wordt, dat in 1969 wanneer de Eerste Kamerverkiezing in de groepen I en III zal plaats hebben, de samenstelling der Eerste Kamer ais volgt zal worden:

KVP 23 PvdA 20 ARP. 7 CHU 8 VVD 8 PSP 3 CPN 1 BP. 5

De KVP zal dan dus vergeleken met de toestand van vóór 6 juli U. totaal 3 zetels achteruit zijn gegaan; de PvdA 5 zetels achteruit; de ARP en CHU zullen gelijk gebleven zijn, de VV D, dank zij de steun der C H, één zetel er bij gekregen hebben, de P S P ook één zetel er bij, de CPN zal gelijk gebleven zijn, terwijl de B P er 5 gekregen zal hebben.

De Statenverkiezingen van maart jl. hebben alzo nu reeds in de Eerste Kamer belangrijke veranderingen gebracht, maar zullen dit in nog sterkere mate in 1969 doen.

Wat de verkiezing voor de Eerste Kamer betreft, zij nog vermeld, dat dit een zogenaamde getrapte verkiezing is. De leden dezer Kamer worden dus niet rechtstreeks door het volk gekozen, maar door de leden der Staten, die wel door het volk gekozen zijn. Elk Statenlid heeft één stem, maar de waarde van deze stem is voor elke provincie verschillend. Deze waarde wordt gevonden door het aantal inwoners der provincie door honderdmaal het aantal Statenleden in de desbetreffende provincie te delen. Voor Zuid-Holland met zijn 83 Statenleden moet dus het aantal inwoners dezer provincie worden gedeeld door 8300. Stellen wij het aantal inwoners van Zuid-Holland op 2.875.636 dan is dus de stemwaarde van één Statenlid 2.875.636 gedeeld door 8300 is 346. De kiesdeler wordt nu bepaald door de totale stemwaarde van alle Statenleden te delen door het aantal te kiezen Eerste Kamerleden, dat waren er voor Zuid-Holland 18. Men komt dan voor deze provincie op een kiesdeler van 28.718 gedeeld door 18, dat is rond 1595.

De verdeling der restzetels heeft plaats door middel van het systeem der grootste overschotten wanneer het Eiantal restzetels kleiner is dan 6. Is dit aantal 6 of meer dan volgens het stelsel der grootste gemiddelden. De PvdA nu heeft door twee lijsten in te dienen bewerkt dat de zetels in Z. Holland volgens het stelsel der grootste gegemiddelden werden verdeeld, waardoor de S G P er buiten viel.

Het bovenstaande betreffende de steun der CH Statenfractie aan de VVD was reeds geschreven toen kennis werd genomen van een bericht in de Nw. Haagse Crt van 8 juli, waarin werd vermeid, dat volgens de heer Piket, fractievoorzitter van de C H in de Staten van Z H, één der C H Statenleden op de lijst der VVD heeft gestemd omdat bij de vorige verkiezingen, zes jaar geleden, de VVD fractie haar stera heeft gegeven aan de CHU. Hierbij zij onzerzijds aangetekend, dat de vorige verkiezingen voor de Eerste Kamer niet zes jaar maar drie jaar geleden plaats vonden. De VVD had dus toen blijkbaar de steun van de CHU niet nodig. Die was ook nu niet nodig geweest, want de steun van de C H diende niet om de V V D voor het verlies van een zetel te behoeden, maar om haar een zetel winst te bezorgen.

Voorts moet men bedenken, dat de A R en C H Statenfracties steeds nauw contact onderhouden, en vóór elke Statenvergadering een gemeenschappelijke vergadering hebben. Wanneer zij hadden afgesproken, dat de C H Statenleden op eigen lijst zouden stemmen en de AR Statenleden door één hunner op de lijst der SGP hadden laten stemmen, dan zou de SGP een zetel in de Eerste Kamer verkregen hebben. Dan zouden de C H de liberalen niet aan zetelwinst geholpen hebben.

Wat over deze kwestie hierboven geschreven werd, menen wij dan ook ten voile te moeten handhaven, ook dat inzake de Haagse raadsverkiezingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1966

De Banier | 8 Pagina's

De Eerste-Kamerverkiezing

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1966

De Banier | 8 Pagina's