Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Staatkundig Gereformeerde Partij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Staatkundig Gereformeerde Partij

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

1918 - 24 april - 1968

Het was gisteren precies vijftig jaar geleden, dat de Staatkundig Gereformeerde Partij werd opgericht.

Op 24 april 1918 had namelijk de oprichtingsvergadering der S.G.P. plaats. Deze vergadering, bestaande — zoals uit de eerste notulen blijkt — uit eifgevaardigden van kiesverenigingen en kerkeraden in de provincie Zeeland, stond onder de leiding van Ds. J. R. van Gordt, destijds predikant der Gereformeerde Gemeente te Middelburg. Nadat door hem de vergadering geopend was met het laten zingen van Ps. 133 : 3, het lezen van Ps. 123 en gebed, werd onmiddellijk het woord gegeven aan Ds. G. H. Kersten.

Deze begon zijn toespraak met er op te wijzen, dat degenen, die geen duimbreed van Gods Woord wensen af te wijken en aan de onvervalste leer der vaderen wensen vast te houden, gewoonlijk door de buitenstaanders worden aangemerkt als een achterlijk, konservatief, domperig, zwaarmoedig volk. Op kerkelijk gebied begrijpt men ze niet omdat men het onderscheid tussen het voorwerpelijk christendom en de oude beproefde waarheid niet meer beseft. Het oppervlakkig christendom neemt maar aan, kan altijd maar geloven, zingen, jubelen en danken, doch Gods volk kan met die harddravers niet mee. Er ligt dan ook een diepe kloof tussen die beide groepen. Een kloof, die zich openbaart in het geesteüjke en kerkelijke leven, doch ook het leven beheerst, dat krachtens onze roeping naar den Woorde Gods op het politieke terrein geleefd wordt en waartoe men op die dag saamvergaderd was. Ook op dit terrein behoorde men eigen weg te gaan bewandelen. Daartoe was echter nodig alle halfslachtigheid en lauwheid opzij te zetten. Spreker wilde niet verhelen, dat er moed voor nodig was om de strijd aan te vangen, die ongetwijfeld te wachten was, strijd van buiten en strijd van binnen. Men zal ons vragen, aldus Ds. Kersten: „Wat willen die amechtige Joden? " Eerst zal men wel vriendelijke woorden tot ons richten, daarna echter zal men met boosheid en kritiek ons pogen trachten ijdel te maken. Men zal ons bespotten wanneer we gaan zeggen naar welk richtsnoer het regeringsbeleid behoort te worden gevoerd. Toch is het onze roeping om de zware strijd aan te binden, In dit verband wees Ds. Kersten op Debora en haar zang op de overwinning over de Kanaanieten met hun menigte van strijdwagens en hun machtige veldoverste Sisera, waarbij ze treurde om de houding der Rubenieten, die niet mee opgetrokken waren tot de strijd. Niet omdat dezen onverschillig stonden tegenover de belangen des lands en ook niet omdat ze heulden met de vijanden van Gods volk. Neen, Kuben onderzocht alleen het hart en hield zich bij zijn kudden en liet de andere stammen alleen strijden. Ruben was vroom, maar die vrome Kuben deed verkeerd, hij onttrok zich terwijl hij mede ten strijde had moeten trekken. Het was hierom, dat Debora Ruben, dit wil zeggen de stam van Kuben, bestrafte, zeggend: „Waarom bleeft gij zitten tussen de stallingen om te horen de blatingen der kudden? "

Ds. Kersten vergeleek nu velen ook uit eigen kring met die Rubenieten. Er werd wel veel geklaagd over de uitgietende zonden, maar verder had men zich afzijdig gehouden. Debora zou dan ook nu tot hen zeggen: , , Waarom bleeft ge zitten? "

Daarom: , , Er uit mannen! Het zwaard aan uw zijde! Zo mag het niet langer. Vooral nu ge stemmen moet. Overlegt wie ge uw stem zult geven. Wij zijn klein in getal, maar ook de Gideons bende was niet groot, ".

Met de bede, dat de Heere mede mocht optrekken, besloot Ds. Kersten zijn toespraak met de woorden: „Hebt de moed te zeggen wie ge zijt".

Toen de S.G.P. in 1918 werd opgericht waren er inmiddels in de Kieswet grote veranderingen aangebracht. Hadden de Kamerverkiezingen tevoren plaats gevonden onder de werking van het distriktenstelsel, in 1918 zou het stelsel der evenredige vertegenwoordiging toepassing vinden. Bovendien was bij die veranderingen ook de opkomstplicht ingevoerd. Een plicht, die gewoonlijk als de „stemdwang" werd aangeduid! Niet aUeen door de S.G.P., maar ook door andere partijen, o.a. de Antirevolutionaire Partij, zoals uit het vroegere program dezer partij blijkt. Voorts was ook het aantal stemgerechtigden sterk uitgebreid door de invoering van het algemeen kiesrecht.

Door de invoering van de opkomstplicht zagen velen, die voorheen wel het kiesrecht hadden, maar nimmer aan de verkiezingen hadden willen deelnemen, zich genoodzaakt de gang naar de stembus te maken. Onder hen waren er velen, die nimmer hun stem hadden willeh uitbrengen op een A R of C H, omdat de A R P en de C H U met Rome samengingen. Voor hen was de oprichting der SGP een zeer grote uitkomst. Zij konden nu hun stem uitbrengen op een partij, welker beginselen zij konden onderschrijven. Die oprichting geschiedde dan ook niet uit partijzucht, maar uit nood. Uit de voUe overtuiging, dat het bij de verwatering der zich christelijk noemende partijen tot eenzelfstandige partijformatie moest komen. Dit was de drijfveer, die de oprichters der SGP er toe bewoog om de handen aan de ploeg te slaan en het volk op te roepen zich te scharen om de beginselen, die op Gods Woord en de gereformeerde geloofsbelijdenis gegrond zijn en die weleer ook onze gereformeerde vaderen tot richtsnoer hadden gediend.

Zoals uit de toespraak van Ds. Kersten reeds bleek, begon de SGP als een heel klein stekje. De oproep, die van haar tot ons volk uitging, mocht echter bij velen weerklank vinden, vooral toen haar bestaan en haar streven grotere bekendheid in het land verkreeg. Daartoe heeft het in het leven roepen van een eigen orgaan, De Banier, sterk bijgedragen. Het eerste nummer hiervan verscheen op 5 mei 1921, niet echter als weekblad, maar als maandblad. Dit kwam ook tot uiting in de prijs, die gesteld was één gulden per jaar of f 1, 10 bij inkassering per post. Uit het eerste artikel van Ds. Kersten blijkt zo overduidelijk, dat het de oprichters te doen was om de ware beginselen te verbreiden en deze niet prijs te geven terwille van het streven naar macht. Slechts enkele zinnen uit dit artikel mogen dit illustreren. Ds. Kersten schreef:

„Machtspolitiek doodt beginselpolitiek. Zullen wij het gevaar kunnen ontkomen? Zal onze kleine maar wassende partij zich kunnen blijven spenen aan al wat grijpen is naar het grote en machtige ten koste van het beginsel? Zullen wij kunnen verliezen als het beginsel het eist? Smaad dragen en verwijting als het moet? Ontveinzen we ons de gevaren niet. Hou vast aan het beginsel. Winnen met inboeten van heihge beginselen is verliezen".

In het vervolg wordt dan gewezen op het droevig verval van ons volk, waarover onze vaderen reeds klaagden. , , En waar zijn we sinds de dagen van v.d. Groe e.a.? Achteruit gevlogen is ons volk!" aldus Ds. Kersten. m inSIRvBw^^S!^^^ Het duurde nog tot 30 november 1922 eer dat De Banier om de veertien dagen ging verschijnen. De abonnementsprijs steeg toen tot twee gulden per jaar. Zeven maanden later echter werd het partijorgaan weekblad. Als zodanig verscheen het op 5 juli 1923.

Ten aanzien van de groei der SGP alsmede die van De Banier moet echter nog op een zeer gewichtige omstandigheid worden gewezen. Deze namelijk, dat Ds. Kersten en met hem de andere leden van het Hoofdbestuur van meet af aan er op uit waren aan de partij een interkerkelijk karakter te geven. In de notulen der H.B. vergadering van 21 augustus 1918 zien we dan ook reeds Ds. J. van der Vegt, destijds Chr. Geref. predikant te Harderwijk, in het Hoofdbestuur opgenomen en tot penningmeester benoemd. In 1922 kwam Ds. Zandt bij de partij. Hij maakte al spoedig deel uit van het Hoofdbestuur, want in de notulen der H.B. vergadering van 22 mei 1923 staat zijn naam vermeld onder de aanwezige leden van het Hoofdbestuur. Met hem werden als leden van het H.B. genoemd: Ds. Kersten, Ds. Barth, Ds. Kieviet, Ds. Vreugdenhil, Johs. de Kok, Lamore en P. van de Meulen. Hiervan is alleen de heer Van der Meulen, die door de Alg, Verg. van 5 augustus 1919 tot lid van het Hoofdbestuur gekozen werd, nog in het land der levenden.

Reeds in 1918 werd door de SGP aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer deelgenomen. Na verscheidene bedankjes door personen, die voor een kandidatuur waren aangezocht, hadden tenslotte de heer F. Gijze te Rotterdam en nog enkele personen er in bewilUgd kandidaat te worden gesteld. De uitslag was dat 5079 kiezers hun stem op de S G P-lijst uitbrachten, zodat geen zetel werd verworven. Dit kon om verschillende redenen ook wel niet anders. De lijst was namelijk slechts in 6 van 18 kieskringen ingediend kunnen worden; de namen der kandidaten waren voor het merendeel der kiezers totaal onbekend, terwijl de SGP zelf wegens het ontbreken van een orgaan ook nog veel te onbekend was.

In 1922 echter stond Ds. Kersten als no. 1 op de lijst, terwijl de partij intussen mede door middel van De Banier veel grotere bekendheid had gekregen. Hoewel de behaalde zetel een restzetel was — er waren 26.744 stemmen op de S G P uitgebracht — stemde het toch tot grote blijdschap, dat de SGP haar geluid in de Tweede Kamer kon laten horen. Een geluid, dat aldaar sedert jaren niet meer was gehoord. Ja, dat geluid klonk door tot ver buiten het Parlementsgebouw. Het trok zo zeer de aandacht, dat de vijanden spottender wijze zeiden en schreven, dat thans de taal van de Dordtse Synode weder in 's lands vergaderzaal was gehoord. Dat was de tegenstanders der SGP helemaal niet naar de zin. Integendeel, zij ergerden zich zelfs zodanig, dat zij van Ds. Kersten en de SGP-ers schimpend spraken als dat zij drie honderd jaren te laat geboren waren!

Het was dan ook voor Ds. Kersten zeer bemoedigend, dat hij bij de Kamerverkiezingen in 1925 Ds. Zandt als Kamerlid naast zich mocht krijgen. Dit was mogelijkgewordendoordat het aantal stemmen op de SGP zo sterk was toegenomen, dat zelfs met de twee zetels nog een overschot van stemmen verkregen werd.

Het zou echter te ver voeren om de historie der SGP nog verder te gaan beschrijven. We stippen daarom nog maar even aan, dat door het betrokken worden van ons land in de oorlog in 1940, een donkere tijd voor de SGP aanbrak. Het was toch te voorzien, dat alle partijen en dus ook de SGP door de bezettende macht zouden worden ontbonden, wat dan ook in 1941 gebeurde. Zou de SGP nog ooit weer herrijzen? zo vroegen velen onzer zich af. Tegen de verwachting in is dit gebeurd, nadat God ons land van de vreemde heersers en onderdrukkers had bevrijd. Al spoedig bleek, dat de SGP niet dood was. Allerwege herrezen de kiesverenigingen, terwijl zij bij de Kamerverkiezingen van 1946 weer twee Kamerleden gekozen zag.

Tot hiertoe heeft de Heere haar in stand doen blijven. Hoe zal het echter verder met haar gaan? Wat zal de aangekondigde wijziging der Kieswet over haar brengen? Het zijn vragen, die door ons niet beantwoord kunnen worden. God de Heere alleen weet wat er gaat gebeuren. Het is in Zijn raad reeds beslist. Hij mocht zich nog over de S G P willen ontfermen, maar indien het zo mocht gaan, dat de S G P uit de Kamer zou verdwijnen, dan staat dit onwrikbaar vast, dat Gods Woord onveranderd van kracht büjft en dat overheid en onderdanen eenmaal door Gods Wet geoordeeld zullen worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 mei 1968

De Banier | 8 Pagina's

De Staatkundig Gereformeerde Partij

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 mei 1968

De Banier | 8 Pagina's