Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kabinetsformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kabinetsformatie

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aanwijzing informateur

Reeds spoedig na de verkiezingen begon H.M. de Koningin met het inwinnen van adviezen, eerst van de vicevoorzitter van de Raad van State, prof. Beel, vervolgens van de voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal en daarna van de fraktie-voorzitters der in de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen.

Als resultaat hiervan werd door de Koningin prof. Zijlstra als informateur aangewezen. Een keuze die voor de hand lag nu prof. Zijlstra als demissionair minister-president fungeerde en hij door meerdere frakties in de gegeven omstandigheden als de meest geschikt persoon daarvoor werd geacht. Dat hij niet direkt als formateur maar als informateur werd aangewezen, zal ongetwijfeld wel daaraan liggen, dat hij als informateur eerst het politieke veld kon gaan verkennen, wat niet wel mogelijk zou zijn geweest wanneer hij direkt tot formatem: was benoemd. In het laatste geval toch had hij al direkt een keus moeten maken tussen het opnemen van de V.V.D. of van deP.v.d.A. in het te formeren kabinet. Als informateur echter kon hij eerst op verkenning uitgaan om alsdan te kunnen uitmaken wie van de twee voor deelneming aan het kabinet in aanmerking zou kunnen komen. Het laat zich denken, dat vooral de K.V.P.en de A.R.-fraktie aan een informateur verre de voorkevir gaven boven het direkt benoemen van een formateur. Genoemde frakties toch herbergen leden, die maar wat gaarne weer met de P.v.d.A. in zee zouden willen gaan. Zo Is uit de periode, die volgde op de val van het kabinet-Cals genoegzaam hiekend, dat vooral de heer Biesheuvel er zeer op stond, dat met de P.v.d.A besprekingen zouden worden gevoerd, iets wat door de heer Schmelzer, na al wat hem bekend was, werd afgewezen.

Nieuwe aanpak

Wat nog nimmer gebeurd was, gebeurde toen prof. Zijlstra aan zijn taak als informateur begon. Hij nodigde namelijk niet aUeen de voorzitters van de grote Kamerfrakties voor een onderhoud uit, maar ook die van alle kleine frakties. Dit was dus een geheel nieuwe aanpak, die alleszins gewaardeerd kan worden, al is het, dat slechts enkele partijen er voor in aanmerking komen aan het te formeren kabinet deel te nemen. Zoals in het vervolg zal blijken, werden dit de KV.P., de V.V.D., de ARP en de C.H.U.

Het memorandum

Door de informateur werd namelijk aan de grootste vijf frakties een memorandum overhandigd, waarover zij hun standpvmt moesten kenbaar maken. Aan de hand van de ingekomen antwoorden kon prof. Zijlstra dan uitmaken welke partij wel en welke niet voor het vormen van een kabinet in aanmerking kwam.

Ook met bbetrekking tot dit memorandum volgde de informateur een nieuwe koers. Terwijl toch voorheen op een kort communiqué na, alles in het geheim placht te geschieden, gaf de informateur het memorandum direkt aan de openbaarheid prijs. Het bevatte een aantal punten, waarvan we een zestal zullen noemen.

In het eerste punt werden enige algemene richtlijnen gegeven o.a. deze, dat bij het opstellen van een program gestreefd diende te worden naar een beperking tot hoofdlijnen en niet naar gedetailleerde programma afspraken, daar hierdoor de kabinets-formatie gewoonlijk te lang wordt opgehouden. Ook kan het voorkomen, dat na verloop van enige tijd de gemaakte afspraken wegens snel veranderde situaties veel van hun waarde kimnen verliezen. Bovendien bieden gedetailleerde afspraken helemaal geen voldoende waarborg, dat kabinetscrises daardoor voorkomen kunnen worden.

Het tweede punt behelsde een zeer gewichtige aangelegenheid, namelijk het herstel en de handhaving van het financieel economisch evenwicht.

Hierbij werd allereerst stilgestaan bij de noodzakelijkheid, dat de lopende rekening van de beteilingsbalans een redelijk overschot te zien gaat geven. Hieromtrent bestaat echter nog zulk een grote mate van onzekerheid, dat een behoedzaam en sober beleid geboden is. Met deze uitspraak van prof. Zijlstra kunnen wij ons ten volle verenigen.

Vervolgens wordt in het memorandvim aandacht geschonken aan het maken van meerjarenplannen.

Deze worden door de informateur dringend noodzakelijk geacht, zowel om de gezondheid der overheidsfinandfin als uit hoofde van de aard van verschillende iiitgaven, die het maken van plaimen voor een langere periode dan een jaar vragen.

Dan wordt aan de loonpolitiek een passage gewijd. Prof. Zijlstra betoogt hierbij, dat loonkosten in de komende periode zo dicht mogelijk bij de produktiviteit moeten worden gebracht om inflatoire prijsstijgingen, zoals in het verleden plaats vonden, tegen te gaan. Dit is onzerzijds ook meermalen als een noodzakelijk pimt aangewezen. In deze kunnen we ons dus geheel achter de opvattingen van prof. Zijlstra scharen. Het is de grote fout van vorige kabinetten geweest, dat zij aan deze regel niet hebben vastgehouden. De vakbonden zijn hieraan mede schuldig.

Voorts bevat het memorandum een passage betreffende de grondslagen van ons kiesstelsel. Om na te gaan of dit wijziging behoeft, wil de informateur een staatscommissie instellen, die in zulk een tempo moet werken, dat D.V. van het resultaat van haar arbeid reeds ten behoeve van de verkiezingen van 1971 zal kunnen wor geprofiteerd, indien althans vera; ringen nodig worden geacht, wi "«Ü-^ '> binnen het kader van de bestaf regen fa grondwettelijke bepalingen mog-.^^r/dclo ^y»^-R UNI

In het slot van het memoran 83 - Po wordt het wensehjk geacht, d; fraktievoorzitters zich over een^^"^ tal pimten uitspreken:

1. de struktuur en rechtsvorm van de onderneming, waarmee ongetwijfeld de kwestie van de medezeggenschap wordt bedoeld.

2. De uitvoering van de mijnwet continentaal plat (aardgas-en oliewinning uit de bodem van de Noordzee).

3. Het beleid inzake staatsdeelneming in het particuliere bedrijfsleven.

De grondpolitiek.

De P.v.d.A. buiten spel

De antwoorden, welke door de vijf fraktievoorzitters n.l. de K.V.P., V.V.D., A.R.P., C.H.U. en P.v.d.A. werden gegeven, waren van die aard, dat de informateur de besprekingen slechts meende te kunnen voortzetten met de fraktievoorzitters der eerstgenoemde vier partijen. De fraktievoorzitter van de P.v.d.A. kon zich namelijk met sommige punten uit het memorandum niet verenigen, terwijl hij voorts de eis stelde, dat vóór en aleer enigerlei gesprek over een regeringsprogram zou kunnen plaatsvinden, door de informateur eerst moest worden gekozen met welke der twee frakties, n.l. V.V.D. of P.v.d.A., hij in zee wenste te gaan.

Aangezien deze eis voor de informateur echter onaanvaardbaar was, was hij en waren de vier fraktievoorzitters met hem van oordeel, dat de P.v.d.A. zichzelf buiten spel had gezet.

De besprekingen werden zodoende met deze vier voortgezet. Vervolgens werden de punten waarover men het eens was geworden, in de frakties der K V. P V.V.D., A.R. en C.H. besproken. Hiervan was het resultaat, dat de frakties zich over het algemeen met het program van de informateur konden verenigen. Over enkele punten werd nog nader met de informateur gesproken. Zo schijnt de heer Biesheuvel er nogal op gestaan te hebben dat de gelden ten behoeve van de ontwikkelingshulp aamnerkelijk verhoogd zouden worden. Dit was althans de mening van de parlementaire redakteur van de N.RCrt., die dit standpimt van de heer Biesheuvel toeschreef aan de evangelische radicalisatie der A.R.P. Het is in eUc geval een feit, dat de heer Biesheuvel in de dagen der besprekingen met de informateur nogal kontakt onderhield met de Arjos, de antirevolutionaire jongerenclub, van wie bekend is, dat deze links georiënteerd is en liever een samengaan met de P.v.d.A. dan met de V.V.D. zou zien. Zelfs werd dit standpunt door de Arjos ter kennis van de informateur gebracht.

Wat doet Prof. Zijlstra?

Voor zover op het ogenblik dat wij dit schrijven, bekend is, zouden de fraktievoorzitters van de K.V.P., de V.V.D., de A.R.P. en de C.H.U. er zeer op gesteld zijn, dat prof. Zijlstra als formateur wordt aangewezen en dan in het nieuwe kabinet het minister-presidentschap op zich neemt. Vooral de K.V.P. en de V.V.D. zouden dit gaarne zien. Het is thans (3 maart) nog niet bekend of prof. Zijlstra daartoe bereid is. Mocht hij dit blij ven weigeren, dan is er sprake van de heer Biesheuvel als minister-president.

Hiertegen schenen echter bij de K.V.P, en de V.V.D. bezwaren te bestaan. In dit geval zou de K.V.P. een roomskatholiek als minister-president wiUen hebben. Het bezwaar van de V.V.D. tegen de heer Biesheuvel bestond daarin, dat men hem te radicaal vindt. Wanneer prof. Zijlstra geen ministerpresident zou worden, is te verwachten, dat de kabinetsformatie vooreerst nog niet is opgelost.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1967

De Banier | 8 Pagina's

De kabinetsformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 maart 1967

De Banier | 8 Pagina's