Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jaar- en redakteurwisseling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaar- en redakteurwisseling

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze Banier lezers hebben gemerkt dat er een belangrijke verandering intreedt bij het begin van het nieuwe jaar. Ir. Van Dis heeft gemeend, vanwege zeer respektabele redenen, het hoofdredakteurschap neer te moeten leggen. Het hoofdbestuur heeft gemeend, dat hier alleen maar alle begrip op zijn plaats was.

Wat heeft eerst vele j air en achter de schermen en sedert het overlijden van wijlen onze partijvoorzitter en hoofdredakteur ds. Zandt, Ir. Van TAs niet te besommen veel gedaan voor ons blad!

We kunnen ons indenken, dat de beslissing om de werkzaamheden voor de Banier te beëindigen zwaar ge- vallen moet zijn. Men moet eerst maar eens zoveel jaren aan een dergelijke arbeid krachten en uren nachtrust hebben besteed.

Ir. Van Dis heeft de moeilijke tijd gekend, dat „De Banier" als dagblad geworsteld heeft om te blijven voortbestaan. Men moet daar eerst maar eens midden in gezeten hebben. Hoofdredakteur en uitgever kennende, moest het voor het hoofdbestuur wel een enorm brok ervaring betekenen om terug te deinzen voor de uitgifte van een dagblad, ofschoon de aandrang gedurig niet gering was. Het moet toch wel wat zeggen, warmeer beiden op grond van langdurige ervaring te kermen geven dat ze daar liever niet weer aan beginnen.

Het hoofdbestuur heeft gemeend te alle tijde, wanneer deze vraagstukken aan de orde waren, hiermee ernstig te moeten rekenen. Men moet in het leven leren luisteren naar wie geleerd hebben.

Het is wel op zijn plaats om Ir. Van Dis, namens het hoofdbestuur en geheel de partij, hartelijk danktezeggen voor de veelvuldige arbeid, zo veel jaren lang verricht in het belang van ons Fartijorgaan.

Om aDe verdiensten behoorlijk uit te meten, zouden we aan dit onderwerp wel een geheel nummer kunnen wij den. We weten echter dat onze oud-hoofdredakteur van nog maar enkele dagen een zeer bescheiden man is, en dat hij niet graag het middelpunt zou willen zijn van een zo uitgebreide aandacht. Verzwijgen van de vele aktiviteiten van mijnheer Van Dis in dezen zou echter een grove nalatigheid en ondankbaarheid zijn. We beseffen echter tezamen met onze zo gewaardeerde redakteur tot voor kort, dat we slechts onnutte dienstknechten zijn en dat al wat we hebben verricht met zoveel meer overtuiging, zoveel meer liefde en toewijding had moeten gebeviren. Het zijn maar eerste beginselen, die een mens in het gunstigste geval kan opbrengen.

Niettemin is er juist voor de dienstknecht, die zich zo onnut gevoelt, een heerlijk perspektief en een onverdiende verwachting, indien hij getrouw was over weinig. Over weinig, want we dienen te weten hoe bescheiden we bijdragen.

Bovenal gaat onze dank uit naar de Heere, Die ir. Van Dis al deze jaren heeft bekrachtigd tot deze arbeid, die in weerwil van het bescheidene toch zeer verantwoordelijk was. Onze Grod geve hem enige rust, ofschoon het partijsekretariaat en het fraktievoorzitterschap, laatstgenoemd maar niet het minst omvattend, nog heel veel van zijn krachten zullen opeisen. We hebben hem zelfs horen zeggen, dat de ontheffing van het redakteuri.chap zou betekenen meer tijd en aandacht voor het kamerlidmaatschap.

Wanneer ir. Van Dis zoiets uitspreekt is dat geen formele dooddoener. We hopen dat ir. Van Dis er getuige van mag zijn, dat „De Banier" gelukkig zijn bestaan mag voortzetten. We houden ons ervan verzekerd, dat hij met raad en daad de nieuwe redakteur wil terzijde staan, al is ons wel gebleken dat hij toch liever niet al te veel meer schrijft in deze kolommen. Wellicht vanuit de wetenschap dat jongeren, ondanks hun voortvarendheid en plannenmakerij, het gauw op de ouderen laten aankomen.

Ik besef, dat het een zeer moeilijke opdracht is om Ir. Van Dis te gaan vervangen. De wisseling vindt plaats bij de overgang van 1968 naar 1969, maar tot dusver is het in de geschiedenis van de partij en haar orgaan nimmer zo geweest, dat het redakteurschap maar een kwestie was van een enkel.jaar, nimmer zo dat per 31 december boeken en portefeuilles lekker in de handen van de opvolger konden worden gedrukt.

Aarzelend heb ik gevolg gegeven aan het verzoek van het hoofdbestuur om de redaktie op me te nemen, omdat ik begrijp dat het van groot belang is dat bij de dagelijkse leiding aan een officieel partij-orgaan iemand betrokken is, die zowel van de fraktie als van het hoofdbestuur deel uitmaakt. In de huidige komstellatie is deze oplossing welhaast geboden.

Eén van de eerste taken, die ik wil vervuUen, is het streven naar een redaktiekommissie. De tijd is voorbij dat weekbladen op kerkelijk en maatschappelijk terrein door één man kunnen worden geredigeerd. Voor Ir. Van Dis was dit een geheel andere zaak. Hij is er in zoveel jaren geheel ingegroeid. Er zou echter geruime tijd moeten verlopen eer een opvolger zo op de hoogte zou zijn.

Ik acht het wel van belang, dat er een soort beleid wordt uitgestippeld. Want naast de noodzakelijke verslaggeving van het werk, door de eigen Eifgevaardigden verricht in de vertegenwoordigende kolleges, is het voor de toekomst toch ook wel belangrijk, dat we aandacht geven aan politieke vorming. Dat betekent, dat er verj.chülende onderwerpen wel eens aan de orde moeten komen. De ervaring, de adviezen en de samenwerking van een kleine kommissie kunnen daartoe van doorslaggevende betekenis zijn.

Vanzelfsprekend reken ik erop, dat ook een kordon vam medewerkers ter beschikking staat, opdat diverse onderwerpen, kort en zakelijk overigens, deskundig ter sprake komen. Het aantal medewerkers is momenteel te teUen, maar men zal daarvoor wel eens op jacht moeten, veronderstel ik. Een redaktiekommissie zal zich ongetwijfeld, omdat enkelen meer weten dan één, verdienstelijk kunnen maken om personen en onderwerpen te noemen. Als iemand aan het begin staat van een nieuwe taak heeft hij de nodige idealen en goede voornemens. Ervarenen zullen mogelijk glimlachen als ik mijn plannen ontwikkel. Wanneer men echter nooit eens iets geprobeerd heeft, weet men ook niet welke mogelijkheden en onmogelijkheden er bestaan.

Ik meen echter, dat het nodig is dat we aUe zeilen bijzetten. Want er doemen toch wel moeilijkheden op, die het voor de toekomst niet eenvoudiger maken om „De Banier" in de vaart te houden. Ik wil niet starten met pessimistische klanken, maar toch lijkt het me niet onverstandig de zaak realistisch te benaderen. Ik hoop echter dat ik mag rekenen op de trouw en ijver van alle leden en lezers, waarbij ik er maar van uitga, dat lezers en leden voor honderd procent dezelfden zijn.

Er komt bij, dat we weldra nog een personeelswisseling te wachten zijn. Onze penningmeester had verleden jaar, om gezondheidsredenen, reeds willen bedanken. Omdat er toen echter toch al in een vakatiire moest worden voorzien, heeft hij zijn voornemen, dat we moeten respekteren, al spijt het ons geducht, nog voor een jaar uitgesteld. Temeer daar het toch niet zo'n lang jaar zou zijn van partijdag naar partijdag. Het zal niemand ontgaan zijn hoeveel onze penningmeester gedaan heeft om het lezerstal van „De, Banier" op te voeren. Het is aan Ir. Van Dis, als hoofdredakteur, te danken en aan de penningmeester Jansen voor zijn onverdroten propa­ ganda, dat we zo'n ^'acKïïg aantal abonnees hebben. Het maakt het mij alleen maar bezwaarlijker om zo'n kwetsbare erfenis te aanvaarden. Ik hoop alleen maar, dat de nieuwe penningmeester zich even enthousiast zal inzetten voor „De Banier" als de heer Jansen deed.

Het ligt niet in mijn bedoeling om een heel plan de kampagne te ontwikkelen bij het aanvaarden van de redaktie. Het zou kunnen lijken of ik mijn voorganger op deze stoel zou wUlen verbeteren en of ik in deze vorm kritiek zou willen uitbrengen. Dat is wel het allerlaatste waarheen mijn gedachten uitgaan. Het zou ook buitengemeen dwaas zijn, na al de waarderende en lovende woorden voor zijn leiding vanjaren her.

Misschien is het alleen maar zo dat ik lakunes voel, wanneer ik me aan hem meet, en die leemten zou ik graag niet al te ongelukkig willen opvullen.

Wat ik dus van plan ben, zou het volgende zijn: Het is goed, dat niet alleen geschreven wordt over wat er gebeurd is, maar ook over wat gebeuren gaat. Met andere woorden over wetsontwerpen en begrotingshoofdstukken, die aan de orde komen op korte termijn. Het eerste is en blijft noodzakelijk, omdat de pers niet al te overvloedig aandacht schenkt aan wat door S.G. P.-woordvoerders wordt te berde gebracht. Wat dat aangaat is de lektuur van parlementaire verslagen een zeer nuttige les in zelfverloochening en ootmoed. Het tweede echter is van groot gewicht, omdat het nog wel eens gebeurt dat leden en sympathiserenden de Kamerleden schrijven over wat reeds behandeld werd. Bij jezelf zeg je dan wel eens:

Hoe j annmêrV aië'Frièf had ik eerder moeten hebben, dan had ik daarvan een nuttig gebruik kunnen maken. Een volksvertegenwoordiger is namelijk een koUega van de bedelaar; hij moet het voor een groot deel hebben van het gegeef.

Hij kan onmogelijk alles weten en overzien. Soms ziet hij wel één aspekt, maar daar komt een korrespondent hem vertellen, dat er nog een andere kant is aan de zaak. Weliswaar zenden tal van organisaties van alles in, maar niets bemoedigt zoveel dan het meeleven en het advies van eigen kiezers. We hopen, dat het lukken mag om een net vankorrespondenten op te bouwen. Dank zij voorzieningen is het wel mogelijk vanwege de fraktie een geregeld kontakt te onderhouden. In dit opzicht kan ons orgaan „De Banier" een zeer nuttige funktie verwülen, namelijk het onderhouden en het stimuleren van een levendig verkeer tussen leden, lezers, kiezers enerzijds en frakties anderzijds. Want ook de frakties in de Staten zullen informaties zeer op prijs stellen.

Via , , De Banier" zullen we proberen u zoveel mogelijk op de hoogte te houden. Houdt u onze vertegenwoordigers op de hoogte?

Met de bede, dat de Heere deze eenvoudige arbeid moge zegenen tot het doel, dat we ons gezamenlijk hebben gesteld en dat in het program van beginselen is verwoord, aanvaard ik, zolang nodig, het redakteurschap van ons partij-orgaan. De Schrift gewaagt van een banier, die gedragen wordt boven tienduizenden.

Momenteel hebben we inderdaad tienduizend lezers. Mogen het tienduizenden worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1969

De Banier | 8 Pagina's

Jaar- en redakteurwisseling

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 1969

De Banier | 8 Pagina's