Beantwoording der vragen betreffende uitvoeringstermijn waterstaatswer ken

Op 22 oktober 11. werden door Ir. Van Rossum de volgende vragen gesteld:

1. Is het juist, dat bij de uitvoering van enkele waterstaatswerken (b.v. de buitenhaven van Scheveningen en de buitengeul bij Hoek van HoUand) de door de opdrachtgever vereiste uitvoeringstermijn zo kort is, dat de aannemer of de aannemers, die deze werken zullen uitvoeren, als het ware geprest worden om deze werken in kontinudienst uit te voeren?

2. Is het de Minister bekend, dat bij vele waterbouwkundige aannemers een groot aantal werknemers in dienst is, dat woonachtig is in of afkomstig is uit de Merwedestreek en dat het merendeel hunner ernstige principiële bezwaren heeft tegen zpndagsarbeid?

3. Is de Minister niet van mening, dat de vereiste korte uitvoeruigstermijn aanleiding kan geven tot ernstige gewetenskonflikten, met als gevolg spanningen op het werk en mogelijk vervanging van personeel, dat zeer goed voor zijn taak berekend is, waardoor de gevraagde kontinmteit van het werk juist ernstig in gevaar kan komen?

4. Is de Minister niet van mening, dat dergelijke tijdsbepalingen bij overheidswerken bij aanbesteding diskriminerend kunnen werken, omdat:

a. aannemers, die bezwaren hebben tegen zondagsarbeid, op deze wijze van mededinging worden uitgesloten;

b. op deze wijze buitenlandse aannemersbedrijven, welke voor de uitvoering van grote waterbouwkxmdige werken met hun materieel toch geruime tijd buiten het land van herkomst moeten werken en mitsdien him staf en werknemers meer blijvend in de omgeving van hetwerk moeten onderbrengen, bij kontinu-arbeid in het voordeel komen boven het Nederlandse bedrijfsleven? 5. Is de Minister bereid de bovenbedoelde uitvoeringsvoorwaarden tevoren met werkgevers-en werknemersorganisaties te bespreken en met de daar levende wensen rekening te houden?

6. Wil de Minister ook in de toekomst toezien, dat de uitvoeringsperioden van werken, die onder verantwoording van zijn departement worden aanbesteed, zodanig worden gesteld, dat de aannemers in staat zijn deze werken op normale wijze, zonder dat daarbij de zondag in het gedrang komt, uit te voeren, en wil hij in dit verband bevorderen, dat de voorbereiding der werken op een zodanig tijdstip begint en in een zodanig tempo verloopt, dat er voldoende tijd voor de uitvoering overblijft?

De Minister van Verkeer en Waterstaat, de heer Bakker, beantwoordde deze vragen als volgt:

1. De uitvoeringstermijn van enkele waterstaatswerken, zoals b.v. die van de buitenhaven te Scheveningen en die van de buitengeul te Hoek van HoUand, is niet zo kort gesteld, dat die werken in kontinudienst moeten worden uitgevoerd; wel is die termijn erop gebaseerd, dat de uitvoering op de werkdagen (van maandag t/m vrijdag) in 2-ploegendienst geschiedt. Tijdens de uitvoering van deze werken kunnen zich echter omstandigheden voordoen, die ertoe leiden, dat incidenteel op een enkel onderdeel tijdelijk in kontinudienst moet worden gewerkt, b.v. indien technische eisen, de veiligheid van de scheepvaart, dekon-' tinue toelevering van materialen en dergelijke daartoe noodzaken.

2. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord.

3. De ondergetekende hecht grote waarden aan het in acht nemen van de zondagsrust en is zich er ook zeer wel van bewust, dat het werken op zondag voor velen gewetenskonflikten met zich kan brengen. Mede hierom wordt bij het stellen van uitvoeringstermijnen niet dan in uiterste noodzaak met zondagsarbeid rekening gehouden en wordt er bovendien voor zorg gedragen, dat de omstandigheden, die daartoe incidenteel wél zouden kunnen nopen, zoveel mogelijk worden beperkt.

4. In verband met het onder 1 en 3 gestelde luidt het antwoord op deze vraag ontkennend.

5. Indien bij een werk met de mogelijkheid van incidentele kontinue uitvoering rekening moet worden ge­ houden, worden de arbeidsinspektie en de betrokken paritaire kommissie van werkgevers en werknemers ook thans reeds van tevoren daaromtrent ingelicht. Deze gang van zaken zal worden voortgezet.

6. De ondergetekende is gaarne bereid erop toe te zien, dat de uitvoeringsperioden van werken in de toekomst, evenals thans, zodanig worden gesteld, dat de aannemers in staat zijn deze werken uit te voeren zonder dat daarbij de zondag in het gedrang komt, en dat van deze regel alleen wordt afgeweken wanneer bijzondere eisen van technische of andere aard daartoe nopen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen