Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

2.

En ik zeide: Och Heere, God des hemels. Gij grote en vreselijke God! Die het verbond en de goedertierenheid houdt die, die Hem liefhebben en Zijn geboden houden. Laat toch Uw oor opmerkende, en Uw ogen geopend zijn, omtehoren naar het gebed Uws knechts, dat ik heden voor Uw aangezicht bid, dag en nacht, voor de kinderen Israels, Uw knechten; en ik doe belijdenis over de zonden der kinderen Israels, die wij tegen Ugezondigd hebben; ook ik en mijns vaders huis, wij hebben gezondigd. Nehemia 1 : 5-6

HET GEBED VOOR DE DIENST

Opbouw is dienst. Opbouw van de verbrokkelde muur vein Jeruzalem is godsdienst. Deze dienst is een strijd. Aan deze dienst gaat een gebed vooraf.

Het moet u frapperen, dat Nehemia in deze dienst niet op de voorgrond probeert te treden. E^n echte dienaar des Heeren trekt niet de aandacht op ziclizelf, maar tracht die te vestigen op de Heere. Dat is Gód dienen. Een echte dienaar is een bidder.

Zo is het ook met Nehemia. De Schrift zegt ons in 't kort, wat hij gebeden heeft aleer hij zijn dienst voor God ging vervullen. Het is de moeite waard daar onze aandacht aan te besteden. Hoor wat hij zegt! Biddend zegt: , , Och Heere, God des hemels, Gij grote en vreselijke God! Die het verbond en de goedertierenheid houdt, die die Hem liefhebben, en Zijn geboden houden". Dat is de aanhef. Treffend en zuiver. Hij spreekt over Gods trouw en het leven naar Gods geboden. De meesten kunnen met dat begin wel meekomen. Alsof het de gewoonste zaak is, zeggen wij: Natuurlijk, zo is het en behoort het te zijn; God is getrouw en wij moeten Hem gehoorzamen. Maar dat is bij ons niet zo natuurlijk. Wij denken vaak, dat God ontrouw is en wij leven meer tegen Hem in dan dat wij leven voor Zijn aangezicht in de vreze des Heeren voor die vreselijke en grote God. Velen hebben totaal geen indrukken in hun zieleleven van de grootheid en de vreselijkheid Gods. Ze belijden het wel met de mond, maar zij hebben dit npg nimmer geloofd met het hart. Derhalve weten ze evenmin iets af van het liefhebben van de Heere. Maar goed, het behoorde wel zo te zijn.

Het is er echter ver vandaan. Luister maar naar de volgende woorden van dit gebed: „Laat toch Uw oor opmerkende zijn en Uw ogen open om te horen naar het gebed Uws knechts, dat ik heden voor Uw aangezicht bid, dag en nacht voor de kinderen Israels, Uw knechten; en ik doe behjdenis over de zonden der kinderen Israels, die wif tegen U gezondigd hebben; ook ik en mijns vaders huis, wij hebben gezondigd".

Hij smeekt of God niet alleen horen, doch ook verhoren wil als hij met deze bede komt voor het aangezicht des Heeren. De oprechte bidders komen niet in de eerste plaats met hun rechten aandragen. Dat doen zij zelfs dan nog niet als zij werkelijke aansluiting hebben op de troon van Gods genade. Hoe komt dat? Omdat de Héére hen in de rechte gestalte leert naderen en die gestalte is er één van ootmoed. Zo'n ziel kan niet meer zonder God, maar hij houdt op God te gebieden in het gebed.

Zo één kan voorbidder, met een kleine v, en bidder zijn. Hij spreekt over de zonden van Israël maar in dezelfde zin, in het meervoud, waarbij hij zichzelf insluit. Hij smeekt om vergeving én voor Israël én zichzelf! Deze bidder ligt werkelijk op zijn knieën als hij bidt. Deze bidder is een belijder van zijn schuld voor Gods aangezicht. Dat is een daad, die de Heere doet geboren worden in het hart van de zondaar. Men zegt in onze dagen dikwijls: wij moeten een daad doen, wij moeten ons overgeven, wij moeten geloven. Overgeven aan God, geloven in God. Ja, dat moet wel, beste vrien­ den, maar wij doen het niet zonder die daad, welke God in het hart werkt. Zonder die daad praten we maar wat over schuld en krijgt dikwijls een ander, j a zelfs God de schuld. Maar ik de schuldige? toe nou! Omdat de geestelijke situatie in Israels kerk eveneens wees op het afschuiven van de schuld op een ander en niet een zoeken van die schuld in eigen hart, stond Israels kerk er zo zwak voor. En om dat door te trekken naar onze tijd: omdat er in de bediening des Woords en in de gebeden regelrecht kontakt gemaakt wordt met de VADER en de ZOON, zonder diep in te gaan op de werkelijke verlorenheid van het bestaan des mensen voor God, krijgen we een christendom, dat geen schuld belijdt voor God van harte, maar wel God als Vader aanspreekt, een volk, dat beweert zo veel van Jezus te houden. De historie van Israël toen is aktueel voor de kerk nu. Jeruzalems muur is verbrokkeld en Jeruzalems schuld is groot. Men pleistert echter de graven om de dorre doodsbeenderen aan het oog van de Heere te onttrekken. Wat wel gebeurt, is, dat men die doodsbeenderen konfijt en aanmerkt als het ware leven. De Heere zal Zich hierover niet onbetuigd laten. Op Zijn tijd zal Hij hierover Zijn veroordeling uitspreken.

Bekering schijnt alleen nog maar nodig te zijn voor de heidenen en voor vele anderen, die het met ons niet eens zijn. Luister echter naar Gods Woord, dat ons meedeelt, dat de LEVENDE KERK belijdt: Wij, dat is, ik en mijn volk, wij hebben gezondigd! Daarover is blijdschap in de hemelen voor het aangezicht der engelen; blijdschap niet over een bekeerde met prestaties, maar over een onbekeerde met schuld. Zij alleen hebben de bekering nodig en vragen daar ook hartelijk om.

Arnhem

Ds. J. C. v. Ravenswaay

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1968

De Banier | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 juni 1968

De Banier | 8 Pagina's