Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1

De vreze des Heeren is een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods. Spr. 14 : 27.

De benaming: de vreze des Heeren, had oud-testamentisch de betekenis van de ganse ware godsdienst, beide van gebod en gebed. Niet de slaafse angst voor de straf der zonde werd er mee bedoeld, maar de kinderlijke betrachting van al de geboden Gods uit liefde en dankbaarheid. Het was de Heere, de Grod des verbonds te kennen en te verheerlijken vanwege Zijn beminlijkheid en majesteit als de allerhoogste en allergoedertierenste God, Die een overvloedige fontein van alle leven en aUe zegeningen was en is en blijft tot in eeuwigheid. Zijn gunst is onmisbaar en Zijn gramschap zeer te vrezen. Het is een diep besef van eigen nietigheid, zondigheid en Hem nodig te hebben, beide in natuur en in genade. Het is in aUes te vragen naar Zijn heilige wil met hartelijke lust en liefde, om niet alleen naar sommige, maar naar alle geboden Gods te willen leven. Indien het mogelijk ware, zou de mens, die de Heere vreest, de zonde wUlen haten en vlieden op volmaakte wijze. Dat doet zulk één behoedzaam, voorzichtig waken tegen verzoekingen van satan, wereld en zonde, want zelfkennis brengt mee, dat men eigen zwakheid ziet en dat men tot hinken en zinken ieder ogenblik gereed is. Ook leert men de kracht der verdorvenheid meer en meer kennen, zodat zelfvertrouwen en zelfbewaring totaal krachteloos blijken te zijn. Alleen de bewarende hand Gods kan degenen, die God vrezen, doen leven tot Zijn eer, dewijl zij in zichzelf zo zwak zijn, dat zij tegen de satan, de wereld en het eigen vlees niet een ogenblik kunnen bestaan. De bron waaruit de ware vreze Gods vloeit, ligt in wederbarende genade en vernieuwing des harten door de Heilige Geest, want van nature is het verstand verduisterd en de natuur des mensen verdorven door de val in Adam. Door algemene overtuiging kan er veel zijn, wat op ware vreze Gods gelijkt, bijvoorbeeld verandering van levenskoers, dat is een uitwendige reformatie, maar de eigenliefde en zelfhandhaving wordt er niet door gebroken.

De ware vernedering des harten ontbreekt en daardoor maakt men in de regel van die uitwendige verandering een grond van hoop op de zaligheid. Hoe geheel anders is het bij degenen, die de Heere vrezen uit kracht van wedergeboorte en inwoning des Heiligen Geestes. Een zuivere belijdenis en heldere bevattingen van de leer der waarheid is ook niet genoeg, alhopen zulke mensen op barmhartigheid en genade om Christus' wU. Evenwel blijven zij met alles in zichzelf en in een verkapt werkverbond hangen, zichzelf bedriegend voor de eeuwigheid. Als echte tijdgelovigen beschikken zulke mensen soms over grote gaven, waarmee zij soms ware gelovigen doen geloven dat zij genade hebben. Mensen hebben niet meer dan een oordeel der waarschijnlijkheid, dat vdl zeggen, dat ook Gods volk zich vergissen kan in het innerlijk leven van een ander. Maar de Heere heeft het oordeel der onfeilbaarheid. Hij kent degenen die Zijne zijn. De gekenden van eeuwigheid in verkiezing en verbond, die zullen de Heere vrezen door de bearbeiding des Heiligen Geestes. Zij zijn van de aarde gekocht met het bloed des Lams, en worden op Gods tijd ingeënt in Christus en door die nauwe vereniging met Hem brengen zij vruchten des Geestes voort, hetzij dertig-, zestig-of honderdvoud. Dat wordt aUeen gevonden bij hen, die ware genade hebben. Zij zijn verlost uit satans macht en van de heerschappij der zonden en krijgen liefde voor God en Goddelijke zaken, en de consciëntie wordt gereinigd van dode werken om de levende God te dienen met eerbied en godvruchtigheid. Ondanks vele bestrijdingen en aanvechtingen, dat hun werk geen waarheid is, blijft de ziel gebonden aan Gods genadetroon met aUe geestelijke noden en behoeften. Het kinderlijk ontzag voor God en het Woord Gods doet vrezen voor het ongenoegen Gods en de verberging van Zijn aangezicht. De vreze des Heere wordt dan ook in bovenstaande tekstwoorden genoemd een springader des levens, om af te wijken van de strikken des doods. En dat zeer terecht, waar zij afgezonderd van de wereld leven. AI plant God Zijn kerk in de wereld, toch is zij niet van de wereld. Die de Heere vrezen worden gasten en vreemdelingen op aarde. De gehele mens wordt vernieuwd, al is de trap en mate in één en dezelfde mens soms zeer verschillend. Maar bevrediging des gemoeds is alleen in de beoefening van de vreze Gods. Daarom vermaant de Schrift telkenmale het volk Gods om de Heere te vrezen, en die vermaningen worden met dierbare beloften bekrachtigd, opdat aUe uit-en inwendige hinderpalen mogen worden uit de weg geruimd. Ook Gods kinderen zondigen niet goedkoop; al is het niet met richterlijke straf, maar met Vaderlijke kastijding, de zonde maakt scheiding tussen God en de ziel. En die scheiding kan alleen maar weggenomen worden door schuldbesef en schuldvergevende genade. Als ware genade geschonken is, zal de ziel niet verloren gaan, maar een los en ruim leven geeft doorgaans een moeUijk sterven, want God rekent met Zijn volk af aan deze zijde van het graf.

Werkendam Ds. Chr. v. Dam

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 1967

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 november 1967

De Banier | 8 Pagina's