Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaarwedden leden van Gedeputeerde Staten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarwedden leden van Gedeputeerde Staten

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de mei-vergadering van de Staten van Zuid-Holland kwam een aan de Staten gericht schrijven van de minister van Biimenlandse Zaken dd. 18 april 1967 met een bijgevoegd ontwerp-besluit aan de orde. Dit ontwerp-besluit hield in een wijziging van de regeling inzake de jaarwedden van de leden van Gedeputeerde Staten en van de vergoeding van hun plaatsvervangers, vastgsteld bij KB. van 14 dec. - 1962.

Bij bedoeld ontwerp-besluit zullen de jaarwedden van de leden van het coUege van Ged. Staten van 1 jan. 1967 af worden verhoogd van f 35.500 tot f38.000, —.

De minister verzocht in verband met art. 13 der Provinciewet het oordeel der Vergadering over het ontwerpbesluit te mogen vernemen.

Terwijl de grote fracties, nl. van de P.v.d.A., KV.P., A.R.P., C.H.U., en V.V.D. geen bezwaren hadden om aan het ontwerp-besluit hun stem te geven, werden door de fracties der S.G.P., B.P., P.S.P. en C.P.N, wel bezwaren er tegen in gebracht.

Namens de S.G.P.-fractie zei de heer Vlasblom, dat de werkzaamheden van Ged. Staten de laatste jaren inderdaad zijn toegenomen, hetgeen met cijfers vanaf 1850 werd belicht. In 1850 bijv. vertoonde de provinciale begroting een bedrag aan uitgaven van tegen de 226 duizend gulden; in 1900 dus 50 jaar later van ruim 715 duizend gulden; in 1950 van bijna 22 miljoen gulden en in 1967 van 92 miljoen gulden. Spreker wilde niet ingaan op het verschil van mening inzake de omvang der werkzaamheden, daar dit niet aan de orde was. Hij had echter goede woorden over voor de verrichting der werkzaamheden en de kunde van gedeputeerden, waarbij hij zich kan aansluiten bij de woorden door prof. mr.

Buys in 1884 gesproken als lid der Provinciale Staten over de woorden en de betekenis van de werkzaamheden, welke aan Ged. Staten volgens de wet zijn opgedragen. Desondanks hebben wij toch bezwaren tegen de voordracht van de Minister, waarvoor onze goedkeuring wordt gevraagd. Op één dag na, precies een jaar geleden, hebben wij een soortgelijk voorstel hier behandeld. Daarbij wees de heer Wilschut, de toenmalige fractievoorzitter van de A.R Staten-fractie er op, dat hij in geen geval de honoraria van de gedeputeerden wilde vastkoppelen aan de salarissen van welke hoofdambtenaar dan ook.

Spreker meent, dat dit een juist standpimt is. Hij heeft ook op een ander facet gewezen. Hij vroeg of het niet mogelijk was, een andere wijze van behandehng ten aanzien van honoraria van gedeputeerden te vinden, zodat hierover niet in de Staten behoeft te worden gesproken.

Dit voorstel vond bij de minister geen gunstig onthaal. In deze tijd, waarin zoveel fabrieken worden gesloten, werknemers naar huis worden gestuurd en zovelen hun bestaan zien wankelen, is het naar de mening van mijn fractie niet opportuun dit voorstel te Ismceren.

In de brief van de Minister wordt een verhoging van ruim 7 pet. vooi Zuid-Holland voorgesteld. Voor dt andere provinsies bedraagt de verho ging zelfs ruim 13 pet. Wij kunnen ons in deze neergaande tijd hiermede moeilijk verenigen. Wij hebben in ander verband al gevraagd of het niet op de weg van de overheid Ugt een voorbeeld te geven.

Ik denk hierbij aan het betrachten van een zekere matiging ten aanzien van de honoraria van ambtenaren in overheidsdienst en ook voor leden van Ged. Staten. Moet niet een voorbeeld worden gegeven? Moet niet eenvoudiger worden geleefd? Over de gehele linie moet bezuiniging worden betracht. AUe partijen zeggen, dat bezuinigd moet worden, maar aUe partijen, die aan het bewind komen, houden de uitgaven op hetzelfde niveau.

Als deze verhoging er door is — mijns inziens gaat deze door — moeten de salarissen van de wethouders, de bur gemeesters en de Kamerleden ook worden verhoogd, terwijl zij als regel over die verhoging moeten beslissen. Spreker vindt dit pijnlijk voor de personen, die daarover moeten beslissen. Spreker zou zijn stem niet geven aan een voorstel om de vergoeding voor ons als Statenleden te verhogen.

De leden van de S.-G.P. nemen hier zelfstandige beslissingen. Daarbij speelt de politiek geen enkele rol. Wij nemen onze beslissingen gezien de omstandigheden en gezien onze beginselen, zonder ons af te vragen hoe het volk erover denkt. En toch moeten wij in dezen echter wel zeer voorzichtig zijn. Spreker wil dan ook de aandacht vragen voor de gedachte, die het volk hierover zal hebben. Psychologisch gezien acht spreker de missive onjuist. Zij is voor ons onaanvaardbaar. Met het oog op het gestelde in art. 43 van de Provinciewet willen wij ons gevoelen in afwijkende zin kenbaar maken.

Het ontwerp-besluit, dat door de Commissaris der Koningin verdedigd werd, werd aangenomen met aantekening, dat de leden der S.G.P., B.P., P.S.P. en C.P.N, geacht wensten te worden te hebben tegengestemd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1967

De Banier | 10 Pagina's

Jaarwedden leden van Gedeputeerde Staten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 mei 1967

De Banier | 10 Pagina's