Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

60 jaar C.H.U. (1908-1968)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

60 jaar C.H.U. (1908-1968)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

2.

In het vorige artikel zagen we, dat na de breuk tussen Dr. Kuyper en IVfr. De Savornin Lohman de Vrij-Antirevolutionaire Partij ontstond onder de leiding van laatsgenoemde ! Voorts werd in hetzelfde jaar (1896) de Chr. Historische Kiezersbond opgericht waarvan Dr. Bronsveld en Dr. de Visser de leidende figuren waren. In 1903 kwam er tussen beide groeperingen, zoals reeds werd vermeld, een fusie tot stand.

Er ontstond ook nog een derde tak namelijk: de Fries-Christelijk-Historische, onder leiding van Mr. J. Schokking. De geestelijke leider van deze groep was Dr. Ph. J. Hoedemaker (1839-1910). Opgegroeid in een afgescheiden gezin, werd hij doorzijnvrome moeder van zijn jeugd af de Heere opgedragen. Van zijn geboorte af mocht ze geloven dat haar Philippus een plaats zou innemen in Gods Kerk. Hij bracht een aantalj aren in Amerika door en ging daar theologiestuderen. Hij kwam naar Europa terug om aan een Duitse of Nederlandse universiteit zijn verdere theologische vorming te ontvangen. In 1862 preekte hij op verzoek in de Oosterkerk te Amsterdam. Om zijn voorgaan in een Herv. Kerk, verbraken de afgescheidenen de banden met hem. Hoedemaker werd Herv. predikant te Veenendaal (1868-1873) en Amsterdam (1876-1880). Hij had een afkeer van partij vorming in Christus' kerk en bepleitte een reorganisatie die aan de reformatie van de kerk moet voorafgaan. 1 juli 1880 vroeg Hoedemaker emeritaat aan, daar hij was benoemd tot hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Al spoedig bleek het verschil tussen Dr. Kuyper en hem. In een doleantie zag hij geen heil. Aanvankelijk was het zijn bedoeling als spreker op het Gereformeerd Congres op te treden, maar toen hij bemerkte dat het Congres de organisatie van geestverwanten bedoelde, bedankte hij voor de eer. Hij bedoelde het behoud van de Kerk. Zijn leuze was: , , Heel de kerk en heel het volk". Zijn ideaal was een belijdende volkskerk, die het volksleven zou leiden en zegenen. Hij wUde art. 36 handhaven en niet weten van een zg. neutrale staat.

De overheid is aan Gods Woord onderworpen. In art. 1 van het beginselprogram der C. H. U. is de Hoedemakeriaanse geest merkbaar. Art. 1: Bij de uitoefening van het gezag in de staat behoort richtsnoer en toetssteen te zijn hetgeen in de Heilige Schrift wordt geopenbaard, ongeacht de personen, die met enig overheidsgezag zijn bekleed.

Hoedemaker werd Kuypers grote tegenstander, niet alleen op het kerkelijk terrein, ook in de politiek. Hem stond voor ogen een „staat met de Bijbel". Derhalve bestreed hij Kuyper, die leerde dat de overheid geen antwoord heeft op de vraag welke politiek het Evangelie het volk oplegt. Enerzijds wU Kuyper dat de overheid voor Gods geopenbaarde wil buigt en anderzijds sluit hij die Bijbel voor de overheid. Met een beroep op de , , oudvaders" bestrijdt hij Kuyper en o.i. terecht. De groeperingen die elkaar in 1908 vonden en samen de Chr. Historische Unie vormden, waren verre van homogeen. Het enige gemeenschappelijke wat ze hadden was hun anti-Kuyperianisme. Maar Lohman was het A.R. beginselprogram toegedaan en hem stond — zelf afgescheiden — geen Hervormde partij voor ogen. Zijn bezwaar tegen Kuyper betrof diens strenge partijdiscipline. Hij steunde echter het ministerie-Kuyper in de periode 1901-1905. De andere twee componenten (De Visser en Hoedemaker) vertoonden een uitgesproken hervormd karakter. Na lang debatteren kwam er toch in 1908 een fusie tot stand. Men kon het eens worden over een gemeenschappelijk program, dat in art. 4 uitsprak, dat in overeenstemming met de historische ontwikkeling van het Christendom op Nederlandse bodem, Nederland bestuurd moet worden als een christelijke staat in protestantse zin. De overheid dient Gods naam te belijden en de Grondwet behoort te erkennen, dat de overheid Gods dienares is.

R.

de R.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 1968

De Banier | 8 Pagina's

60 jaar C.H.U. (1908-1968)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 augustus 1968

De Banier | 8 Pagina's