Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Medifotie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Medifotie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Henoch dan wandelde met God en hij was niet meer, want God nam hem weg. Gen. 5 : 24.

Henoch was van nattire allerhande eUendigheid, ja de verdoemenis onderworpen, geUjk alle mensen, en toch wordt van hem zeer bijzonder nota genomen. Al waren ook zijn vaderen met genade weUicht bedeeld, maar hij overtrof hen aRen zeer ver. Er zijn trappen in de genade, en Henoch was een blinkende ster van vrije genade. Hij wEis dood voor de wereld, omdat God zijn leven was. Met grote ijver hield hij de waarheid vast. Hij wandelde als een priester met een levende offerande voor zijn God.

Henoch was door zijn vader reeds bij zijn geboorte de Heere gewijd, gelijk zijn naam volgens geleerden betekende , , de gewijde". Hij was aan de Heere overgegeven. Hij stond recht tegenover de brute goddeloze Lamech uit Kaïns geslacht: Hij was een type van het Vrouwenzaad, gelijk Lamech het type was van het slangenzaad. De aard van Henochs godsdienst was hemelsgezindheid, het was hartewerk. Hij was door het geloof gerechtvaardigd, en de richting van zijn wandel was naar de hemel, en daarom rechtvaardig en sober. Zijn levensdoel was om God te verheerlijken en Zijn gunst te genieten. De wil Gods was Zijn gids door het leven, zodat hij steeds beefde voor de zonde. De liefde Gods was zijn grootste schat op aarde. Hij had zeer diepe kennis van die liefde Gods en hij ging gemeenzaam met de Heere ono. Hij had het getuigenis in zijn hart, dat hij Gode behaagde. Hij wist in Wie hij geloofde, en dat die God op hem niet toornen noch schelden zou in aUe eeuwigheid. De Heere had hem genade gegeven in bijzonder hoge trap met praktische beleving. Hij bedoelde de eer Gods, en God bedoelde Henochs eeuwig heil Hij verzaakte alles buiten zijn God, wilde Hem alleen behagen, aangezien Hij zijn Weldoener en Vriend was, en tevens zijn Leidsman en Leermeester. Hij had de Heilige Geest tot Inwoner in zijn hart. Die hem in alle waarheid leidde. Hij was in één woord een godzaUg man, die met God leefde in vertrouwelijke omgang.

Maar juist daardoor heeft hij ongetwijfeld ook veel vijandschap ondervonden. Hij werd weinig verstaan en begrepen, zelfs van hen die wel genade hadden, maar in veel mindere mate dan hij. En nu leefde hij niet als een kluizenaar, maar toch wel heel anders dan de andere mensen. Ook leefde hij niet als een monnik, gelijk de roomsen het voorstellen. Hij schuwde de mensen niet, maar wel hun gruwelijke zonden. Hij leefde afgezonderd van de wereld. Hij was oprecht, onbestraffelijk temidden van steeds dieper zinkende wereldlingen. Hij was een prediker der gerechtigheid Gods tegenover de toenemende zonde. Wij lezen Judeis 14/15: „En van deze heeft ook Henoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele duizende heiligen, om gerich te houden tegen aUen, en te straffen alle goddelozen onder hen vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege al de harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben".

Vooral nadat Henoch Methusalach gewonnen had, leefde hij zeer nauw en dicht bij de Heere. Voordien dus waarschijnlijk wat minder, zodat hij trapsgewijze tot die hoge trap van godzaligheid gekomen was. Driehonderd jaar duurde zijn wandel met God en toen nam God hem weg. Toen kon Henoch het hier niet langer uithouden, want het was voor hem een Mesech van ellende. Wie weet wat hij gebeden heeft, gezucht en geweend. Hij was geen tijdgelovige. Als hij dat geweest was, had hij bezweken onder de last der verzoekingen. Neen, hij had het waar zaUgmakende geloof, dat de wereld overwint en dat zelfs in de zwaarste beproeving stand houdt.

Henoch was een profeet, die de komst des Heeren aankondigde, te weten het eindgericht, waarvan de zondvloed een voored'schaduwing was, evenals later de ondergang van Sodom en Gomorra, en weer later de verwoesting van Jeruzalem door de Chaldeën. Ook noemde Henoch de zonde bij de naam, en sprak van de harde woorden, die de goddelozen spraken tegen God, wat gepaard ging met harde daden tegen Gods volk, misschien tot doodsgevaar dreigende.

O, welk een weg, driehonderd jaar lang bewandeld, en een evenlange prediking met weinig of geen zegen, hoewel God Zich daardoor vrij maakte van de mensen en Zijn recht er in verheerlijkt werd. Voor velen was de prediking van Henoch een reuk des doods ten dode.

Wij hopen dat het voor enigen mag geweest zijn een reuk des levens ten leven. De dag der eeuwigheid zal alles openbaren tot de ere Gods.

Zijn prediking was getrouw, de liefde tot de Heere dreef hem, uit eigenervaring sprekende, kon hij ook niet anders. Zijn geloof was zo sterk, het deed hem aUe bezwaren overwinnen, terwijl de levende hoop hem bij bleef onder de zwaarste beproevingen. Zijn leven was reeds op aarde geborgen in God als in een veilige schuilplaats. Zesmaal was achter de naam van Henochs vaderen geschreven: , , en hij süerf".

Ook verloste zondaren moeten sterven. De dood is een gevolg van de zondeval en is uitvoering van de bedreigde straf.

Werkendam Ds. Chr. v. Dam.

Ds. Chr. v. Dam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1966

De Banier | 8 Pagina's

Medifotie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 november 1966

De Banier | 8 Pagina's