Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kabinetscrisis opgelost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kabinetscrisis opgelost

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kabinet Zijlstra-De Quay Kamerontbinding-Verkiezingen februari

Eindelijk ij het dan na vijf weken krisis er gekomen, dat het demissionaire ffe k. kabinet Cals-Vondeling vervangen is door het nieuwe kabinet onder het premierschap van prof. Zijlstra. Deze is voor het parlement geen vreemde, althans voor verscheidene leden ervan niet. Hij was reeds minister van Ekonomische Zaken in het ministerie-Drees, datvan 2 september 1952-13 oktober 1956 's lands zaken bestuurde, en eveneens minister van Ekonomische Zaken in het ministerie-Drees, dat van 13 oktober 1956-22 december 1958 optrad.

In het laatst van 1958 ontstond er namelijk een kabinetskrisis naar aanleiding van een motie-Romme, waarin verzet werd aangetekend tegen regeringsvoorstellen inzake het verlengen van tijdelijke belastingverhogingen met twee jaar. Een motie die met 88 (KVP, AR, CH, VVD, SGP) tegen 55 stemmen (PvdA, en CPN) werd aangenomen. Met de toenmalige minister van Financiën, de heer Hofstra, trad toen het gehele kabinet-Dr ees af en er kwam een nood-of overbruggingskabinet Beel, dat slechts een korte levensduur had, nl. van 22 december 1958-19 mei 1959. In dit kabinet was prof. Zijlstra minister van Financiën.

De Kamerverkiezingen van 1959 leidde tot het totstandkomen van het kabinet-De Quay, dat van 19 mei 1959 tot 24 juli 1963 aan het bewind bleef en waarin prof. Zijlstra ook als minister van Financiën zitting had. Na de Kamerverkiezingen van 1963 trad het kabinet-Marijnen op. Hiervan maakte prof. Zijlstra geen deel meer uit.

Tijdens de onderhandelingen, betrekking hebbend op de kabinetsformatie, kwam het wel zover, dat prof. De Quay van het nieuwe kabinet deel wilde uit- maken, maar onder voorwaarde, dat prof. Zijlstra minister-president zou worden. Dit stuitte echter op sterk verzet bij de KVP-fraktie, die er op stond, dat een r.k. weer minister-president zou worden. Zo kwam tenslotte de heer Marijnen op de voorgrond. Deze stond echter geheel vreemd tegenover het parlement, daar hij nimmer lid der Kamer was geweest. Prof. Witteveen werd minister van Financiën en prof. Andriessen minister van Ekonomische Zaken.

Dit kabinet had echter geen lang leven. Opgetreden op 24 juli 1963, kwam het reeds op 14 april 1965 ten val, doordat er in het kabinet zelf sterke meningsverschillen bestonden inzake de radio-en televisie-omroep, terwijl ook in de Kamer de regeringspartijen fel tegenover elkaar kwamen te staan. Het kabinet trad tenslotte in zijn geheel af en werd vervangen door het kabinet-Cals, waarin met de K V P, de A R P en de Pv d A waren opgenomen.

Als minister van Financiën trad de heer Vondeling op, als minister van Ekonomische Zaken de heer Den Uyl. In de nacht van 13 op 14 oktober kwam dit kabinet echter ten val door het aannemen vandemotie-Schmelzer en zo hebben we dan nu het kabinet-Zijlstra-De Quay, waarin eerstgenoemde behalve met het premierschap ook met het ministerie van Financiën is belast. Prof. De Quay is vice-president en minister van Verkeer en Waterstaat geworden.

Voordat prof. Zijlstra zijn besluit om de hem door de Koningin verleende opdracht te aanvaarden, bekend maakte, heeft het nog wel even gespannen. De antwoorden, die de formateur van de VVD-enCH U-fraktie had ontvangen op zijn vraag of en in hoeverre hij op steun van die kant zou kunnen rekenen, waren allerminst hoopvol. Deze frakties wilden namelijk wel steun verlenen, mits er flinke bezuiniging op de uitgaven van hem te verwachten was. Dit nu was voor de heer Zijlstra een zeer moeilijk punt, daar in deze noch van de heer Biesheuvel (AR) noch van de heer Veldkamp (KVP) op medewerking te rekenen viel.

Toch moet de door de VVD en de C H U gestelde eis uitermate redelijk worden genoemd. Het is toch het kabinet-Cals geweest, dat de uitgaven zeer sterk heeft opgevoerd: in twee jaar tijd maar eventjes met 5 miljard, zegge vijfduizend miljoen gulden. Men zou dus van prof. Zijlstra mogen verwachten, dat hij ook inperking der uitgaven in zijn program zou hebben opgenomen. Helaas blijkt hiervan maar bitter weinig, zoals in het vervolg wel zal blijken.

Nadat zaterdag 19 november een vergadering had plaats gehad waaraan met prof. Zijlstra werd deelgenomen door de heren De Quay, Biesheuvel, Verdam, Veldkamp en mej. Klompé, werd vrij algemeen gedacht, dat nu de ontknoping zou komen. Die bleef echter uit. Er zou maandag 21 november opnieuw vergaderd worden. De vergadering van zaterdag had namelijk als enig resultaat opgeleverd, dat de kandidaat-ministers de beslissing om al of niet door te gaan, geheel aan prof. Zijlstra overlieten.

De besprekingen van maandagmorgen, waaraan nu werd deelgenomen door alle kandidaat-ministers, die reeds hun ja-woord hadden gegeven, waren blijkbaar ook nog niet van die aard, dat de formateur spontaan kon meedelen, dat hij de taak op zich zou nemen. Hij deed dit pas nadat hij eerst van de kandidaat-ministers de toezegging had gekregen, dat zij bereid waren hem te volgen als hij de stap zou wagen en zich vervolgens nog terdege in de eenzaamheid beraden had.

Toen zijn besluit echter genomen was, spoedde hij zich naar de Koningin om Haar te melden, dat hij geslaagd was in het formeren van een extraparlementair overgangskabinet.

Uit de benaming „extraparlementair" blijkt, dat het kabinet-Zijlstra, waarvan de nieuwe ministers de vorige week dinsdag door de Koningin beëdigd werden, niet steunt op een vaste meerderheid uit het parlement. Het moet dus maar afwachten wat er straks gaat gebeuren wanneer de voorstellen van het plan Zijlstra aan de Kamer ter beoordeling worden voorgelegd.

Dat de PvdA geen steun zal verlenen aan het doen ingaan van de verhoging der omzetbelasting op Ijuli 1967 staat wel vast. Misschien zal men wel meegaan met het uitstellen van de verlaging der loon-en inkomstenbelasting tot 1 juü 1967. Het is toch bekend, dat de PvdA steeds sterk voor belastingverhoging is, maar van belastingverlaging gewoonlijk niet wil weten. Toch heeft de PvdA-fraktie destijds onder het ministerschap van de heer Witteveen voor de onderhavige verlaging van de loon-en inkomstenbelasting gestemd. Het kabinet-Cals heeft deze verlaging ook gehandhaafd. Het is dus de vraag of de PvdA-fraktie nu zal willen meewerken om die verlaging met een half jaar uit te stellen. Vandaar het zo even gebezigde „misschien". Het zou namelijk kunnen zijn, dat men uit politieke overwegingen weigert aan dit uitstel mede te werken.

Wat de VVD betreft, kan dit o.i. met stelligheid worden verwacht. De heer Toxopeüs namelijk gaf reeds te kennen dat de belastingverlaging op 1 januari 1967 rustig zal kunnen doorgaan wanneer het kabinet er maar voor zorgt, dat de overheidsuitgaven met 2 pet. worden verminderd. Uit de regeringsverklaring, die op dinsdag 29 november te verwachten is, zal dan moeten blijken of het kabinet inderdaad met zulk een bezuiniging op de uitgaven voor de dag komt. Ook de heer Witteveen gaf de voorkeur aan verlaging der uitgaven boven het plan-Zijlstra.

Van de C H U is het ook nog lang niet zeker, dat men zonder meer aan een verschuiving van de belastingverlaging zal meewerken. Wel stelde de heer Beernink zich namens zijn fraktie positief tegenover het nieuwe kabinet op, maar de mate waarin dit zal geschieden zou volgens hem afhangen van de inhoud der regeringsverklaring. Wanneer de CH daarin hun gedachten geheel of gedeeltelijk vertolkt zouden vinden, dan zouden zij dit toejuichen.

• Wat nu de door prof. Zijlstra voorgestelde maatregelen betreft, zij vermeld dat deze bestaan in:

1. Uitstel van de verlaging der loonen inkomstenbelasting tot 1 juli 1967.

2. Het doen ingaan van de verhoging der omzetbelasting op 1 juli 1967, dus in plaats van op 1 januari 1968, zoals het kabinet-Cals wilde.

3. Het vragen van machtiging om, al naar de ekonomische situatie daartoe aanleiding geeft, de datum der belastingverlaging vroeger dan 1 juli 1967 en van de verhoging der omzetbelasting later dan 1 juli 1967 te doen ingaan.

4. Het uitstellen der huurverhoging tot 1 juli 1967. 5. Het uitstellen van de invoering van enige sociale wetten.

6. Het beperken der loonsverhogingen voor 1967.

7. Het afhandelen van de Omroepwet, waarvoor minister Klompé de mogelijkheden moet onderzoeken.

8. Het onderzoeken van de noodzakelijkheid om nog vóór de herfst van 1968 te beginnen met het boren naar olie en aardgas op de Noordzee.

Men ziet dat onder deze acht punten van verlaging der staatsuitgaven geen sprake is. Wel heeft minister Zijlstra tijdens een persconferentie gezegd, dat de overheidsuitgaven niet buiten beschouwing zullen gelaten worden. Hij voegde er echter onmiddellijk aan toe, dat er, gezien de korte tijd waarin het overgangskabinet aan het bewind is, niet veel mogelijkheden tot bezuinigingen zullen zijn. Het enige wat alzo kon worden toegezegd, was, dat alle mogelijkheden nauwkeurig en kritisch bekeken zullen worden.

De vraag doet zich nu voor wat er zal gebeuren als de Kamer de door de Regering nodig geachte maatregelen zou verwerpen, zodat er een conflict ontstaat. Hierop heeft prof. Zijlstra ten antwoord gegeven, dat de Regering in dit geval moeilijk met aftreden zou kunnen dreigen. Ze zou dan demissionair kunnen worden, maar heengaan niet.

Eén der eerste daden der Regering zal echter zijn het ontbinden der Kamer en het uitschrijven van vervroegde verkiezingen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1966

De Banier | 8 Pagina's

De kabinetscrisis opgelost

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1966

De Banier | 8 Pagina's