Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1.

Daarom, ziet, Ik zal haar lokken, en zal haar voeren in de woestijn; en Dt zal naar haar hart spreken. Hosea 2 : 13

Met een , , daarom" begint dit woord. Het grijpt terug op het vorige, waarin de Heere Israël zijn schuld en afval voor ogen stelde. De hoofdinhoud van Israels zonde is wat de Heere in het voorgaande vers zegt: , , En is haar boeleerders nagegaan, maar heeft Mij vergeten, spreekt de Heere". Dat is Israels zonde. Geestelijk heeft Israël overspel gepleegd en is haar Man, de eeuwige Bondsgod ontrouw geworden. Gods aanklacht tot Israël is dan ook: „Maar heeft Mij vergeten!"

We proeven er mensvormig de pijn der liefde in. Israël had het hairt van zijn Jahwe verwond door het hart, dat aan Hem toebehoorde, aan de Baal te geven.

Na deze aanklacht Gods tot Israël volgt het woord: , , Daarom, ziet. Ik zal haar lokken en zal haar voeren in de woestijn". Dit woord betekent , , oordeel". Maar een bijzonder oordeel. Een oordeel, dat strekken zal tot wederkeer en behoudenis van Israël! Er zal oordeel over Israël komen. Vanwege zijn zonden zal het naar Babel worden gevoerd. De profeet Hosea en de andere profeten hebben het Israël duidelijk verkondigd. God zal Israël in de woestijn voeren. Niets anders is deze woestijn dan de Babylonische ballingschap. Toen Israël in ballingschap ging, kwam het in een woestijn. Israël werd weer precies even arm en berooid als vóór zijn intocht in Kanaan. Al de schatten van Kanaan, die de Heere Israël had gegeven, zal de Heere hen weer afnemen. Oordeel bevat het woord. Ik zal u weer een arm woestijnkind maken!

Waarom doet de Heere dit? Om Israël te winnen en weer aan Zich te verbinden. De rijkdom van Kanaan heeft Israël van Hem vervreemd. De armoede der woestijn zal Israël tot Hemdoen wederkeren. Dat is Gods grote oogmerk met dit oordeel. Daarom is de tekst eigenlijk een belofte in de vorm van oordeel en ballingschap.

God zal Israël in de woestijn brengen. Uit het schone Kanaan, dat juist onder Jerobeam II zo'n welvaart beleefde, zal het gevoerd worden in de woestijn der ballingschap. Maar het wonderlijke in dit woord van oordeel is dat er tevens klanken van liefde in gevonden worden. Het woord „daarom" slaat terug op Israels zonden. Het woord , , woestijn" wijst op de naderende ellende der ballingschap. Maar de woorden „lokken" en, , naar haar hart spreken" bevatten een getuigenis van liefde. Zo lijkt dit woord vele tegenstrijdigheden te bevatten. De grootste tegenstrijdigheid is wel, dat de Heere spreekt van lokken in de woestijn. Leiden in de woestijn kunnen we nog begrijpen, maar dat de Heere lokt om in de woestijn te leiden, kunnen we niet bevatten. De duivel lokt om met schone voorspiegelingen de mensen in een eeuwige woestijn te leiden. Maar dat God lokkend in de woestijn voert, hoe is dat te verstaan. Hoe kan de Heere dit een , , lokken" noemen.

Wij menen, dat we zeer goed voor ogen moeten houden, dat Israels wegvoering een daad van Gods liefde is. Ja, u leest het goed. Het oordeel der wegvoering een daad van Goddelijke hef de.

Het was liefde, die Israël in Babel bracht. Zo kan het liefde zijn, die ons in de woestijn voert. Liefde kan slaan en verwonden, maar om het hart te winnen. Zo slaat God Zijn Israël met de ballingschap, maar uit liefde. Hij lokt daardoor Israël weg van Baal. Als Israël dan in ballingschap weer met zijn God alleen zal zijn, zal Hij naar haar hart spreken.

De liefde, die Israël voor zich zoekt te winnen, lokt Israël weg van Baal en brengt haar in de woestijn. Er was geen ander middel waardoor Israël kon behouden worden. Van Baal moest Israël worden weggelokt. In de woestijn moest Israël tot boete worden gebracht en daar zou de Heere het hart van Zijn volk weer voor Zich winnen. Er is een verborgen zegen in als God ons weglokt van onze Baals en voert in de woestijn.

Achter de roede schuüt een Vaderlijke hand.

Dat wij het zouden zien en als overblijfsel van Israël in de woestijn ons zouden vernederen. God zou naar uw hart spreken.

Met ons is het niet anders gesteld als met Israël ten tijde van Hosea. Wij hebben ons hart, dat krachtens onze schepping geheel en alleen God toebehoort, ook aan andere liefhebbers gegeven. Ook wij doen niet anders dan geestelijk overspel bedrijven. Een voorzichtig verdrag met de dood en een verbond met de hel, zegt de Schrift, hebben wij gesloten. Wat God aUeen toekomt, geven wij aan de duivel, de wereld en ons eigen vlees. Hen geven we ons hart, ons verstand, onze gaven, onze gezondheid, ja alles wat we hebben.

Om de harten van zulke overspelige zondaren weer voor z ich te winnen doet de Heere hetzelfde als wat Hij deed om Israels hart weer voor Zich te winnen. Hij lokt ons weg van aJ onze afgoden, voert in de woestijn om daar ons hart te winnen en aan Zich te verbinden. Als de Heere Israël afkerig ziet heengaan, zegt Hij niet: Daarom, ziet. Ik zal haar verdelgen, maar Ik zal haar lokken.

Utrecht

Ds. C. Harinck

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1968

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 maart 1968

De Banier | 8 Pagina's