Voor de Jeugd

Beste neven en nichten.

Voordat we de nieuwe raadsels geven, zullen we eerst de namen noemen van de neven en nichten, die met hun oplossingen van de raadsels der opgaven 865 tot en met 868 een prijs hebben behaald. In alfabetische volgorde zijn het de volgende personen:

1. Lenie v.d. Berge te Rotterdam 2. Gerda v. Ginkel te Beimekom 3. Greet de Jong te Groot-Schermer 4. Aartje Reyersen v. Buuren te Montfoort 5. Corrie Viergever te Kerkwerve 6. Hannie de Visser te Serooskerke 7. Gerrit v. Vugt te Ridderkerk 8. Ria Westveer te Westkapelle

Ieder van jullie mag nu een boek kiezen uit het hieronder staande lijstje. Wanneer alle boeken van dit lijs^e reeds in bezit mochten zijn, dan kan men aan het adres van Oom Koos, Postbus 2019 te Utrecht, een ander lijstje vragen.

Hier volgt het lijstje: oor jongens en meisjes:1. Licht en schaduw rond Oranje. 2. Dirk, de smokkelaarszoon. 3. Twee jongens en een woonark. 4. Tessa en Fonia. 5. De grote verbittering. 6. Bartho, de drapeniersleerüng. 7. In het hol van de leeuw. 8. Wat een vreemd kerstfeest. 9. Heer Adriaan van Lodijke. 10. De vermiste diadeem (pocket).

Voor kleine jongens en meisjes:

1. Lieske. 2. Vijf jongens op een vlot. 3. Gerrit van het heidedorp. 4. Kerstvakantie in Zeeland. 5. De boswachterszoon. 6. Een sigaar voor ouw Geurt. 7. Tippeltje. 8. Vem een kleine jongen en een grote hond.

Neem nu een briefkaart met postzegel van 12 cent er op en schrijf aan Oom Koos, adres zie boven, welk boek uitgekozen is.

Nu komen de nieuwe raadsels vEui:

OPGAVE 873

Jongeren. 1. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit Psalm 6§ tussen de verzen 12 en 28. a. Nathan zeide tot David: Gij zijt die man. b. Wij hebben God op het hoogst misdaan. c. Wie is er in mijn kamer geweest? d. Hij heeft onze zonden op Zich genomen. e. WEint de zaligheid is in geen ander.

2. Een tekstgedeelte uit Jeremia bestaat uit 66 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens: Davids vrouw werd door koning Saul aan 8 16 41 5 31 36 49 gegeven. De profeet 19 7 47 57 44-62 10 bouwde de muren van Jeruzalem weer op. 56 18 60 13 50 was een "Arabier, die de herbouw van Jeruzalems muren tegenstond. 26 54 46 11 30 38 was de broeder van Andreas. Ook 34 28 1 24 de zon 25 61 en de zon gaat onder (Pred. voor hoofdst. 3). 6 3 53 22 12 was de grootvader van Rehabeam. In de 57 33 37 42 48 66 der rechtvaardigen is-een stem des gejuichs(Ps. 115-119). Want ik ben tot''hinken 27 45 29 51 65 58(Ps. 36-39). 39 9 21 23 40 52 betekent: dralen. En dit waren hun woningen, naar hun 20 15 35 32 63 21 55 17 (1 Kron. 4-7). 2 9 4 is een stuk keukengerei 64 43 11 is de woestijn, die de Israëlieten introkken na de doortodht door de Rode Zee. 14 moet geraden worden. ,

3. Noem de naam van: a. de grootmoeder van Jacob b. de psahndichter, die zich als een groot beest voor God leerde kennen. c. de vader van Abner. d. de hoveling die de Joden haatte. e. de man die Rebekka tot Izak bracht. f. de plaats in Gilead. waar Achab stierf. g. de stamvader der Arabieren, h. de koning, die BUeam liet komen om Israël te vloeken. Welke naam vormen de beginletters der gevraagde nemien?

Ouderen

1. Een tekstgedeelte uit de Openbaring van Joharmes bestaat uit 70 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is? Waarom heeft Sara 24 1 16 47 65 3 36 70, zeide de Heere tot Abraham. Salomo's troon had een voetbank van 59 33 15 38. Gü 46 21 27 11 tot Mij niet komen. De 66 4 55 30 19 uws hoofds zijn alle geteld. Zij waren onder elkander in 32 28 8 5 41 22 37 geweest. De mond der 56 9 49 29 6 48 stort dwaasheid uit. Hij deed het haar mijns vleses te berge 10 69 14 25 2 (Job 2-5). Bij het badwater Bethesda waren vijf 68 54 58 60 13. Gij zuft niet 40 67 12 17 61 63 De 31 53 44 39 51 was in de slaap zijns hoofds. Ik ben al mijn volk tot belaching, hun 26 62 50 34 18 20 45 7 1 17 geworden. 42 35 43 is gelijk 64 52 57 is de naam van één der vrouwen van Ezau. 23 moet geraden worden.

2. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit het boek Markus, hoofdstuk 7. a. Wij komen niet, want onze vader is ziek. b. Wie zal ons het goede doen zien? c. Het gaat niet goed met hem. d. De jongens hebben het niet gehoord. e. Het was niet in mijn gedachten opgekomen. f. Het is niet zijn gewoonte. g. De dwaas zegt in zijn h£irt.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog niet ingezonden worden.

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen