Vragen betreffende vrijgestelden WA-verzekering

Zij die wegens gemoedsbezwaren tegen verzekering een bewijs van vrijstelling verkregen hebben, moeten hiervoor jaarlijks volgens 21 der W. A-verzekering motorrijtuigen, een bedrag betalen, dat door de Minister van Verkeer en Waterstaat wordt gestort in het Waarborgfonds. Volgens art. 24 lid 4, moeten deze bedragen afzonderlijk worden geadministreerd. Zij mogen uitsluitend worden aangewend tot betaling van schadevergoeding terzake van ongevallen, waartoe aanleiding is gegeven door een motorrijtuig, waarvan de eigenaar is vrijgesteld van de verplichting tot het sluiten van een W. A. verzekering. Op verzoek van één onzer partij­ genoten werden betreffende deze aangelegenheid door Lr. Van Dis de navolgende vragen gesteld aan de Mnisters van Justitie, van Financiën en van Verkeer en Waterstaat.

1. Zijn de Ministers bereid mede te delen, hoe groot het totaal der bedragen is, dat tot op 30 juni 1967 werd verkregen krachtens artikel 21 van de Wet aansprakdijkheidsverzekering motorrijtuigen, en die volgens artikel 24, lid 4, dezer wet afzonderlijk geadministreerd worden?

2. Willen de Ministers meedelen, of de vorenbedoelde gelden rentegevend belegd worden en of de rente aan de sub 1 genoemde bedragen ten goede komt?

3. Kunnen en willen de Minister meedelen in hoeveel gevallen door gemoedsbez waarden, die schade hadden veroorzaakt, een beroep op de voornoemde gelden werd gedaan en welk bedrag hiermede gemoeid was?

4. Zijn de Ministers bereid, om zodra het saldo van het fonds hiertoe aanleiding geeft, de heffingen voor vrijgestelde gemoedsbezwaarden teverlagen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen